Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Beknopte prosodia der Nederduitsche tael (1851)

Informatie terzijde

Titelpagina van Beknopte prosodia der Nederduitsche tael
Afbeelding van Beknopte prosodia der Nederduitsche taelToon afbeelding van titelpagina van Beknopte prosodia der Nederduitsche tael

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.37 MB)

ebook (2.78 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Beknopte prosodia der Nederduitsche tael

(1851)–Johan Michael Dautzenberg–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

4o Het rym.

Het rym of de gelykklank der eindsilben van twee of meer versregels bestond in de oude poëzie der Grieken en Romeinen niet. De Arabers kennen het rym sints de vroegste dagen; men mag nogthans niet aennemen, dat het rym door hen by de europische volken zou zyn ingevoerd; deze hebben by mangel aen eene bepaelde silbenmeting zelven het rym kunnen aenwenden ter kunstige vorming hunner gedichten.

Zoo lang de dietsche volken in hunne verzen de silben meer telden dan maten, was hun 't rym onontbeerlik. Maer toen men later opmerkte, dat de dietsche

[pagina 26]
[p. 26]

tael niet alleen eener strenge silbenmeting vatbaer ware, maer dezelve ook eischte; toen men in Duitschland begon de verssoorten der ouden in duitscher tale na te bootsen: toen gevoelde men er tevens, dat het rym ontbeerlik was, en men verwierp hetzelve by de vertalingen der grieksche en romeinsche versmaten. Men behield het rym slechts in kleinere, luchtigere verssoorten, bezonders in de zangen (lyriek), waer het voor oor en gevoel aengenaem is.

Voor twee eeuwen heeft men in Holland hexametra gebouwd, die verre boven de hoogduitsche gelyktydige proeven uitsteken. Huygens heeft ons twee stukken nagelaten, die ons bewyzen, dat hy de tael ook voor de oude vormen vatbaer kende. Wy willen van de latere proeven niet gewagen. Nederduitsche Grammatica en Prosodia wemelen heden nog van dwalingen en onzin. De eenvoudigste waerheden worden het moeijelikst erkend, deshalve punctum! en tot het rym terug!

Wanneer twee of meer woorden van hunnen laetsten geklemden silbenklank af gansch gelyk luiden, dan ontstaet het rym. b.v. fluit, tuit, spruit; fluiten, tuiten, spruiten; fluitende, tuitende, spruitende.

Men onderscheidt mannelike en vrouwelike rymen. Het manlike rym verbreidt zich enkel over eene geklemde slotsilbe van twee of meer woorden, b.v. macht, nacht, pracht, gedacht, uitgebracht; zuer, natuer; morgenrood, marteldood, enz. - Het vrouwlike rym strekt zich over twee silben, welker eerste geklemd is, terwyl de laetste toonlos is, b.v. leven, streven, gegeven, verheven, nederzweven; roeme, zonnenbloeme; zwygen, verkrygen, enz.

Aenm.: vloeyende (dactylische) rymen gelyk engelen, strengelen; keuriger, en zwevende rymen, gelyk leerstand, weerstand, zyn min in gebruik.

Eene hoofdvereischte des ryms is zyne reinheid: by eene juiste uitsprake beslist het gehoor alleen over deszelfs juistheid. Er worden nogthans ook onechte rymen veroorloofd, waer de uitspraek der gewesten soms een groot verschil aenduidt, b.v.

1o De scherplange ee en oo op de zachtlange, als keel (z.l.), op tooneel (s.l.), breeder op neder, gehoond (z.l.) op beloond (s.l.) mogen op oogen.

2o - s op - sch, - ts. - ds, - tsch; st op - tst, - sd, - scht; - ngt op - nkt; - t op - d, dt; - g op ch; - gt op - cht, enz.

[pagina 27]
[p. 27]

Zoo rymen: hy ligt op gedicht; los, bosch, geklots, trotsch, Gods; gy leest, wreedst, gevreesd; klinkt en zingt;

3o Ar op er, als: ontfermen, erbarmen.

Wie nauwkeurig is, zal zich zoo min mogelik vryheden veroorlooven, en het past niet, dat leerlingen met veel vryheden beginnen. Ook veroorlooven zich de goede dichters niet de rymen: eid - yd; ouw - auw; of ind - iend, als kind, bedient.

De rymwoordenboeken duiden overigens de geöorloofde rymen aen; het is maer jammer, dat tot hier geen volledig rymwoordenboek onzer lale bestaet.

Over het gebruik van 't rym, over deszelfs aenwending in den verbouw zal ik ook niet uitweiden. Het hangt van den dichter af, of hy de rymen op elkander laet volgen gelyk aa - bb; of hy ze doe kruisen gelyk ab - ab; of hy ze plaetse als ab - ba, of hy het zelfde rym 2, 3, 4 en meermalen herhale, enz.

Men moet echter zorgen, dat de rymen niet door meer dan twee of dry versregels gescheiden zyn.

Ziet daer, geliefde lezers, jeugdige dichters, het noodzakelikste, dat ge weten moet over den versbouw. Ik hoop, dat myne bewerking zich welig verspreide door het lieve vaderland, dat deze prosodia in hoogere en middelbare leergestichten bestudeerd worde, kortom, dat men niet meer aen het bouwen ga, vooraleer men de verschillende stylen ken. Het zy zoo!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken