Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Christeliicken waerseggher (1603)

Informatie terzijde

Titelpagina van Christeliicken waerseggher
Afbeelding van Christeliicken waerseggherToon afbeelding van titelpagina van Christeliicken waerseggher

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (25.61 MB)

ebook (30.55 MB)

XML (1.34 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Christeliicken waerseggher

(1603)–Jan David–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina xlj]
[p. xlj]

Tafel

A.

ABel.238
Abraham.187,316
Abrahams knecht.365
Absolom.153
Achter-clap.174, 182
Adam.322
Aelmoessens cracht92
Aegyptenaers maniere217
Aegysthus.251
Aensiet het eynde.300
des Aerd-bodems vasten grondt.29
Agag noode steruende.305
Agatocles.185
Agaton.229
Agesilaus185
Agrippina.156
Alcibiades.180
Alexander de Groote.225,292
S. Alexius.194
Alphonsus.7
Aman.171
Amos.212
Angadrisina.283
S. Antonius.250,357
Antiochus gheplaeght.134
Archelaus.228
Arsenius.47
Ave Maria.55
S. Augustijn.6,183,360
Auond-ruste.254
Auond-on-ruste.256

B.

BAlaam.303
Balsasar.238
Barchochabas.173
Beclagh ouer de sondarighe siele.295
Becoringhe tot sonde.72,136
Bedrogh der sielen.35,36
Beghinsel der Wijsheydt.1
Behaghen in d'ooghen Godts.230
Behaghen sijns selfs.235
Bekeeringhe van twee houelinghen.361
Bekeeringhe van sonden.242
om te Bekeeren haestelijck, etc.339
Belijden ende beleuen.44
Bemint, besluyt al de gheboden.26
Beraedsamigh onder-soeck deur het open doen der H. boecken.368
Bereydinghe tot wel steruen.300
Berispen als vriendt.160
S. Bernardt.101
Besweeringhen met duyuelen.xxxij.
Betoouert als-men vreest te zijn, goeden raedt.xxi.
Item, wat-men als-dan doen moet.xxij.
Item, wie-men dat te rade gaen sal.xxij.
Biechte, ende Biechten.63,97,101
Boosheydt der roepende sonden.82
S. Brigitta.283

C.

CAligula kinder-vreese.307
Cambyses.37
Carthaginensche moeders.156
Castijdinghe der kinderen.154
Castijdinghe onthouden.150
Christen mensche,44, 248
Christelijcke leeringhe.46
Christelijcke rechtveerdigheydt.48, 64
Christi nae-volghers, schilders.45
S. Christine.213
Christus dede den boeck inde Synagoge open.366
Chrysorij doodt.310
Cieraet der deughden.274
Claudius.12
Claudius Clemens.8
Cleederen ende ijdelheydt.275
Clodoueus.358
Conscientie onder-soeck.320
Conscientie ghesloten boeck.237
Corinthianen.12
Cornelius Agrippa Tooueraers weder-roep.xix.
Cornelius de Hondertste-man.93
Crachten der sielen.136
Crijch-vonden des vyandts.112
H. Cruys-teecken.126
H. Cruys Christi ghedencken.203

D.

DAghelijcksche sonden.66
Danckbaerheydt.248
Darius.262
Dauid.211
der Deughden cieraet.274
Deughden ende goede wercken.84
der Dieuen practijck.78
Diogenes.163
Dionysius Syracusanus.217, 269
Dioscorus.xxv.
S. Dominicus.101
Domitianus Keyser.xij.
[pagina xlij]
[p. xlij]
de Doodt.344
Doodts sekerheydt.298
Doodts schroom.304
Doodts memorie.217,286,298.
Draeyen der wielen beweeghde den coninck.370
sorghelijck Dralen, doe leelijck falen.337
Dronckaerts dolheydt.214
Dronckenschap, eenen smeeckenden duyuel.215
Duyuel ende ketter, een dingh.30,34
Duyuel, der ketteren meester en vader.38
Duyuels truck.41.
Duyuelen in de locht.71
Duyuelen vyandtschap.109
den Duyuel en magh-men niet gheloouen.ix.
de Duyuel te rade gaen, is groote sonde.xvij.
Ende t'is een soorte van af-goderije.xviij.
Duyuen-sangh.337

E.

EEuwigheydt ter tormenten.324
Elias ghespijst.249
Eliseus.209
Engel in duyuel verandert.28
Engelsche groetenisse.52
Engelsche hulpe.118,etc.
Ephrem wonderlijck gheleert.364
Epicurus ende sijn ghesellen.144
Esau onwijs.264
Exempel. in t'goedt en in t'quaedt.16
Exorcismen oft besweeringhen.xxxij.

F.

FAlen in t'steruen, veur al.302
Fame te restitueren.175
Fortuyne-boeck weder-leydt.354
der Fortuynen huys om-ghestooten.354.
S. Franciscus.72,357

G.

GAet van my.322
Gallicanus.238
Gauen des H. Gheests.76
Ghebedt des Heeren.52,129
Ghebedt, cort ende goedt.128
Gheboden Godts.56,86
Ghehoor.132
Ghehoorsaemheydt.149
Gheselschap, goedt ende quaedt.17
Ghelooue.46,50
wel Gheseyt.335
Giezi.69
Gyges met sijnen rinck.69
Glorie des weerelts.270,etc.
Godt kent de beste.234
Goddelijcke deughden.46
Godts goedtheydt houdt de weerelt staen tot beter.331
Goede wercken.84
Gratie Godts.115
Gregorius Paus ende Leeraer.32
Gregorius Thaumaturgus.20

H.

HAndeloose toe-hoorders.334
Hand-werck.251
Hannibal.171,336
Heylighen Gheest.76
Heli ende sijnen sonen.156
Heliodorus ghegeesselt.123
Helle.345
Helle-weghen, vele.16
Helschen nest.22
Hemel.345
Heraclius.233,367
Hero vanden duyuel bedroghen.32
Herodes.73
Herten der boose, nesten des vyandts.23
Hester.276
S. Hieronymus.39
S. Hilarion.310
Houdt van Alcibiades.180
Hoofd-sonden.74
Hoouerdigheydt, eerste sonde.70.etc.
Hooueerdigheydt, duyuels ende ketters moeder.30
Hope.46,52
Hulpe teghen onse vyanden.110
Huys van wonder.220

I.

IAcob, Ioseph, Abel, etc.238
S. Ian Euangelist.19,87
Iezabel.32
goeden In-keer.343
Ioannes Damascenus.239
Ioannes Mailrosus.8
Iob patientigh.104,286
Iongheydts cieraten.148
[pagina xliij]
[p. xliij]
Iongheydt wel te leyden.148
Iongheydts bederuenisse.155,158
Isaacs patientie.188
Iulia dochter van Augustus.167
Iuliana verdrijft den duyuel.113
Iulianus den Apostaet.72,126

K.

KEtterije, quaedste peste.18
haere nesten.22
een Ketter, d'alderselsaemste monstre.26
Ketterijen oorsprongh.26
Ketter ende duyuel seer een dingh.30,34
Ketteren bedrieghers der menschen.31,36
meester ende vader der ketteren is de vyandt.38
haere loosheydt.41,43
Ketteren zijn eyghen-wijs.236
Kettersche leughen, is d'alder-arghste.163
Kinderen straffe.152
Kindt van wonder.150
Kijuagie schouwen.186

L.

LAcedemonianen.157,158,228
Ledigheydt, moeder van alle quaed.250
Lesse van wonder.286
Lesse der voghelen ende lelien.244
Lesse Christi.233,245
S. Leonardus.72
Leuende hopen.306
Leughenaer ende dief.164
Lichaem, casse der siele.292
Liefde.46,56
Liefde cracht.210
Liefde bluscht gramschap.211
Lieghen, en leghen.164
Lieghen om beters wille, quaedt.165
Lieghen ende waer-segghen hoe?40
Ligghen blijuen, is schande.338
S. Lucien moeder.359
Lucifers val.71
Lust en moedt onder-werpen.94
Lust brekt rust.256
Luyaerts lesse en recepte.250

M.

MAchabeen.88
Machumets vondt.43
Manna, op de boomen.250
Marcus keyser, schole gaende.289
S. Maria lof ende prijs.53
Martelaers140
S. Marten.39,308
S. Martens kiesinghe.366
Marten Luther.344
Memorie.137
Menecrates.140
om ongheorlofde Middelen tot hulpe te ghebruycken, beweghen den mensche drij bedrieghelijcke dingen.xxiij.
Mirakel der roede.155
Moeders haer kinders bederuende.155,158
Moedt in Godt maecken.242
eenen valschen Moyses.33
Moyses, een heremijt.104
Moloch.157
Monde wel bewaeren.226
Monstre der monstren, ketter.26
eenen Moor deur lesen bekeert.363
Moriaen wil gheworden.365
Moroueus.365
Muyl
stooters voere.
368

N.

NAbal bot ende mal.107
Nabuchodonosor.236
Nature der mieren.252
Naturens wet.57 58
Nero269
Niet, de glorie des Weerelts.270
NIet ende ijdelheydt des weerelts.260
Nijdighe hinderen haer seluen.204
Nijdigheydt, Cains wegh.205
Nijdigheydts nature ende aerdt.204

O.

OChozias Coninck.viij.
On-bedachte menschen.68
On-gheloouigheydt tot Godt, is oorsaecke van toouerije.xxxv.
Ontfanghers.319
On-tooueren, on-gheorlooft.27
On-vergheuelijck, hoe?77
Ooghen, sorghelijcken pandt.218
Ooghen, constigh maecksel.218
Ooghen remedie.222
d'een Oore in, d'ander uyt.394
Ooren om hooren.314
Oorsaecke van sonden te schouwen.66, 67
d'Ootmoedighste Gode meest behaghen.230
Ordeel.344
Ordeel Godts rechtveerdigh.326
[pagina xliiij]
[p. xliiij]

P.

PAmbo229
Parijssche studien oorsprongh.8
Patientie is goedt cruydt.202
Patientie leeren.200
Patientie is mirakel.199
S. Patritius hol.335
S. Paula281
S. Paulus Heremijt.249
S. Paulus dede een besetene dochter de waerheydt segghende swijgen.xvij.
S. Paulus Simplex.229
Peerlen uyt het slijck rapen.293
een Peerdt leert ons metten steert.341
vier Pensen.341
Perillus, patroon der onghenadige81
Persen wet.151
Persen seer grouwelijcke.20
Petrus Consaluus.338
Petrus Martyr.51
Petrus Telonarius.323
Petrus Martelaer.140
Philippus Macedo.163
Philosophatie oorborlijck.328
Plato, met sijn Academie.4
Penitentie salighe in-stellinghe.321
Polycarpus.21
Protagoras.292
Pyrrhus Coninck vanden duyuel bedroghen.x.
Pythagoras letter.64
Pythagoras stil-swijghen.150

Q.

QVaden staet der sielen.315
Quaedt doen, is de meeste sotheydt.10
Quaedt met quaedt verghelden.196
Qualijck steruen.314
Q. Sertorius, valschaert.42

R.

RAedt, goedt ende quaedt.16.
goeden Raedt, als-men vreest betoouert te zijn.xxj.
Raedt om wel te steruen.307
Raedt soecken, deur d'open doen vanden boeck.359
Rauen-sangh.337
Recepte teghen sijpende ooghen.222
Recepte teghen luyheydt.253
Recepte teghen curieusheydt.222
Rechtveerdigheydt der Christenen.48,64
Reconciliatie met sijnen vyandt.211
Rekeninghe gheuen.318
Rekeninghe on-claer.320
Remedien teghen achter-clap.176,178
Reuck.133
Roede van wonder.154,etc.
Roepende sonden.80,82
der Rolle der Deughdsaemheydt profijt.357
Rijcken-vrecken.314

S.

H SAcramenten.48,60,61,62
H. Sacrament des Outaers.97,99,101
Saligheydt.142
Salighlijck steruen.t312
Saul.211, ende viij.
Saulus.79
Schaemte.150
Schole van wonder.286, etc.
Schoonheydts ijdelheydt.278, etc.
Schroom der sonde.68
der Sermoonen cleyn profijt by vele.332
naer Sermoonen wat ghemeynelijck te verwachten is.333
Seuen wijse der Griecken.8
Sesostres coninck.370
Sertorius, valschaert.42
den Siecken den medicijn prijsende, maer niet doende soo hy ordineert.333
Simeon Salus.239
Simon Magus.236
Slot van alle gheboden.86
Smerdes en bedriegher.37
Socrates spieghel.279
Sodoma ende Gomorrha.82
Soetigheydt der deughden.84
Solon.144,188,243
Sondaer, s'duyuels peerdt.14
Sonde, d'eerste inden hemel, ende dan in t'paradijs.70, etc.
der Sonden ghewichte.330
hoofd-Sonden.74
Sonden teghen den H. Geest.76
vremde Sonden.78
roepende Sonden.80, etc.
van Sonden op-staen sonder uyt-stel.336
Sonde, het schadelijckste.294
Sonde, ende haer oorsaecke.66
Sorghvuldigheydt te groot, quaedt.244, etc.
Sotheden van verscheyden specien.11
Sotheydt der sondaeren.11
t'Spel van auonturen verworpen.356
Spieghel der leuende.286
Spieghels goede ghebruyck, hoe?279
Spiridion.51
[pagina xlv]
[p. xlv]
Spriet-wegh van dit leuen.64
Spronghen Christi, wondere.143
Spurina, schoonen ionghen.282
Staet van gratie.311, etc.
Staet van verdoemenis.314, etc.
Steruen met blijdschap.308
Steruen met schroom.304
Stil-swijghentheydt.149
Stricken bepeerelt.261
Swijghen, groot te achten.226
Swijghen, is wel ghewroken.187
Symbolum, xij. Artijckelen des gheloofs.50

T.

TAmberlanus onghenadigh.83
Teghen-kijuen, ongheraden.190
Teghen-spoed veur-spoedt.192
Temst draeyen, booselijck ghedaen.xxix.
Thales Milesius.6
Thau figure van't H. Cruys.228
Thaumaturgus.20
Theodas.35
Theodosius.47
Thomas Morus.179
Thomas Aquinas.151
Tobias patientie.104,188
Tobias de ionghe.119
Toet-steen van elcks weerde.234
Tonghe, d'beste en quaedste.168
Tonghs nature.168
Tooueraers en magh-men niet gheloouen.ix.
oock niet als sy waer segghen, en hun niet betrouwen.xvj.
Tooueraers hoe sy te veuren connen weten de toe-comende dinghen.xiiij.
Tooueraers hoe sy altemets waer segghen.xj.
Tooueraers te raede gaen is groote sonde.xvij.
T'is een sorte van af-goderije.xviij.
eens Tooueraers weder-roep sijnder toouerije.xix.
Tooueraers mis-bruycken het heyligh cruys, ende andere ghewijde dingen.xxiiij.
Toouerije tweederley.xxix.
Toouerije en ist niet al dat veel daer veur houden.xx.
Toouerije doen sommighe, oock niet wetende noch meynende.xxv.
Toouerije met toouerije te verdrijuen, is dood-sonde.xxviij.
teghen Toouerije gheestelijcke heylighe middelen.xxx.
teghen Toouerije, alst al niet en helpt, wat raedt?xxxiij.
als Toouerije, etc. regneren, alderbesten raedt.xxxiiij.
Tribulatie saligh.192
Troost in teghen-spoedt.240

V.

VAder ende moeder te eeren.152
Vaders ende moeders last.154
Vaderlijcke liefde.212
Vaercken sot, moerken sot, kindeken sot, al sot.155, etc.
Valens ende Vrsacius.24
Valsche waer-segghers.42
Verdoemenisse, eeuwigh.324
Verdoemde siele.325
Verdoemden schroom.280
Verdriet hoe't verdreuen wordt.355
Versoenende wercken.90
Verstandt.138
Verwijt niet te achten.102
Vespasianus ende Titus.185
Victorie, nieuwen vondt.94,208,212
Vier uyterste.342
haere cracht teghen de sonde.340
Vleeschs rebellie.107
Vlysses.182,264
Voort-ganck in deughden.96
Vraeghende leert-men.284
Vreese Godts, beghinsel der wijsheydt.2
Vreese des straffe.4
Vremde sonden.lxxviij.
Vriendt ter trouwe,160
Vyanden der sielen.106
Vijf sinnen.130
Vijue met hoopen.130, etc.

W.

VVAerachtighe wijsheydt.1, etc.
Waer segghen en lieghen.40
Waersegghers dobbelheydt.42, ende x.
Waerseggers waerom soo ghenoemt.v.
Waersegghers en magh-men niet gheloouen.ix.
oock al sy waer segghen.xvj.
Waersegghers hoe sy altemets waer segghen.xj.
Waersegghers hoe sy toe-comende dinghen te veuren weten.xiiij.
Waersegghers te rade gaen, is groote sonde.xvij.
ende t'is een soorte van af-goderije.xviij.
Wacht van noode.iij.
[pagina xlvj]
[p. xlvj]
Wan-trouwigheydt tot Godt, is oorsaecke van toouerije.xxxv.
Wapenen eens Christens.115,126
de Weerelt gaet op heuren put.330
Weerelts ongheluckige saligheydt.144
Weerelts sot vonnisse.145,238
Weerelts versmaedtheydt.147
Weerelts groot achten, niet te achten.236
Weerelts ijdelheydt.258
Weerelts quaeden smaecke.264
Weerelts loon.268
Weerelts spijt.270
Weerelts loterije, al Nieten.270
Weerelts op een mossel schelpe.270
Weenen, is der ooghen rechte boete.221
Weest ghegroet, etc.55
Wel doen, is de meest wijsheydt.6
Wensche in t'steruen.302
Wercken van ontfermhertigheydt.90
Wet der natuer.57,32.
S. Willem bekeert.105
Willis vrijheydt en cracht.114,138
Wonder bouen wonder.328
Wonder wiel.342
Woorden snijdende.316
Woordt Godts hooren.97,101
Wraecke in't quaedt.197
Wraecke in t'goedt ghenomen.106
Wijsheydt, niet om schatten.7

X.

XEnophon van een straet-kindt, een groot Philosooph geworden.293

Z.

Ziel schoonheydt.291
Ziele, den costelijcksten pandt.290
Zoilus.181


illustratie
SOLI DEO HONORET GLORIA



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken