Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Christeliicken waerseggher (1603)

Informatie terzijde

Titelpagina van Christeliicken waerseggher
Afbeelding van Christeliicken waerseggherToon afbeelding van titelpagina van Christeliicken waerseggher

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (25.61 MB)

ebook (30.55 MB)

XML (1.34 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Christeliicken waerseggher

(1603)–Jan David–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Cap. VI.
Wat dat Clodoueus eersten Christen coninck van Vranckrijck ghebeurt is, als hy eens teghen de keteren te velde track.

Ga naar margenoot+ALsoo heeft de eerste Christen coninck van Vranckrijck Clodoueus een teecken waer-ghenomen, als van Gode hem toe-gheschickt. Want soo hy in d'iaer 507. teghen de Ariaensche ketteren eens te velde track: soo sondt hy eenighe van sijne mannen ter kercke van Sinte Marten, met ghiften, de kercke ende dienst Godts betamende: segghende: Gaet, ende ghy sult by auonture eenigh goedt teeken van victorie uytter kercken mede brenghen. Ende soo sijn boden daerwaerts henen trocken, soo badt hy Godt, segghende: Ist Heere, dat ghy mijn hulper zijt, ende gheschickt hebt, dit boos ongheloouigh volck (d'welck v altijdts contrarie valt, in mijne handen te leueren: verweerdight v, dit mijne dienaren inden inganck der kercken, deur eenigh teecken te kennen te gheuen, op dat ick weten magh, dat ghy uwen dienaer ghehuldigh wilt wesen. De boden dan hun haestende, ende naer d'bevel des conincks, ter kercken spoedelijck intredende, hoorden onversiens uyt den seuenthiensten Psalme van David, dese woorden singhen, sooGa naar margenoot+ sy in-quamen: Praecinxisti me, Domine, virtute ad bellum: supplantasti insurgentes in me subtus me; & inimicos meos dedisti mihi dorsum: & odientes me disperdidisti: Ghy hebt my, o Heere, met sterckte omgordt ten strijde: ende die teghen my op-stonden, hebt ghy onder mijne voeten gheworpen. Ghy hebt mijne vyanden den rugghe doen keeren, ende laten slaen: ende die my haetten, hebt ghy verstroyt.

De boden des conincks dese woorden hoorende, hebben haere schencken de kercke ghegeuen, ende zijn metter spoedt tot den coninck weder-ghekeert, hem blijdelijck vertellende, wat sy ten inganghe der kercken ghehoort hadden. T'welck hy naer zijn begheerte veur een teecken in t'goede heeft ghenomen. Ende te beter ghemoedt zijnde, sijne vyanden aen-vallende, heeft met een wonderlijcke hulp Godts uytten hemel, victorie vercreghen.

margenoot+
Greg. Turon. Hist. Franc. lib.2. c.37.
margenoot+
Psal. 17.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken