Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Taalkundig handboekje (1995)

Informatie terzijde

Titelpagina van Taalkundig handboekje
Afbeelding van Taalkundig handboekjeToon afbeelding van titelpagina van Taalkundig handboekje

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.49 MB)

XML (0.80 MB)

tekstbestand






Editeur

Albert Hoffstädt



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Taalkundig handboekje

(1995)–J.H. van Dale–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

V.

V, V., v's. Zie A.
Vaag, V. Vettigheid van den grond. - Jeugd, bloei. Hij stierf in de vaag des levens.
Vaag, b.n. Onbepaald. - Onbebouwd: de akker ligt vaag.
Vaagsel, O. Veegsel. Uitvaagsel.
Vaak, bijw., vaker. Dikwijls.
Vaak, M. Vakerig.
Vaalt, vaalte, V., vaalten. Mestvaalt.
Vaam, M. Vadem, als houtmaat.
Vaan, V., vanen. Vaantje.
Vaandel, vendel, O.
Vaandrig, M. Vaandrager.
Vaar, M. Angst. Hij kent vaar noch vreeze.
Vaardig, b.n. en bijw.
Vaarkoe, V., vaarkoeien.
Vaars, V., vaarzen. Eene jonge koe.
Vaarschroef, V.
Vaart, V.
Vaarwelzeggen, o.w. Ik zeg vaarwel, zeide vaarwel, heb vaarwelgezegd, vaarwelgezeid.
Vaas, V., vazen.
Vaatdoek, M.
Vaatsch, b.n. en bijw. Verschaald, laf. Vaatschheid, V.
Vacant, b.n.
Vacantie, V., vacanties, vacantiën.
Vacatie, V., vacaties, vacatiën. Eene zitting van rechtbanken enz.
Vacatuur, vacature, V., vacaren, vacatures. Het onbezet zijn (van een post, enz.).
Vaccine, V. Koepokstof.
Vaccineeren, b.w. Ik vaccineer, vaccineerde, heb gevaccineerd. Met koepokstof inenten.
Vacht, V.
Vadem, M. Zie Vaam.
Vader, M., vaders, in gewonen zin; vaderen, in de beteekenis van voorvaders, voorouders.
[pagina 191]
[p. 191]
Vadse, M. en V. Een vadsig mensch.
Vadsig, b.n. en bijw.
Vagebond, M.
Vagevuur, O.
Vak, O.
Val, M. Het vallen.
Val (valle), V. Vangknip. Muizenval enz.
Val, O. Scheepswoord: zeker touw.
Val, O. In: Het val van Urk.
Valies, O., valiezen.
Valk, M. Valkenei, -oog. Valkenjacht, -vlucht. Valkeveer.
Valkenet, O. Een licht stuk geschut, eene veldslang.
Vallei, V., valleien. Valleitje.
Valling, V. Zeewoord: De valling (ligging, strekking) eener kust.
Valreep, M., valreepen. (Scheepswoord).
Valsch, b.n. en bijw. Valschelijk. Valschheid, V.
Valschaard, M., valschaards.
Van, M. Geslachtsnaam.
Vandaag, bijw.
Vandaar, voegw.
Vandehandsch, vanderhandsch, b.n.
Vanding, V. Kraambezoek. Vanden, o.w. Vandbeker.
Vaneen, bijw. Met werkw. is het samengesteld:
Vaneenbarsten, vaneenrukken, vaneenscheiden, vaneensplijten, vaneenspringen, enz.
Vang, V.
Vanger, M.
Vangst, V.
Vanhier, voegw.
Vanielje, V.
Vannieuws, vanouds, bijw.
Var, M., varren. Stier.
Varen, V., varens. Een plantgewas. Varenbed. Varenkussen.
Varen, b. en o.w. Ik vaar, voer, heb en ben gevaren.
Varken, O. Varkentje.
Varkenskot, O., varkenskotten. In sommige streken: varkenskoten.
Varkensschot, O., varkensschotten. Varkenskot.
Vast, b.n. en bijw. Met werkw. vormt het samenstellingen, als: Vastbinden, vastblijven, vastgroeien, vastknellen, vastknevelen, vastnaaien, enz.
Vastdag, M. Dag, waarop men vast.
Vasteland, O. - De twee groote vastelanden der aarde.
Vasten, V. Vastenavond.
Vastendag, M. Een door de kerk ingestelde vastendag.
Vat, M. Greep.
Vat, O. Botervat. Zoutvat. Wierookvat enz. Vaatje.
Vat, O., vatten. Handvat. Vatje.
Vaticaan, O. Paleis van den Paus te Rome.
Vazal, M., vazallen.
Vechten, o.w. Ik vecht, vocht, heb gevochten. Vechter. Vechterij, V.
Vedel, veel, V., vedels, vedelen, veelen. Viool.
Veder, veer, V., veders, vederen, veeren.
Vederbos, M.
Vee, O.
Veede. Zie Veete.
Veeg, M. Het vegen. - Een slag.
Veeg, V. Eene feeks. Helleveeg.
Veeg, b.n., veeger. Veegheid, V.
Veehonger, M. Geeuwhonger.
Veelszins, bijw.
Veelvraat, M., veelvraten.
Veem, V. en O., veemen. Gilde, vereeniging. Veemgericht.
Veen, O., venen. Venig.
Veer, V. Zie Veder: eene pluim van een vogel.
Veer, V. Springveer.
Veer, O., veren. Overvaart.
Veerenbed, O.
Veerman, M., veerlieden, veerlui.
Veertien, telw.
Veertienderhande, veertiender-
[pagina 192]
[p. 192]
lei, soortgetallen. Veertienhonderd.
Veertigerhande, veertigerlei, soortgetallen.
Veest, M.
Veete, V., veeten. Haat, wrok.
Vegen (vagen), b.w. Ik veeg, veegde, heb geveegd.
Vei, b.n. Vettig. De grond is vei.
Veil, O. Klimop Aardveil.
Veil, b.n. Te koop.
Veilen, b.w. Te koop aanbieden. Ik veil, veilde, heb geveild. Veiling, V.
Veilig, b.n. en bijw.
Veinzen, b. en o.w. Ik veins, veinsde, heb geveinsd. Veinzer. Veinzeres. Veinzaard.
Vel, O. Velletje.
Veld, O. Veldeling, M. en V. Veldelinge, V. Zie Aanhangeling.
Velen, b.w. Dulden, verdragen. Alleen gebruikelijk in de onbepaalde wijs.
Velg, V. Een der gebogen stukken, welke den omtrek van een wiel vormen.
Ven, V. Moeras.
Venduhuis, O. Verkoophuis.
Venijn, O. Venijnig.
Venizoen, O. Allerlei wildbraad. Hetzelfde als het Fransche venaison.
Venkel, V. Een plantgewas.
Vennoot, M., vennooten. Vennootschap, V.
Venster, O., vensters en vensteren. Vensterbank, V. Vensterblind, O.
Vent, M., venten. In sommige streken venters.
Ver, b.n., verder, verst.
Veranda, V., veranda's. Overdekte plaats voor den voorof achtergevel.
Verband, O.
Verbeiden, b.w. Ik verbeid, verbeidde, heb verbeid. Verbeiding, V.
Verbintenis, V. Zie Beduidenis.
Verbleeken, o.w. Ik verbleek, verbleekte, ben verbleekt. Verbleeking, V.
Verblijf, O., verblijven.
Verbod, O. Verbodsstelsel.
Verbolgen, b.n. Vertoornd, gebelgd.
Verbond, O. Verbondseed.
Verbouwereerd, b.n. Verbouwereerdheid, V.
Verbrijzelen, b.w. Ik verbrijzel, verbrijzelde, heb verbrijzeld. Verbrijzeling, V.
Verdedigen, b.w. Ik verdedig, verdedigde, heb verdedigd. Verdediging, V. Verdedigingslinie.
Verdek, O., verdekken.
Verderf, O.
Verderven, b. en o.w. Ik verderf, verdierf, heb en ben verdorven. Verderving, V. Verderfelijk.
Verdichten, b.w. Ik verdicht, verdichtte, heb verdicht. Dichter maken. - Uitdenken. Verdiehting, V. Verdichtsel, O.
Verdienste, V.
Verdieping, V.
Verdijd, b.n.
Verdijen, b.w. Ik verdij, verdijde, heb verdijd.
Verding, O. Beding, verdrag.
Verdonkeremanen, b.w. Ik verdonkeremaan, verdonkeremaande, heb verdonkeremaand.
Verdooren, o.w. Zot of dwaas zijn of worden. Ik verdoor, verdoorde, ben verdoord.
Verdord, bijw.
Verdraaglijk, b.n.
Verdrag, O., verdragen.
Verdriet, O. Verdrietelijkheden, V. meerv.
Verdrieten, b.w. Het verdriet, verdroot, heeft verdroten.
Verdrogen, b. en o.w. Het verdroogt, verdroogde, heeft en is verdroogd.
Verdwijnen, o.w. Ik verdwijn,
[pagina 193]
[p. 193]
verdween, ben verdwenen. Verdwijning, V.
Vereisch. In: Naar vereisch van.
Vereischte, O.
Verf, V., verven. Verveloos.
Verflensen, o.w. Zij verflenst, verflenste, is verflenst.
Verfoeilijk, b.n.
Verfomfaaien, verfomfooien, b.w. Verkreukelen. Ik verfomfaai, verfomfaaide, heb verfomfaaid.
Vergadering, V. Vergaderingetje.
Vergeeflijk, vergefelijk, b.n.
Vergeeflijkheid, V.
Vergeefs, bijw. Tevergeefs.
Vergeefsch, b.n.
Vergeet-mij-niet, Vergeet-meniet, V.
Vergelden, b.w. Ik vergeld, vergold, heb vergolden. Vergelding, V.
Vergelijk, O.
Vergetelheid, V.
Vergeten, b.w. Ik vergeet, vergat, heb en ben vergeten. Ik heb mijn boek vergeten. Ik ben mijne les vergeten.
Vergezicht, O.
Vergiffenis, V. Zie Beduidenis.
Vergif, vergift, O.
Vergissing, V. Vergissinkje, O.
Verglaassel, O. Zie Aanhangsel.
Vergoden, b.w. Ik vergood, vergoodde, heb vergood. Vergoding, V.
Vergramd, b.n.
Vergrijp, O.
Vergroven, b.w. Het vergrooft, vergroofde, heeft vergroofd.
Verguldsel, O.
Verhaal, O. Bericht. - Herstel.
Verhabbezakken, b.w. Ik verhabbezak, verhabbezakte, heb verhabbezakt.
Verhandeling, V. Verhandelingetje, O.
Verhanselen, b.w. Verstellen, opknappen. - Verronselen, verkwanselen. - Ik verhansel, verhanselde, heb verhanseld.
Verheelen, b. en o.w. Heel maken, heel worden. Ik verheel, verheelde, heb en ben verheeld.
Verhelen, b.w. Verbergen. Ik verheel, verheelde, heb verheeld.
Verhemelte, O.
Verheugd, b.n.
Verheveling, V.
Verhoetelen, b.w. Verbroddelen, verknoeien. Ik verhoetel, verhoetelde, heb verhoeteld.
Verholen, b.n. Verborgen.
Verhoor, O., verhooren.
Verjaardag, M. Verjaargeschenk, O. Verjaringsgeschenk.
Verkeerdelijk, bijw.
Verkeeren, b. en o.w. Ik verkeer, verkeerde, heb en ben verkeerd. Verkeering, V.
Verkieslijk, verkieselijk, b.n.
Verkiezingsdag.
Verklaard, b.n. Verheerlijkt. Eens zullen wij aan U gelijk, Verklaard, onsterflijk wezen.
Verkniezen, verknijzen, (zich), terugw.w. Ik verknies mij, verkniesde mij, heb mij verkniesd.
Verkoop, M.
Verkoren, b.n.
Verkouden, b.n. Verkoudheid, V.
Verlaat, O., verlaten.
Verlakken, b.w. Ik verlak, verlakte, heb verlakt. Met verlak bekleeden. - Bedriegen.
Verlakt, verlaksel, O.
Verlangen, O.
Verlangst, V.
Verleden, voorleden, verl. deelw. van het oude verlijden, voorbijgaan.
Verlegen, b.n. en bijw. Verlegenheid, V.
Verlei, O. Beleening.
Verleiden, b.w. Ik verleid, verleidde, heb verleid. Verleiding, V.
[pagina 194]
[p. 194]
Verlet, O.
Verlichten, b.w. Ik verlicht, verlichtte, heb verlicht. Verhelderen. - Minder zwaar maken.
Verlies, O., verliezen.
Verliezen, b.w. Ik verlies, verloor, heb verloren.
Verlof, O., verloven.
Verloop, O.
Verlosser, M. Verlosster, V.
Verloven, b.w. Ik verloof, verloofde, heb verloofd. Verloving, V. Verlovingsdag.
Vermaak, O.
Vermaan, O.
Vermast, b.n. Overladen, overstelpt.
Welhaast bezwijkt, van leed vermast, Holoogig, bleek en uitgevast, 't Wanhopig volk, in Leidens uiterste uur. Op d' afgestreden muur.
Vermeien, vermeiden (zich), terugw. w. Zich verlustigen. Ik vermei, vermeid mij; vermeide, vermeidde mij; heb mij vermeid.
Vermetel, b.n. en bijw. Vermetelheid, V.
Vermeten (zich), terugw. w. Ik vermeet mij, vermat mij, heb mij vermeten.
Vermicelli, V.
Vermiljoen, O.
Vermogen, O.
Vermogen, b.w. Ik vermag, vermocht, heb vermocht.
Vermorzelen, b.w. Ik vermorzel, vermorzelde, heb vermorzeld.
Vernis, O.
Vernissen, b w. Ik vernis, verniste, heb gevernist.
Vernuft, O.
Veroorloven, b.w. Ik veroorloof, veroorloofde, heb veroorloofd.
Verorberen, b.w. Gebruiken, nuttigen. Ik verorber, verorberde, heb verorberd. Zie Orberen.
Verouwelijken, o.w. Ik verouwelijk, verouwelijkte, heb en ben verouwelijkt.
Verpoozen, b.w. Ik verpoos, verpoosde, heb verpoosd. Verpoozing, V.
Verraad, O.
Verraderlijk, verradersch, b.n.
Verrassen, b.w. Ik verras, verraste, heb verrast. Verrassing, V. Verrassinkje.
Verrekijker, M.
Verrichten, b.w. Ik verricht, verrichtte, heb verricht.
Verrukkelijk, b.n.
Vers, O., verzen. Verzenboek, -maker.
Versaagd, b.n. en bijw. Bevreesd. Versaagdheid, V.
Versagen, o.w. Ik versaag, versaagde, ben versaagd.
Versch, b.n., verscher, verscht. Verschheid, V.
Verscheiden, b.n. en telw. Verscheidenlijk, bijw.
Verscheiden, O. Overlijden.
Verschet. Zie Frisket.
Verschiet, O.
Verschil, O. Verschilletje, O.
Verschoonlijk, b.n.
Verschot, O., verschotten.
Verschoveling, M. en V. Verschovelinge, V. Zie Aanhangeling.
Verschrikkelijk, b.n.
Verschrikken, o.w. Zelf schrikken. Ik verschrik, verschrikte, ben verschrokken.
Verschrikken, b.w. Doen schrikken. Ik verschrik, verschrikte, heb verschrikt.
Verschrompelen, b. en o.w. Rimpelig maken of worden. Hij verschrompelt, verschrompelde, heeft verschrompeld.
Verschronkelen, o.w. Omkrullen. Het verschronkelt, verschronkelde, is verschronkeld.
Versieren, b.w. Opschikken. Ik
[pagina 195]
[p. 195]
versier, versierde, heb versierd. Versiering, V. Versiesel, O. Versierder. Versierster.
Verslag, O., verslagen.
Verslensen, o.w. Hij verslenst, verslenste, is verslenst.
Versnapering, V. Versnaperingetje.
Verstand, O. Verstandelijk. Verstandeloos.
Verstandsverbijstering.
Verstek, O.
Versterf, O. Versterfenis, V.
Verstooteling, M. en V. Verstootelinge, V.
Vertelling, V. Vertellinkje.
Vertelsel, O. Vertelseltje, O.
Vertier, O.
Vertogen, verl. deelw. van het verouderde vertiegen, nog overig in onvertogen. Hij sprak geen onvertogen woord.
Vertoog, O., vertoogen.
Vertoogen, b.w. Aantoonen. Ik vertoog, vertoogde, heb vertoogd.
Vertrek, O. Kamer. - Afreis.
Verval, O. Voordeel. - Vermindering.
Vervalschen, b.w. Ik vervalsch, vervalschte, heb vervalscht.
Vervaren, b.w. Vervaard, bevreesd maken. Ik vervaar, vervaarde, heb vervaard.
Vervaren, b. en o.w. Vervoeren, enz. Ik vervaar, vervoer, heb en ben vervaren.
Vervelen, b.w. Ik verveel, verveelde, heb verveeld. Verveling, V. Vervelend. Vervelendheid, V.
Verven, b.w. Ik verf, verfde, heb geverfd. Verver.
Ververschen, b.w. Ik verversch, ververschte, heb ververscht.
Verversching, V. Ververschinkje.
Vervolg, O.
Vervroolijken, b.w. Ik vervroolijk, vervroolijkte, heb vervroolijkt. Vervroolijking, V.
Verwant, M. Verwante, V.
Verwantschap, V.
Verwaten, b.n. Dit woord beteekende oorspronkelijk in den kerkelijken ban, vandaar vervloekt. In oneigenlijken zin: trotsch, opgeblazen, verwaand.
Verweeren, o.w. Bederven door het weer. Het verweert, verweerde, is verweerd.
Verwelf, verwulf, O.
Verwelfsel, verwulfsel, O.
Verwelkomen, b.w. Ik verwelkom, verwelkomde, heb verwelkomd. Verwelkoming, V.
Verweren, b.w. Verdedigen. Ik verweer, verweerde, heb verweerd. Verwering, V.
Verwerven, b.w. Ik verwerf, verwierf, heb verworven.
Verwijfd, b.n.
Verwijl, O.
Verwijt, O., verwijten.
Verwijten, b.w. Ik verwijt, verweet, heb verweten.
Verwinnaar, M. Verwinnares, V.
Verworgen, verwurgen, b.w. Ik verworg, verwurg, verworgde, verwurgde, heb verworgd, verwurgd.
Verzaden, b.w. Ik verzaad, verzaadde, heb verzaad. Verzading, V.
Verzadigen, b.w. Ik verzadig, verzadigde, heb verzadigd. Verzadiging, V. Zie Bevochtigen.
Verzamelen, b.w. Ik verzamel, verzamelde, heb verzameld. Verzameling, V.
Verzamen, b.w. Ik verzaam, verzaamde, heb en ben verzaamd.
Verzenen, V. meerv. Hielen. - Het zaad der slang zal u de verzenen vermorzelen. - Het zal u hard vallen de verzenen tegen de prikkels te slaan,
[pagina 196]
[p. 196]
Verzet, O.
Verzieren, b.w. Verdichten. Ik verzier, verzierde, heb verzierd. Verziering, V. Verziersel, O.
Verzinlijken, b.w. Ik verzinlijk, verzinlijkte, heb verzinlijkt. Verzinlijking, V.
Verzinsel, O.
Verzoek, O.
Verzuim, O. Verzuimpje.
Verzweren, b.w. Zwerende verzeggen, vervloeken. Ik verzweer, verzwoer, heb verzworen.
Verzweren, o.w. Veretteren. Het verzweert, verzwoor, is verzworen.
Vesper, V. Avondgodsdienst bij de Roomsch-Katholieken, gewoonlijk lof geheeten.
Vest, V. Schans, wal, gracht. - Vesting, stad.
Vest, O. Kleedingstuk.
Vesting, V. Vestinkje.
Vet, V. Vetsalade: veldsla.
Vet, O.
Veter, M.
Veulen, O.
Vezel, V., vezelen, vezels. Vezelig.
Vicaris, M., vicarissen. Een kerkelijk stedehouder. Vicariaat, O.
Vice-admiraal, M.
Vice-president, M.
Victualie, victalie, V., victualiën, victaliën. Levensmiddelen, eetwaren.
Vier, O. Dichterlijk voor vuur.
Vier, telw.
Vier, V., vieren.
Vierdendaagsch, b.n.
Vierderhande, vierderlei, soortgetallen. Vierhonderd.
Vierkant, vierkantig, b.n.
Vierkant, O.
Vierling, M. en V. Vierlinge, V.
Vierschaar, V. Rechtbank. 't Woord is samengesteld uit vier en scharen, d.i. banken.
Viervoet, M. in: Te viervoet.
Vies, b.n. en bijw., viezer, viest. Viezigheid.
Viezevazen, V. meerv. Grillen, kuren.
Vigilante, V.
Vijand, M. 't Woord is eigenlijk een tegenwoordig deelwoord van vijen = haten. Vijandin, V. Vijandschap, V. Vijandelijk.
Vijf, V., vijven.
Vijf, telw. Vijfdehalf. Vijfderhande, -lei. Vijfhonderd.
Vijfje, O. Kwartje.
Vijfwouter, wiewouter, M. Een uiltje, witje.
Vijg, V. voor de vrucht, M. voor den boom. Vijgeblad, -boom, -touw. Vijgenmand, -mat, -korf.
Vijgenboot, V., vijgenbooten. Vijgenkorf.
Vijl, V., vijlen. Vijlsel, O.
Vijlen, b.w. Met eene vijl gladmaken. Ik vijl, vijlde, heb gevijld.
Vijver, M.
Vijzel, M. Stampvat.
Vijzel, V. Schroef.
Vilder, M. Vilderij, V.
Villa, V., villa's.
Vilt, O. Vilten, stoff. b.n.
Vim, V., vimmen. Eene hoeveelheid van 104 bossen rogge, stroo enz. Vimmetje. Houtvim: houtstapel. Hooivim: hooiberg.
Vimmen, b.w. In vimmen zetten. Ik vim, vimde, heb gevimd. In Vlaanderen laat men het koolzaad vimmen.
Vin, V., vinnen. Vinnetje.
Vinger, M., vingers en vingeren.
Vingerbreed, O.
Vingerhoed, M.
Vingerling, M. Bekleedsel van een vinger. Een zeemleeren vingerling. Vingerlingetje.
Vink, M. Vinkekooi. Vinkenei. Vinkenhuisje. Vinkenbaan. -net, -tijd, -vangst.
[pagina 197]
[p. 197]
Vinkenslag, O. Knip.
Vinkeslag, M. Zang.
Vinnig, b.n. en bijw.
Violet, V.
Violier, V. Eene bloem.
Violoncel, V.
Viool, V. Eene bloem. Violenbed, -stroop.
Viool, V., violen. Vedel. Violist.
Visch, M. als voorwerpsnaam, V. als stofnaam. Visschen.
Visscher, M. Visscherij. Visschersschuit, V.
Visscherman, M., visscherlui.
Visioen, O.
Visitatie, V.
Visite, V., visites.
Vitriool, O. en V.
Vitse, M. Wikke: zekere peulvrucht.
Vitten, o.w. Ik vit, vitte, heb gevit.
Vizier, M., vizieren en viziers. Turksch minister.
Vizier, O., vizieren. Een deel van een geweer, van een helm, enz.
Vla. Zie Vlade.
Vlaag, V., vlagen.
Vlaak, V., vlaken. Eene horde, waarop men wol slaat, om ze vast te maken.
Vlade, vla, V., vladen, vlaas. Vlaatje.
Vlag, V., vlaggen. Vlagje, vlaggetje. Vlaggejonker,-kapitein, -koord, -lijn, -schip en vlagschip, -stok, -touw. Vlaggendoek, -kaart, -kist.
Vlag, O. Een vezelig plantgewas, dat 's zomers de binnenwateren bedekt.
Vlak, V. Vlek, smet.
Vlak, O. Vlakte.
Vlak, b.n., vlakker, vlakst.
Vlak, bijw.
Vlakken, b. en o.w. Ik vlak, vlakte, heb en ben gevlakt.
Vlakken, b.w. Effen maken. Ik vlak, vlakte, heb gevlakt.
Vlakte, V., vlakten.
Vlam, V., vlammen. Vlammetje.
Vlas, O., vlassen.
Vlasdotter, V. Zekere plant, ook huttentut geheeten.
Vlecht, V.
Vlechten, b.w. Ik vlecht, vlocht, heb gevlochten.
Vledermuis, vleermuis, V., vledermuizen, vleermuizen.
Vleesch, O., vleezen. Vleezig. Vleezigheid, V. Vleeschachtig. Vleeschelijk.
Vleet, V., vleten. Een groot net. - Menigte.
Vlegel, M. Vlegeltje.
Vleien, b.w. Mooi praten. Ik vlei, vleide, heb gevleid. Vleier. Vleister. Vleierij.
Vlek, V. Vlak, smet. Vlekkeloos. Vlekkenwater.
Vlek, O. Gehucht.
Vlerk, V.
Vleug, V. Vlam, flikkering.
Vleugel, M., vleugelen, vleugels.
Vleugelen, b.w. De armen binden. Ik vleugel, vleugelde, heb gevleugeld.
Vlieden, b.w. Ik vlied, vlood, ben gevloden.
Vlieg, V. Vliegepoot, -kop. Vliegenei. Vliegenkast, -net enz.
Vliegen, o.w. Ik vlieg, vloog, ben en heb gevlogen.
Vliegens, bijw.
Vliegensvlug, bijw.
Vlieger, M.
Vlier, V.
Vliering, V. Vlierinkje.
Vlies, O., vliezen. Vliezig.
Vliet, M.
Vlieten, o.w. Het vliet, vloot, is gevloten.
Vlijen, b.w. Schikken, voegen. Ik vlij, vlijde, heb gevlijd. Vlijing, V.
Vlijm, V. Laatijzer. De uitspraak is in sommige streken Vliem Vlijmpje.
Vlijmen, b.w. Opensnijden met eene vlijm. Ik vlijm, vlijmde, heb gevlijmd.
[pagina 198]
[p. 198]
Vlijt, V. Vlijtig. Vlijtiglijk.
Vloed, M.
Vloeien, o.w. vloei, vloeide, heb en ben gevloeid. Vloeiing, V.
Vloek, M. Vloekje.
Vloer, M. Vloertje.
Vloghaver, V.
Vlok, V. Vlokje.
Vlonder, vonder, vondel, M. Een bruggetje.
Vloo, V., vlooien. Vlooiachtig.
Vloot, V., vloten. Vlootje.
Vloot, b.n., vloter. Ondiep.
Vlootje, O. Een ondiepe houten schotel; een schaaltje. Melkvlootje. Azijnvlootje. Botervlootje.
Vlossig, b.n.
Vloszijde, V. Ongetweernde zijde.
Vlot, O., vlotten.
Vlouw, V. Een snippennet.
Vlucht, V. Vluchtig. Vluchtigjes.
Vluchten, o.w. Ik vlucht, vluchtte, ben gevlucht. Vluchteling, M. en V. Vluchtelinge, V. Zie Aanhangeling.
Vlug, b.n. on bijw.
Vocaal, V., vocalen.
Vocaal, b.n.
Vocht, O Vochtig, b.n.
Vochtel, M. Rapier, zwaard.
Vod, vodde, V. 't Wordt niet zelden O. gebruikt. Voddenkooper, -kraam, -markt. Voddewerk. Vodderij, V.
Voeder, M. Voedster, V.
Voeder, voer, O. Voedsel. Beestenvoeder.
Voedsel, O.
Voeg, V. Voegje.
Voege, V. In: In dier voege.
Voer, O. Voedsel.
Voer, O. Wagenvracht. Een voer hooi, graan enz.
Voerage, V. Beestenvoeder. Zie Bagage.
Voeren, b.w. Vervoeren, brengen enz. Ik voer, voerde, heb gevoerd.
Voeren, b.w. Van binnen bekleeden. Ik voer, voerde, heb gevoerd.
Voering, V. Voerinkje, O
Voet, M. Voeteneinde, O. Zie Been, in de aanteekening.
Voeteeren, o.w Een weg te voet afleggen. Ik voeteer, voeteerde, heb en ben gevoeteerd.
Voetstoots, bijw.
Vogel, M., vogels, vogelen. Vogeltje. Vogelijn. Vogelken.
Vogelaar, M., vogelaars, vogelaren. Vogelvanger.
Voile, V.
Volbrengen, b.w. Ik volbreng, volbracht, heb volbracht.
Voldaan, b.n.
Voldingen, b.w. Ik volding, voldong, heb voldongen.
Voldoen, o.w. Vervullen. Ik voldoe, voldeed, heb voldaan.
Voldoen, b.w. Ik doe vol, deed vol, heb volgedaan. Ik heb uw glas volgedaan.
Volgieten, b.w. Ik giet vol, goot vol, heb volgegoten.
Volgeling, M. en V. Volgelinge, V.
Volgens, voorz.
Volheid, V.
Volhouden, b.w. Ik houd vol, hield vol, heb volgehouden.
Volk, O., volkeren, volken. Volksschool, -sprookje, -stam, -stem.
Volkenrecht, O. Recht tusschen de volken.
Volkplanting, V.
Volledig, b.n. en bijw.
Vollemaan, V.
Volmacht, V.
Volte, V. Volheid.
Volte, V., voltes. In de rijkunst: wending, zwenking.
Volzin, M.
Vond, M. Vondst, V.
Vondel. Zie Vlonder.
Vondeling, M en V. Vondelinge, V. Zie Aanhangeling. Vondelingshuis, O.
[pagina 199]
[p. 199]
Vonk, V.
Vonkelen, o.w. Vonkelen in den eigenlijken zin: vonken schieten. Het vonkelt, vonkelde, heeft gevonkeld. Zie Fonkelen.
Vonnis, O. Zie Beduidenis.
Vonnissen, b.w. Ik vonnis, vonniste, heb gevonnist.
Vont, vonte, V. Een doopvat.
Voogd, M. Voogdes, V. Voogdij, V.
Voor, vore, V. Eene groef. Eene ploegsnede.
Voorbaat, V.
Voorbeeld, O.
Voorbij, voorz. en bijw. Met werkw. vormt het samenstellingen, als: voorbijdragen, voorbijdraven, voorbijgaan, voorbijkomen, Voorbijrijden, voorbijzeilen, enz.
Voorbode, M. en V.
Voordacht, V.
Voordeel, O., voordeelen. Voordeelig.
Voordewind, M. Voordewind, bijw.
Voordezen, bijw.
Voorgoed, bijw.
Voorhang, M.
Voorjaar, O.
Voorkeur, V.
Voorkomen, b.w. Beletten. Ik voorkom, voorkwam, heb voorkomen. Men schrijft zoowel: Om alle ongelukken te voorkomen, als: voor te komen. Het eerste verdient de voorkeur.
Vóórkomen, o.w. Het komt voor, kwam voor, is voorgekomen.
Voorkomen, O.
Voorlijk, O., voorlijken. (Scheepswoord).
Voorlijk, b.n. Overtreffend, vroeg ontwikkeld. Voorlijk is het tegenovergestelde van Achterlijk.
Voorloop, M. Wat eerst of voor loopt. Ik kwam met den voorloop in de kerk.
Voorloop, V. Eerste of sterkste brandewijn of wijn.
Voornemen, O.
Voornoen, M. Voormiddag.
Vooronderstellen, b.w. Ik vooronderstel, vooronderstelde, heb voorondersteld.
Vooroordeel, O., vooroordeelen.
Voorraad, M.
Voorouders, voorouderen, M. meerv.
Voorschoot, O.
Voorshands, bijw.
Voorslag, M. Voorstel.
Voorslag, O. - Daar slaat het voorslag.
Voorspellen, b.w. De letters voorzeggen. Ik spel voor, spelde voor, heb voorgespeld.
Voorspellen, b.w. Voorzeggen. Ik voorspel, voorspelde, heb voorspeld.
Voorspoed, M.
Voorspraak, V. Het voorspreken.
Voorspraak, M. en V. De voorspreker of voorspreekster.
Voorstel, O.
Voortaan, bijw.
Voorvader, M.
Voorval, O. Voorvalletje.
Voorwaarde, V.
Voorwaarts, bijw. Voorwaartsch, b.n.
Voorwendsel, O., -wendsels en -wendselen.
Voorwerp, O.
Voorzaat, M., voorzaten.
Voorzichtig, b.n. en bijw. Voorzichtigheid.
Voos, b.n. en bijw., voozer, voost.
Vorderen, b.w. Eischen. Ik vorder, vorderde, heb gevorderd.
Vorderen, o.w. Voortkomen. Ik vorder, vorderde, ben gevorderd.
Vore. Zie Voor.
Voren, voorn, M., vorens, voorns.
[pagina 200]
[p. 200]
Vorentje, voorntje. Zekere visch.
Voren. In: Te voren, bijw. uitdr.
Vork, V.
Vorm, M., vormen. Vormpje.
Vormen, b.w. Den vorm geven. Het vormsel toedienen. Ik vorm, vormde, heb gevormd.
Vorsch, M., vorschen. Kikvorsch.
Vorst, M. Vorstin, V. Vorstenkroon, -telg, -zoon enz.
Vorst, V. Het vriezen. Ontstaan, door letterwisseling, uit vrost.
Vorst, V. Het bovenste van een dak.
Vorster, M. Boschwachter.
Vos, M. Vossekop, -staart, -vel. Vossenhaar, -hol. Vossenjacht, -jong, -val enz. Vossebont en vossenbont.
Vouw, V.
Vouwen, b.w. Ik vouw, vouwde, heb gevouwen.
Vraag, V. Vragenboek.
Vraat, M.
Vracht, V. Last, vervoerloon.
Vragen, b.w. Ik vraag, vraagde of vroeg, heb gevraagd.
Vrank, ook Frank, b.n. en bijw. Vrij, onbedwongen.
Vrede, M. Vredig. Vreedzaam.
Vreemd, b.n. en bijw.
Vreemdeling, M. en V. Vreemdelinge, V. Zie Aanhangeling.
Vrees, vreeze, V. Vreeselijk en vreeslijk. Vreeselijkheid.
Vreezen, b. en o.w. Ik vrees, vreesde, heb gevreesd.
Vrek, M.
Vrek, vrekkig, b.n.
Vreten, o. en b.w. Ik vreet, vrat, heb gevreten.
Vreugd, vreugde, V.
Vriend, vrind, M., vrienden, vrinden. - Vriend is eigenlijk het tegenwoordig deelw. van vrijen, dat oudtijds liefhebben beteekende. Vriendje, vrindje. Vriendschap, V.
Vriezen, onp. w. Het vriest, vroor, heeft gevroren, gevrozen. Voor vroor hoort men in sommige streken vroos.
Vrij, b.n. en bijw. Vrijelijk. Vrijheid, V. Vrijheidszucht.
Vrijblijven, vrijdingen, Vrijdobbelen, vrijgeven, vrijhouden, vrijkomen, vrijkoopen, vrijmaken, vrijpleiten, vrijspreken, vrijstaan, vrijstellen, vrijvechten, vrijverklaren, vrijzetten, enz. Als samenstellingen in één woord te schrijven.
Vrijage, V. Zie Bagage.
Vrijden, vrijen, b.w. Vrijmaken, bevrijden. Ik vrijd, vrij; vrijdde, vrijde; heb gevrijd.
Vrijdom, M.
Vrijen, o.w. Liefde betoonen. Ik vrij, vrijde (vree), heb gevrijd, gevreeën. - Vrijer. Vrijster.
Vrijgeleide, O.
Vrijgevig, b.n. en bijw. Mild.
Vroed, b.n. en bijw. Wijs, voorzichtig.
Vroedschap, V. voor de vergadering, M. voor een lid der vergadering.
Vroeg, b.n. en bijw.
Vroolijk, b.n. en bijw. Vroolijkheid, V.
Vroom, b.n. en bijw., vromer. Vromelijk.
Vroon, O., vroonen.
Vrouw, V. Vrouwelijk. Vrouwenhoed, -muts enz. Vrouwenkerk, -huis. Vrouwebeeld. Vrouwspersoon, O.
Vrouwmensch, O., vrouwlieden, vrouwlui.
Vrouwlief, V. Vrouwtjelief, O.
Vrucht, V. Vruchtbaar. Vruchteloos.
Vuig, b.n. Laag.
Vuilik, M., vuiliken.
Vuilmaken, b.w. Ik maak vuil, maakte vuil, heb vuilgemaakt.
Vuilnis, V. Verbasterd tot
[pagina 201]
[p. 201]
Vullis, O.
Vuist, V.
Vulkaan, M. Vulkanisch, b.n.
Vuns, b.n., vunzer, vunst. Muf. Vunsheid, V.
Vunzig, b.n. Vunzigheid, V.
Vuren, stoff. b.n. Vurenhouten.
Vurenhout, O. Vurenhouten, stoff. b.n.
Vuur, O., vuren.
Vuurslag, O.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken