Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1850)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.73 MB)

ebook (2.93 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1850)–Johan Michael Dautzenberg–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Morgenwandeling.

 
De sterren verliezen allengskens haar licht;
 
't Begint in het oosten te dagen,
 
En gretig omvademt het vorschend gezicht
 
De ontwakende bosschen en hagen;
[pagina 9]
[p. 9]
 
De zonne ze lonkt in den ochtend het teêrst,
 
Wanneer zy de hoogten, verlichtend, beheerscht:
 
Dus laat ons een wandeling wagen.
 
 
 
Gy schat toch het bed en de doodende rust
 
Niet boven den hemelschen zegen?
 
Wie hygende jaagt op vernielenden lust,
 
Dien ylen de wroegingen tegen:
 
Kom liever met my in het geurige veld,
 
Waar 't hart ons in tranen van vreugde versmelt,
 
Als 't licht weêr op nieuw is gestegen.
 
 
 
Bewonder met my daar het geurige groen,
 
De duizende bloemen der weide;
 
Ja, vreugden, die 't harte niet eens zou vermoên,
 
Geniet ge op de lachende heide;
 
De lucht is er zuiver; men ademt er vry;
 
Daar is men den hemel - den Schepper - naby,
 
Die 't goede zoo ryk om ons spreidde;
 
 
 
Die planten en dieren miljoenenmaal schiep
 
Op nauweliks zichtbare stippen;
 
Maar ons tot een zaliger leven beriep,
 
Ver boven der dieren begrippen.
 
Wy knielen dan midden in 't streelende schoon,
 
(Natuur is gewis des Almagtigen troon)
 
En dankende beven ons lippen.
 
 
[pagina 10]
[p. 10]
 
Ontelbare schepselkens, krielend in 't stof,
 
En anderen, fladdrend op vlerken,
 
Verheffen te zamen den klinkenden lof
 
Van Hem, dien geen ruimten beperken;
 
De bloemekens knikken uit gras en uit kruid,
 
En schynen begoocheld by 't dankbaar geluid,
 
En toonen des Machtigen werken.
 
 
 
Al biddende welt ons de boezem omhoog;
 
Wy smaken oneindig genoegen;
 
Dan gloeit ons het harte, dan parelt het oog;
 
Dan kunnen wy de ure vervroegen,
 
Waarop wy den Heer, dien Het worde! eens ontviel,
 
Gezaligd aenschouwen met de oogen der ziel,
 
Na 't wereldsche jamm'ren en zwoegen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken