Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1850)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.73 MB)

ebook (2.93 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1850)–Johan Michael Dautzenberg–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De Keizer en de Bessembinder.

 
Eens raakte de Keizer verloren met zyn brieschend ros,
 
Toen hy op 't spoor eens evers joeg door het Sonienbosch.
 
Op 't einde vond de dwalende een rieten huttendak,
 
Hy vroeg er een ontbytjen en brood voor peerd en brak.
 
 
 
De boer aanzag den jager slechts voor een edelman,
 
En bracht hem niet van 't beste uit zyne keukenpan;
 
Des vroeg den boer de Keizer, die graag zyn maag had gestild,
 
Of soms in kast of kelder niet school een stukjen wild?
 
 
 
De man en vrouwe pleegden gezamentliken raad,
 
En brachten dra op tafel een lekker hertgebraad.
 
Dat hy 't geheim zou houden, beloofde hun de gast:
 
Want boschbewooners vreezen wie op hun treken past.
 
 
 
De boer werd kort nadezen ten Brusselschen hove gedaagd,
 
En was by 't zien des Keizers zoo anstig, zoo vertsaagd,
 
Dat hy de galg alreede voor zyne blikken zag,
 
Dewyl hem 't een en ander op zyn geweten lag.
 
 
[pagina 143]
[p. 143]
 
Maar als de Keizer hem goedig en vriendlik tegenloeg,
 
En hem van 't fyn ontbytjen de rekeninge vroeg,
 
Toen sprak hy, zich verstoutend: ‘Gebiedt, indien gy kunt,
 
Dat men in 't Sonienbosch my al 't bessemhout vergunt.
 
 
 
De Vorst voldeed de wenschen des armen mans zoo graag:
 
Want hy verwachte geenszins een zoo bescheidene vraag:
 
‘Brengt morgen met uw vrouwken hier aan 't paleis te koop,
 
Zoo veel ge maar kunt dragen, een grooten bessemhoop!’
 
 
 
Den hovelingen tevens gebood de vrolike Vorst,
 
Dat zonder bessem zich niemand dien dag vertoonen dorst':
 
‘Ge vindt aan onzen paleize een grooten bessemhoop;
 
Ik heb een' boer ontboden, die houdt ze daar te koop.’
 
 
 
En alle groote Heeren van gansch het bloeyende land
 
Verschenen voor den Keizer, een bessem in de hand.
 
Verbeeldt u dan des boeren oneindig groot geluk:
 
Verkocht had hy zyn bessems voor een pistool het stuk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken