Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1850)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.73 MB)

ebook (2.93 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1850)–Johan Michael Dautzenberg–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Des Keizers menschlievendheid.

 
Geen licht is zonder schaduw, geen zonne zonder vlek,
 
En allen glans bemorsen is 't werk van padde en slek.
 
Wie vitten wil, die vitte, nu tegen d'algierschen Moor
 
De Keizer vele mannen en zyne vloot verloor.
 
 
 
De toeval of Fortuna, gelyk ze de heiden noemt,
 
Die maakten in de wereld soms wel een kraai beroemd,
 
Doch welke ook hunne macht zy, ze kennen paal en grens,
 
En vormen gewis maar zelden een vorstenkind tot mensch.
 
 
 
De kleine krygerschare nog overig van het heir,
 
Lei voor den trouwen Keizer heur warme hulde neêr:
 
'k Verlaat u niet, o braven, ik blyf uw rampgenoot,
 
En deel met u, o vrienden, den laatsten kruimel brood.’
 
 
[pagina 155]
[p. 155]
 
Eens wou de tafelmeester zich zelven te boven gaan,
 
En liet den disch des Keizers met kostlike spyzen belaên;
 
Hy had gewis gerekend, als hovelingen doen:
 
De Vorst zal my den yver eens rykelik vergoên.
 
 
 
‘Ellendeling!’ zei Karel tot zynen tafelvoogd,
 
Hebt gy den nood der makkren te lenigen gepoogd?
 
Terwyl zy honger lyden en teerend zyn en krank.
 
Zou ik, de bron huns lydens, maer brassen in spys en drank?’
 
 
 
Dan werden alle schotels van tafel weggetorscht,
 
En uitgedeeld den zieken door hunnen vriend en Vorst;
 
Hy bleef by zyne krygers als trouwe rampgenoot,
 
En deelde met die braven den laatsten kruimel brood.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken