Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche historie. Deel 8 (1842-1866)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche historie. Deel 8
Afbeelding van Vaderlandsche historie. Deel 8Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche historie. Deel 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.22 MB)

XML (0.84 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche historie. Deel 8

(1842-1866)–Jan Baptist David–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

Vaderlandsche historie.
Achtste deel.
Geschiedenis van België onder de Burgondische heerschappy.

[pagina 3]
[p. 3]

Geschiedenis van Belgie onder de Burgondische heerschappy.

Eerste hoofdstuk.

regering van hertog philip den goede. - hy neemt de wapens op om zyns vaders dood te wreken. - lykdienst te atrecht. - verbonden met de engelschen tegen den dolfyn. - het tractaet van troyes. - onterving en verbanning des dolfyns. - dood van koning hendrik v van engeland. - dood van koning karel vi van frankryk. - kryg tegen diens opvolger karel vii. - beleg van orleans. - de stad verlost door jeanne d'arc. - des hertogs tweede en derde huwelyk. - instelling der orde van het gulden-vlies.

1419-1430.

Koningen van Frankryk. Keizers.
Karel VI, † 1422. Sigismond van
Karel VII.   Luxemburg.

Philip, sedert bygenaemd de Goede, was ruim

[pagina 4]
[p. 4]

23 jaerGa naar voetnoot(1) toen hy in bezit kwam der erfstaten van BurgondiëGa naar voetnoot(2). Hoewel eergierig zynde, in den vollen bloei der jeugd, en van kindsbeen af geoefend in den wapenhandelGa naar voetnoot(3), had hy echter tot dan geen deel mogen nemen aen den kryg met Engeland, noch aen de twisten met het huis van Orleans. De vader vreesde het dubbel gevaer dat zyn eenige zoon loopen zou van om te komen, het zy door het zweerd des oorlogs, gelyk zyne twee broeders de hertog van BrabantGa naar voetnoot(4) en de graef van NeversGa naar voetnoot(5) op het slagveld van Azincourt, het zy door den dolk des verraeds, gelyk zyne twee neven Lode-

[pagina 5]
[p. 5]

wyk en Jan, des konings kinderenGa naar voetnoot(1). Trouwens, indien Philip op de brug van Montereau zyn' vader hadde ter zyde gestaen, het ware duizend tegen één geweest, zoo hy daer levend van ware teruggekomen: of liever de Armagnacs zouden hem op verre na zoo lang niet hebben gespaerd, hadden zy hem kunnen genaken. Maer gelukkiglyk, de jonge vorst hield zyn verblyf, volkomen veilig en ongestoord, in het burgslot van Gent, te samen met zyne moeder Margareet van BeijerenGa naar voetnoot(2), met zyne gemalin Michelle van FrankrykGa naar voetnoot(3), en onder het wakend oog des heeren van Roubais en des bisschops van Doornik, hem tot voogden gegeven.

Het was dan ook daer dat Philip de ysselyke tyding kreeg van de moord op zyn' vader gepleegd, den 10 September 1419, door den Dolfyn zyn' eigen zwagerGa naar voetnoot(4). Een der ooggetuigen van het gruwel-

[pagina 6]
[p. 6]

stuk, de heer van Neufchâtel, zoo haest hy zelf uit de handen der vyanden was, zond twee boden naer Gent, met brieven voor den pas genoemden kerkvoogd en den heer van Brimeu Philips kamerling, die, op hunne beurt, alle mogelyke omzigtigheid gebruikende, den jongen vorst kennis gaven van hertog Jans onverwachte en rampspoedige doodGa naar voetnoot(1). Des zoons droefheid was allerhevigst, en niet minder die zyner deugdzame echtgenoot, welke, van dat oogenblik, wat men ook doen mogt om haer te troosten, zich voor heil noch vreugd meer vatbaer toonde, maer in eenen staet van kwyning verviel, waer de dood alleen een einde aen stellen kon.

Met Michelles gemael was het anders. By hem werd eerlang het hartzeer vervangen door eenen onverzoenlyken haet tegen den moordenaer zyns vaders, en door voornemens van wraekzucht, welke hy besloten had tot alle uitersten te dryven. Na de meeste steden van Vlaenderen bezocht te hebben, zoo om den wederzydschen eed af te nemen en te doen, als om manschap voor den kryg en hulpgel-

[pagina 7]
[p. 7]

den te vragen, begaf hy zich, den 7 October, naer Mechelen. Daer hield hy raed met zyne naeste bloedverwanten hertog Jan IV van Brabant, zyn' neef; Jan van Beijeren, Elect van Luik, zyn' oom; de gravin weduwe van Henegau, Margareet van Burgondië, zyne moei; en hertog Adolf van Kleef, zyn' schoonbroederGa naar voetnoot(1). Allen vernieuwden met Philip de verbonden weleer met zyn' vader aengegaen, en beloofden hem in alles te zullen ondersteunenGa naar voetnoot(2). De jonge vorst trok vervolgens naer Atrecht, willende aldaer de plegtige uitvaert des aflyvigen doen vieren, doch meteen, ja vooral zelfs om den invloed en de meesterschap welke hertog Jan te Parys had weten te verwervenGa naar voetnoot(3), staende te houden tegen de poogingen die zyne vyanden zekerlyk aenwenden zouden, ten einde hem daer den voet te ligten.

Philip te Ryssel aengekomen zynde, ontving daer

[pagina 8]
[p. 8]

een gezantschap uit Parys, belast hem te verklaren dat de burgery der hoofdstad besloten had hem voor te staen tegen de Armagnacs, en zyn gezag alleen te zullen erkennen, stellende zy al haer vertrouwen in hem, gelyk zy gedaen had in wylen zyn' diep betreurden vader. De hertog toonde zich dankbaer voor zulke gunstige gevoelens, en beloofde, van zynen kant, het eerlang zoo verre te zullen brengen, dat er met de Engelschen een bestand gesloten wierde, tot welken einde hy die van Parys aenzocht zaekgelastigden naer Atrecht te zenden tegen den 17den October, om met hem raed te slaen over de middelen welke daertoe best zouden aen te wenden zyn. Na het vertrek der gezanten deed hy brieven schryven aen de noordelyke steden van Frankryk, op wier goede gezindheid hy wist te mogen rekenen, deze insgelyks vermanende om zich op den gestelden dag door afgeveerdigden te Atrecht te doen vertegenwoordigenGa naar voetnoot(1).

De Engelschen, na hunne groote overwinning van Azincourt, hadden niet opgehouden vorderin-

[pagina 9]
[p. 9]

gen te maken in het hart des Ryks, dusdanig dat zy op dit oogenblik Parys bykans ingesloten hielden, alwaer men reeds gebrek begon te hebben aen levensbehoeften, en de nood dagelyks klom, weshalve de adel zoo wel als het volk snakte naer verandering en naer verlossing. 't Is waer, kort na de dood van hertog Jan, had de Dolfyn beproefd om met koning Hendrik V, alsdan zyn verblyf houdende te Rouaen in Normandyë, een verdrag te treffen, en een eind aen den kryg te stellen. Maer den 12 October werd de engelsche vorst getokkeld door een gezantschap van hertog Philip, die hem insgelyks op zyne hand zocht te brengen, en zulke voorslagen deed, dat de koning geene betere hadde kunnen verlangen. Hy aerzelde niet te min, doch zulks was maer schyn; want ziende aen welken kant de meeste zekerheid was, en kennende de gezindheid veler steden, zond hy aldra gevolmagtigden naer Atrecht, om met den hertog van Burgondië in onderhandeling te tredenGa naar voetnoot(1).

Den 13 October werd daer ter stede, in Sint

[pagina 10]
[p. 10]

Vedastus kerk, de uitvaert van wylen hertog Jan gevierd met de grootste plegtigheidGa naar voetnoot(1). De bisschop van Amiens deed den dienst; vier andere bisschoppen en negentien gemyterde abten woonden dien by, naest ontelbare heeren en hooge edellieden. Een Dominikaner-monik, vernoemd om zyne welsprekendheid, en belast met de lykrede, was kloekmoedig genoeg om niet alleen den lof des verstorvenen op te halen, maer ook om aen de levenden hunnen pligt voor te houden. Sprekende in den naem van den Koning der koningen, dorst hy uitdrukkelyk verklaren dat de jonge hertog de gepleegde misdaed mogt doen straffen door de wettige regtsmagt, en zelfs deze met zynen arm ondersteunen indien zy te kort schoot; maer dat het hem niet vry stond eigen wraek te oefenen, dewyl de wraek aen God alleen toekomt, volgens de woorden der heilige Schrift, waer God zelf zegt:

[pagina 11]
[p. 11]

Mea est ultio, et ego retribuam in temporeGa naar voetnoot(1).

Philip voelde weinig trek om den raed des gewyden redenaers te volgen. De wrok dien hy koesterde gaf hem andere voornemens in, en deze werden maer al te veel versterkt zoo door zyne hovelingen, als door de afgeveerdigden der fransche steden, die reeds te Atrecht waren of daer, tegen den besproken dag, aenkwamen. Allen vonden goed dat de hertog den peis maekte, en zich verbonde met den koning van Engeland, om den Dolfyn zyn schelmstuk duchtig betaeld te zetten, met verzekering tevens dat zy, van hunnen kant, alles zouden in het werk leggen om 's konings toestemming te verwerven in hetgeen door den Burgondiër zou bepaeld wordenGa naar voetnoot(2).

Hiermede vertrokken de afgeveerdigden, en Philip ging voort met gezantschappen naer Rouaen te zenden of wederkeerig van daer te ontvangen, tot dat ten laetste den 2den December beide vorsten tot akkoord kwamen over de volgende artikelen:

1o Koning Hendrik V van Engeland zou in het

[pagina 12]
[p. 12]

huwelyk tredenGa naar voetnoot(1) met Catharina van Frankryk, koning Karels jongste dochter, zonder eenigen bruidschat te eischenGa naar voetnoot(2).

2o Koning Karel zou in bezit blyven van zyne kroon, en al de inkomsten des ryks genieten zyn leven gedurende.

3o Na Karels dood zou de fransche kroon voor altyd overgaen op Hendrik en diens erfgenamen.

4o Om reden van 's konings ziekteGa naar voetnoot(3), welke hem belette zyne landen te bestieren, zou Hendrik van Engeland den titel nemen en den last opladen van Regent des Ryks.

5o De prinsen, de edellieden, de gemeenten en

[pagina 13]
[p. 13]

de burgeryen zou den getrouwigheid zweren aen Hendrik als Regent des Ryks, en zich verbinden om hem tot koning te erkennen na Karels dood.

Meteen teekende de hertog van Burgondië opene brieven, waerby hy opgemelde artikelen goedkeurde, en belofte deed van ze in 's konings Raed te zullen voorstaenGa naar voetnoot(1).

Het eerste waer men thans aen denken moest, was van een eind te stellen aen de krygsbedryven; want zeker het betaemde niet dat hy die er op aenlegde om de erfgenaem der fransche kroon te worden, voort zou gaen met het land te verwoesten en de landzaten te teisteren. 't Is waer, men had daer reeds gedeeltelyk in voorzien by middel eener wapenschorsing, welke alle vyandlykheden rond en omstreeks de stad Parys verbood, van den 21sten November tot den 4den December naestvolgendeGa naar voetnoot(2); doch nu diende het bestand vernieuwd en tot geheel Frankryk uitgestrekt te wordenGa naar voetnoot(3), als wer-

[pagina 14]
[p. 14]

kelyk geschiedde door brieven van onderscheidene datums, welke den wapenstilstand verlengden tot den 1sten Maert des volgenden jaers, met besprek tevens van den tusschentyd te zullen gebruiken om eenen vasten en duerzamen vrede te bewerkenGa naar voetnoot(1).

Nu werd er nog, vóór het einde der loopende maend December, tusschen den Engelschman en hertog Philip een byzonder verbond gesloten, inhoudende: 1o Dat een van koning Hendriks broeders den echt zou aengaen met eene zuster des hertogsGa naar voetnoot(2). 2o Dat de koning en de hertog elkander zouden minnen en behulpzaem zyn als twee gebroeders. 3o Dat zy de straf van den Dolfyn en van diens medepligtigen in de moord van hertog Jan, gezamentlyk zouden vervolgen. 4o Dat, byaldien de Dolfyn of eenig andere der voorzeide medemoordenaers gevangen wierd genomen, hy zonder des hertogs toestemming niet zou mogen losgelaten

[pagina 15]
[p. 15]

worden. 5o Dat de koning van Engeland aen hertog Philip en aen diens gemalin eene jaerlyksche rent van 20,000 pond parisis op vaste goederen toewyzen zou, waervoor hem hulde zou gedaen wordenGa naar voetnoot(1).

Zie daer tot welke schandelykheden de hertog van Burgondië uit enkelen wrevel zich liet vervoeren. Hy, een vorst uit het koninklyk stamhuis van Valois, verdraegt niet alleen met den vyand van dat huis om het uit te dooven in het bloed van Karels eenigsten erfgenaem; maer hy smeedt zelfs plannen om de fransche kroon over te zetten aen eenen vreemdeling, en om de eer zoo wel als het geluk van een groot koningryk op te offeren aen zynen persoonlyken wraeklust.

't Is waer, dit verfoeijelyk opzet kon niet worden ten uitvoer gebragt zonder de toestemming van koning Karel; doch die zou men ligtelyk bekomen. De vrienden welke Philip aen het hof had, zyn eigen invloed, en vooral de listen der ontaerde koningin, die thans haren schoonzoon in de hand werkte gelyk zy diens vader gedaen hadGa naar voetnoot(2), waren

[pagina 16]
[p. 16]

meer dan genoeg om den ongelukkigen vorst, veeltyds niet wetende wat hy deed, tot allerlei wanbesluiten over te halen. Inderdaed, na eenigen tyd in Vlaenderen te hebben doorgebragt, om zich tot den kryg tegen zyn' zwager te bereiden, vertrok de hertog, in Maert 1420Ga naar voetnoot(1), met een talryk leger en vergezeld van een Engelsch gezantschap, naer Troyes, de hoofdstad van Champagne, in dat oogenblik de gewoone verblyfplaets van koning Karel. Daer werd hy, den 28sten der maend, zeer luisterlyk onthaeld zoo van het volk als van zyn' schoonvader, die hem niet alleen het plegtig verlei gaf van de fransche leenen welke op hem verstorven warenGa naar voetnoot(2), maer den 9 April door een voorloopig verdrag alle des hertogs voorstellen inwilligdeGa naar voetnoot(3). Vervolgens werd er yverig gewerkt om alle tegen-

[pagina 17]
[p. 17]

streving van den kant der natie voor te komenGa naar voetnoot(1), en nadat de burgeryen, inzonderheid die van Parys, gewonnen waren, verscheen eindelyk het berucht Tractaet van Troyes, door Karel geteekend den 21 Mei, waerdoor het huwelyk zyner dochter met Hendrik van Engeland bestemdGa naar voetnoot(2), de kroon hem toegezeid, de vrede gesloten, of, om alles in eens te zeggen, de oneer van Frankryk voltrokken werdGa naar voetnoot(3).

Hierop volgden aldra belegeringen en veroveringen van steden welke het met den Dolfyn hiel-

[pagina 18]
[p. 18]

denGa naar voetnoot(1), zoodat niet vroeger dan den 1sten DecemberGa naar voetnoot(2) de beide koningen met den hertog van Burgondië te Parys hunnen plegtigen intreê deden. Karel koos zyn verblyf in het Huis van Sint PolGa naar voetnoot(3), de Engelschman, alsof hy reeds de fransche kroon droeg, betrok het Louvre-slot, en hertog Philip ging vernachten in zyn Huis van Artois. Daegs daerna kwamen ook de twee koninginnenGa naar voetnoot(4). Den 6 December nam Hendrik bezit van het Regentschap in eene vergadering der dry Ryks-staten, welke hy had byeen geroepen om hen het Tractaet van Troyes te doen bezweren, gelyk zy, naest vele aldaer tegenwoordige edellieden, gereedelyk dedenGa naar voetnoot(5).

[pagina 19]
[p. 19]

Wat bleef er thans nog over om aen het schandwerk zyn volle beslag te geven? Niets anders meer dan dat men den Dolfyn voor 's konings vierschaer daegde, om zich te hooren veroordeelen, en door zyn' eigen vader beroofd te worden van al zyne erfregten op den troon van Frankryk. Zoo verre kwam het dan ook. Nadat de hertog van Burgondië, den 23sten December, zyne aenklagt gedaen had voor den koning, te regt zittende in het Huis van Sint Pol, werd de zaek door het Parlement aengetrokken, en den beschuldigde gedagvaerd tegen den 3 January 1421, alwaer hy zich wel wachtte te verschynen, doch niet te min door getuigenissen schuldig aen de moord van hertog Jan erkend zynde, voor eeuwig uit het Ryk verbannen, en onweerdig verklaerd werd om zelfs in de kleinste heerlykheid van het koningryk op te volgenGa naar voetnoot(1).

[pagina 20]
[p. 20]

Hierop vertrok Hendrik V welhaest naer Engeland, en hertog Philip kwam naer Vlaenderen, alwaer hy omstreeks denzelfden tyd ernstiglyk bemoeid werd met de onlusten in Brabant verwekt door de echtscheiding van vrouw Jakoba en hare vlugt naer LondenGa naar voetnoot(1). Deze en andere moeijelykheden beletten echter onzen vorst niet dat eigen jaer te DôleGa naar voetnoot(2) eene Hoogeschool te stichten voor de beide Burgondiën, noch den aenkoop te voltrekken van het Naemsche graefschapGa naar voetnoot(3), hebbende hy van toen af gedurig het oog op alles wat hier te lande zynen invloed vermeerderen of zyne heerschappy uitbreiden kon.

Van zynen kant beriep zich de Dolfyn wegens het vonnis tegen hem uitgesproken op God en op zynen degen, gelyk hy zelf zeide. Bykans half Frankryk, of nagenoeg alle de provinciën in het

[pagina 21]
[p. 21]

zuiden der Loire gelegenGa naar voetnoot(1), heulden met hem, behalve dat ook vele edellieden uit de andere gewesten des Ryks, wien de eer des vaderlands ter herte ging, getrouwelyk zynen standaert volgden, al waren sommigen van hen te voren de Burgondische party aengekleefd geweest. Met hunne hulp zette dan de Dolfyn moedig den kryg voort tegen zyne vyanden, en soms ja met eenig voordeel: toen op het onverwachtst koning Hendrik van Engeland, den laetsten dag van Augusty 1422, te sterven kwam, in den nog jeugdigen ouderdom van 34 jaren. Deze vroegtydige en onvoorziene dood belemmerde grootelyks den hertog van Burgondië, die mede eenige weken te voren zyne gemalin verloren hadGa naar voetnoot(2), en naer Vlaenderen geroepen werd om de onlusten, in de hoofdstad Gent ontstaenGa naar voetnoot(3),

[pagina 22]
[p. 22]

te stillen. Maer nauwelyks was hy daer aengekomen, en had hy er de orde hersteld, of hy ontving de tyding van eene nog treuriger dood, die namelyk van koning Karel VI, die den 21 October naestvolgende uit de wereld gerukt werdGa naar voetnoot(1), oud zynde bykans vier en vyftig jarenGa naar voetnoot(2).

Dit dubbel sterfgeval redde, mag men zeggen, Frankryk, alsmede het huis van Valois. 't Is waer, Hendrik V liet, uit zyn huwelyk met Catharina, eenen zoon na van denzelfden naem, die koning van Frankryk en van Engeland uitgeroepen werd te Parys en te Londen; maer een kind van tien maendenGa naar voetnoot(3) was een zwakke mededinger ten aenzien van hem, dien nu meer dan half Frankryk voor den alleen geregten erfgenaem der fransche kroon erkende, en die, aen gene zyde der Loire, den koninklyken titel zonder aerzelen aengenomen heb-

[pagina 23]
[p. 23]

bende, eerlang zich te Poitiers plegtiglyk deed inhuldigen onder den naem van Karel VIIGa naar voetnoot(1). Ongelukkiglyk waren de hoofden zyner legers niet altyd eensgezindGa naar voetnoot(2), wat dan ook noodwendig wanorde voortbragt in het beleid der krygszaken, en het verlies veler steden en sloten tot gevolg hadGa naar voetnoot(3). De hertog van Bedford, thans Regent van Frankryk voor zynen onmondigen neefGa naar voetnoot(4), verbond zich nauwer dan ooit met dien van Burgondië, terwyl nog Jan de Wyze, hertog van Brittanje op hunne zyde tradGa naar voetnoot(5), dusdaniglyk dat deze dry vorsten met vereende krachten den oorlog tegen den nieuwen koning jaren lang voortzettenGa naar voetnoot(6), niet zonder

[pagina 24]
[p. 24]

merkelyke voordeelen, welke vermoedelyk nog grooter zouden geweest zyn, hadde Philip zich niet gedurig moeten verwyderen, uit hoofde zyner worsteling met vrouw Jakoba, wier ryke erfenis hem van toen af de oogen uitstakGa naar voetnoot(1).

Een zware veldslag, geleverd den 17 Augusty 1424 en door Karel VII verloren, deed groote afbreuk aen zyne zakenGa naar voetnoot(2), en bereidde van verre het beleg van Orleans, dat op het einde van September 1428 door de Engelschen ondernomen werd. Zy hadden reeds alle de steden en sloten aen dezen kant der Loire veroverd, en indien zy zich van Orleans konden meester maken, zoo was er geen tegenhouden meer aen hunne vorderingen; geheel het zuiden des ryks stond dan open voor de vreemdelingen, dusdaniglyk dat er den koning niet meer overbleef dan de vlugt te nemen naer de bergstreken van Frankryk, en daer zyn lot af te wachten. Men wil zelfs dat hy reeds besloten had, zoo Orleans hem ontviel, met vrouw en kinderen naer Spanje te wyken, en schuilplaets te vragen aen den koning van CastieljeGa naar voetnoot(3). Trouwens de stad liep

[pagina 25]
[p. 25]

het grootste gevaer: niet dat zy zwakkelyk verdedigd werd; neen, de burgers, zoo wel als de krygslieden die ze bezet hielden, deden hun uiterste best, en ontzagen goed noch bloed om haer aen den Engelschman te betwisten. Ook hield zy het den ganschen winter tegen, maer raekte toch van maend tot maend al meer in het nauw, en begon ten laetste honger te lyden: toen op het onverwacht eene arme boerendochter van zeventien jaer, de beroemde Jeanne d'Arc, de ongeloofelyke taek oplaedde van Orleans te verlossen en, gelyk heel de wereld weet, dat heldenstuk ten uitvoer bragt. In onderscheidene gevechten, deed zy zulke wonderen van dapperheid en van krygsbeleid, dat zy eindelyk den 8 Mei 1429 de Engelschen dwong het beleg op te breken, na hun meer dan zes duizend man afgeslagen te hebben, terwyl zy kwalyk een honderdtal Franschen verloren hadGa naar voetnoot(1).

Orleans was gered. De Engelschen, op hunnen aftogt, verloren nog de stad JargeauGa naar voetnoot(2) met zeer veel krygsvolk, en, vyf dagen daerna, den slag

[pagina 26]
[p. 26]

van PatayGa naar voetnoot(1), alwaer zy insgelyks duizende dooden op het veld, en aenzienlyke edellieden in de handen der overwinnaers lieten. Maer het ergste nog van al was dat de moed hun ontzonk, en dat zy voortaen geene trouw meer hadden in hunne eigen magt.

De hertog van Burgondië had aen het beleg van Orleans geen deel genomen. Zyn yver voor de Engelsche belangen was zeer verkoeld door het hatelyk gedrag van Glocester in de Henegauwsche zaken, en tevens door de trotschheid van Bedford die, zoo lang hem alles meêging, zyn' zwager op den achtergrond had zoeken te houdenGa naar voetnoot(2). Onze vorst zag duidelyk dat de Engelschen, in de verbonden welke zy aengegaen hadden, niets anders beoogden dan hunne eigen baet, gelyk zy heden nog doen; en alhoewel Bedford, nu hy de neêrlaeg had, op nieuw Philip de mouw begon te stryken, was niet te min de oude vriendschap gebroken, en werd sedert nooit meer goed herknoopt.

Van den anderen kant beproefde de Maegd van

[pagina 27]
[p. 27]

Orleans, die gemaekt had dat koning Karel den 17 July in de hoofdkerk van Rheims gekroond en gezalfd wierdeGa naar voetnoot(1), om den hertog van Burgondië tot gevoelens van vrede en verzoening over te halenGa naar voetnoot(2). Gelyke poogingen werden aengewend door den franschen koning zelf, wiens toestand van dag tot dag verbeterdeGa naar voetnoot(3); maer dit alles vond tot dan toe weinig ingang by onzen vorst, aen Engeland gebonden door zyne eeden, en nog altyd zeer verbitterd om de moord zyns vaders. Hy had daerenboven, in dit oogenblik, zyne zinnen op iets anders gevestigd, te weten op een nieuw huwelyk. Na de dood zyner eerste gemalin, was de hertog in een tweeden echt getreden met Bonne van Artois des graven dochter van Eu, maer had deze nog geen volle jaer daerna weder verlorenGa naar voetnoot(4), zonder van haer zoo min als van Isabelle kinderen

[pagina 28]
[p. 28]

over te houden. Dit mael hertrouwde hy met eene andere Isabelle, des konings dochter van Portugael, wier hand hy sedert een geruimen tyd door een plegtig gezantschapGa naar voetnoot(1) gevraegd had aen haer vader Jan I, bygenaemd den Groote. Het huwelyk, eerst by procuratie te Lisbonne aengegaenGa naar voetnoot(2) den 25 July 1429, werd den 7 January des volgenden jaers te SluisGa naar voetnoot(3) ingezegend door den bisschop van DoornikGa naar voetnoot(4), en daegs daer na te Brugge gevierdGa naar voetnoot(5) met al den luister dien men reeds gewoon

[pagina 29]
[p. 29]

was in het hof van Burgondië aen te treffenGa naar voetnoot(1). De feesten duerden acht dagen, en zyn inzonderheid vermaerd om het verwezentlyken van een voornemen dat de hertog sedert lang in 't hoofd had, namelyk de instelling eener nieuwe ridderorde onder den zinnebeeldigen naem van het Gulden Vlies, welks beteekenis immer een geheim is geblevenGa naar voetnoot(2). Op den dag zelf zyner bruiloft, deed de hertog plegtiglyk uitroepen dat, uit byzondere achting voor den ridderstand, tot glorie van God en van onzen Zaligmaker, onder de bescherming en ter eere van de allerheiligste Maegd Maria, en van den doorluchtigen apostel en martelaer Sint AndriesGa naar voetnoot(3),

[pagina 30]
[p. 30]

tot verheffing van het geloof en van onze Moeder de heilige Kerk, en tot aenmoediging der deugd en goede zeden, - hy eene Orde en broederschap had opgerigt, zullende bestaen uit een zeker getalGa naar voetnoot(1) van ridders, bygenaemd van het Gulden Vlies, hetgeen eertyds veroverd was door JasonGa naar voetnoot(2); en dat

[pagina 31]
[p. 31]

hy aen ieder dier ridders eenen gouden halsband had gegeven, samengesteld uit vuerslagenGa naar voetnoot(1), en versierd met reedsgemeld VliesGa naar voetnoot(2). Voorts beloofde hy de Statuten zyner Orde eerlang te zullen opstellen en bekend maken, gelyk hy werkelyk deed het jaer daerna, ter gelegenheid van het eerste feest der Orde, te Ryssel gevierd op den dag van Sint AndriesGa naar voetnoot(3). Aldaer bevonden zich met den hertog achttien Vliesridders der eerste benoeming, terwyl vier andere, om welke reden dan ook belet derwaert te komen, zich hadden doen vervangen door

[pagina 32]
[p. 32]

vier aenzienlyke edellieden, en een enkele, de heer van MassemenGa naar voetnoot(1), sedert de instelling der Orde overleden was.

Nadat alle de aenwezigen, met den hertog aen hun hoofd, in Sint Pieters kerk de eerste vespers en, op den feestdag zelf, den godsdienst hadden bygewoond; nadat zy den volgenden dag waren tegenwoordig geweest by eene plegtige lykmisGa naar voetnoot(2), alsmede den 2den December by eene Mis ter eere van O.L.V.Ga naar voetnoot(3), en voor en na aen 's vorsten tafel in zyn hof rykelyk waren onthaeld geweest, begaven zy zich, den derden dag, naer pas gemelde kerk, om, in de gewoone vergaderplaets der kano-

[pagina 33]
[p. 33]

niken, kapittel te houdenGa naar voetnoot(1). Daer werden dan ook voor de eerste mael de Statuten der Orde afgelezen, hoofdzakelyk neêrkomende op de pligten der ridders jegens de Orde zelf, jegens haer hoofd en hunne medeleden; op hunne betrekkingen met andere vorsten; op de feesten en groote vergaderingen der Orde; op de berispingen of bestraffingen van hen die, het zy hunne eer, het zy de goede zeden geschonden haddenGa naar voetnoot(2); op de dragt en het eigendom van den halsbandGa naar voetnoot(3); op den keus van nieuwe leden, en op den eed door deze af te leggen

[pagina 34]
[p. 34]

in de handen des hertogs; eindelyk op de geldelyke bydragenGa naar voetnoot(1) der medebroedersGa naar voetnoot(2).

Ter zelver tyd noemde Philip, voor den geregelden dienst zyner Orde, vier officieren, namelyk een' KanselierGa naar voetnoot(3), eenen Greffier of geheimschry-

[pagina 35]
[p. 35]

verGa naar voetnoot(1), een en TresorierGa naar voetnoot(2) en eenen Wapenkoning, ook genaemd Toison d'OrGa naar voetnoot(3). Andere bedienden,

[pagina 36]
[p. 36]

als Krygsboden, Archiers, Spaensche en Duitsche Hellebaerdiers, dewyl zy van weinig of geen belang zyn, gaen wy stilzwygend voorby.

voetnoot(1)
Hy was geboren te Dijon, den 30 Juny 1396.
voetnoot(2)
Dit erfdeel bestond, naest het hertogdom van Burgondië en het dusgenaemde Franche-Comté, uit de graefschappen van Vlaenderen, Artois en Charolais, alsmede uit de heerlykheden van Mechelen en van Salins. Zie ons vierde Deel, bl. 692-93.
voetnoot(3)
Zie Pontus Heuterus, Opera omnia, bl. 78, col. 1. Uitgave van Leuven, 1651, in-fol.
voetnoot(4)
Zie ons vyfde Deel, bl. 621.
voetnoot(5)
Hertog Jans tweede broeder, graef van Nevers en van Rhetel, had mede zyne dood gevonden in den slag van Azincourt. Zie ons vierde Deel, bl. 694, en de Chroniques van Monstrelet, uitgave van Buchon, Livre I, chap. 155.
voetnoot(1)
Zie ons zesde Deel, bl. 511, en de aenteek. 1 aldaer.
voetnoot(2)
Dochter van wylen hertog Albrecht, graef van Henegau. Zie ons zesde Deel, bl. 440. Margareet stierf den 23 January 1423.
voetnoot(3)
Michelle was de vierde dochter van koning Karel VI, alsdan regeerende. Philip was met haer getrouwd sedert het jaer 1409.
voetnoot(4)
Zie ons vierde Deel, bl. 702-703.
voetnoot(1)
Zie de Chronique du duc Philippe van George Chastellain, uitgegeven door Buchon, Parys, 1837 in groot 8o, chap. 2, bl. 15, vlgg.
voetnoot(1)
Deze hertog van Kleef was getrouwd met Philips eigen zuster Maria van Burgondië.
voetnoot(2)
Zie Meyer, Annales Flandrioe, ad ann. 1419, en Pontus Heuterus, bl. 79, col. 1. Zie mede Chastellain, chap. 8.
voetnoot(3)
Zie daerover ons vierde Deel, bl. 702.
voetnoot(1)
Zie Chastellain, chap. 8, en Pont. Heut. loc. cit. Zie mede Monstrelet, Liv. I, chap. 223.
voetnoot(1)
Zie Chastellain, chap. 9, 10, 11, en Monstrelet, chap. 225.
voetnoot(1)
Het lyk van hertog Jan, eerst ter aerde besteld te Montereau zelf, werd in July 1420 overgevoerd naer Dijon, en aldaer begraven in de kerk der Karthuizers, alwaer dry jaer later zyne gemalin, Margareet van Beijeren mede hare rustplaets kreeg. Zy stierf te Dijon den 23 January 1423, als reeds gezegd is.
voetnoot(1)
Deuteron. cap. 32, 35. Zie mede ad Rom. 12, 19.
voetnoot(2)
Zie Chastellain, chap. 14, 15, en Monstrelet, chap. 225.
voetnoot(1)
Hendrik V, geboren in 1388 en op den troon van Engeland geklommen in 1413, was tot dan toe nog ongehuwd.
voetnoot(2)
De latynsche tekst zegt, zonder daerom eenigen last te leggen op Catharinas ouders of op 's ryks onderzaten. Deze voorwaerde was bygevoegd om de natie te zekerder te doen toejuichen aen het hier besproken huwelyk.
voetnoot(3)
Karel VI volherdde nog immer in den staet van krankzinnigheid, slechts door korte tusschenpoozen van beternis nu en dan onderbroken. Zie ons vierde Deel, bl. 689.
voetnoot(1)
De oorkonden staen by Rymer, Foedera et acta publica, Tom. IV, Part. III, bl. 138, en 140-41.
voetnoot(2)
De oorkonden staen by Rymer, Foedera et acta publica, Tom. IV, Part. III, bl. 138, en 140-41.
voetnoot(3)
Zoo nogtans dat de gewesten welke aen den Dolfyn gehoorzaemden, en de Dolfyn zelf buiten het bestand gesloten bleven.
voetnoot(1)
De oorkonden staen by Rymer, bl. 141-43.
voetnoot(2)
Dit huwelyk kwam tot stand. De hertog van Bedford trouwde, den 13 April 1423, met Philips zuster Anna van Burgondië, die op het einde van 1432 te Parys overleed, zonder kinderen na te laten.
voetnoot(1)
Zie de oorkonde by Rymer, bl. 144.
voetnoot(2)
Zie ons vierde Deel, bl. 702, en de aenteek. aldaer.
voetnoot(1)
Hy was van in February uit Atrecht vertrokken, maer had onder wege de stad Crespy belegerd en op de Armagnacs veroverd. Zie Monstrelet, chap. 229, of Chastellain, chap. 30, 31, 32.
voetnoot(2)
Namelyk het hertogdom van Burgondië, alsmede de graefschappen van Vlaenderen en Artois.
voetnoot(3)
Zie den tekst van dit verdrag by Rymer, IV, Part. III, bl. 164-66.
voetnoot(1)
De menigte, aengestookt en misleid, liet zich bedriegen; maer alle wyze en regtschapen lieden laekten des konings gedrag en vooral dat van hertog Philip. Zie daeromtrent de Hist. de Charles VI, door Juvenal des Ursins, uitgave van Buchon, ad ann. 1420.
voetnoot(2)
Dit huwelyk werd gevierd te Troyes, den 2 Juny naestvolgende. Zie Chastellain, chap. 43.
voetnoot(3)
Zie de oorkonde, met andere daertoe behoorende stukken, by Rymer, bl. 171, vlgg. alsmede by Monstrelet, chap. 234, en in hedendaegsch Fransch, by Barante, Hist. des ducs de Bourgogne, uitgave van Reiffenberg, IV, bl. 17, vlgg. Het tractaet werd opgesteld en afgekondigd in dry talen, latyn, fransch en engelsch. Rymer geeft de twee eerste teksten, loc. cit. en den derden, bl. 179.
voetnoot(1)
Zie Monstrelet, chap. 235-240, en Chastellain, chap. 44-56.
voetnoot(2)
Zie den Journal d'un bourgeois de Paris, uitgave van Buchon, ad ann. 1420.
voetnoot(3)
De groote leenmannen der fransche kroon hadden toen ter tyd te Parys, gelyk elders de voornaemste edellieden in de verblyfplaets nuns leenheers, een eigen huis, of een dusgenaemd hôtel. Zie ons zesde Deel, bl. 249, aenteek. 2.
voetnoot(4)
Zie Monstrelet, chap. 241, en Chastellain, chap. 57-58.
voetnoot(5)
De oorkonden staen by Rymer, bl. 192-93.
voetnoot(1)
Aldus Monstrelet, chap. 248, en Chastellain, chap. 65. Rymer, IV, Part. III, bl. 194, geeft slechts den tekst van het vonnis door koning Karel uitgebragt den 23sten December 1420, waer ter nauwernood van den Dolfyn gewag wordt gemaekt. Ook heeft men de echtheid der eindelyke sententie van 3 Jan. 1421 in twyfel getrokken; doch zulks doet weinig ter zake, dewyl de Dolfyn zich dan toch voor onterfd en verbannen hield, en sedert handelde alsof hy het werkelyk was.
voetnoot(1)
Zie ons zesde Deel, bl. 562.
voetnoot(2)
Dôle was toen ter tyd de hoofdstad van Franche-Comté. In 1691 werd hare Universiteit overgevoerd naer Besançon.
voetnoot(3)
Zie ons zevende Deel, 368-69.
voetnoot(1)
De Loire, welke, met haren loop van meer dan tweehonderd mylen, Frankryk in twee byna gelyke deelen splitst, was ten allen tyde eene sterke verdedigingslyn van het Zuiden tegen het Noorden. Zie ons vierde Deel, bl. 53, aenteek. 1.
voetnoot(2)
Michelle was te Gent overleden den 8 July van helzelfde jaer.
voetnoot(3)
De Gentenaers, die des hertogs gemalin zeer lief hadden, meenden valschelyk dat zy door eene harer staetsdamen vergeven was geworden, en zouden moorden begaen hebben, indien de hertog er niet ware tusschen gekomen. Zie Meyer, ad ann. 1422. Zie mede Chastellain, chap. 101.
voetnoot(1)
Zie de Chroniques van Monstrelet, chap. 277, en Chastellain, chap. 102.
voetnoot(2)
Karel VI was geboren den 3 December 1368.
voetnoot(3)
Hendrik VI was geboren den 6 December 1421.
voetnoot(1)
Zie Monstrelet, Livre II, chap. 2.
voetnoot(2)
Zie Monstrelet, chap. 4.
voetnoot(3)
Zie Barante, IV, bl. 98.
voetnoot(4)
Bedfords broeder, hertog Humfried van Glocester, was Regent van Engeland voor denzelfden jongen koning. Zie ons zesde Deel, bl. 567.
voetnoot(5)
Deze vorst was zeer onstandvastig in de worsteling van het huis van Burgondië tegen dat van Orleans. Zie Monstrelet, chap. 7.
voetnoot(6)
De magt des hertogs van Brittanje was groot. Zyne heerschappy strekte zich uit over geheel de Westkust van Frankryk, van Nantes af tot aen St Malo, benoorden Rennes.
voetnoot(1)
Zie ons VIde Deel, bl. 570, vlgg.
voetnoot(2)
Zie Monstrelet, chap. 20.
voetnoot(3)
Pont. Heut. getuigt dit, bl. 84-85.
voetnoot(1)
Zie Monstrelet, Liv. II, chap. 59.
voetnoot(2)
Op de Loire, vier mylen in 't zuidoosten van Orleans.
voetnoot(1)
Naem van een stedeken in 't noordwesten van Orleans. Zie Monstrelet, chap. 61.
voetnoot(2)
Zie Monstrelet, chap. 58.
voetnoot(1)
Zie Monstrelet, chap. 64.
voetnoot(2)
Zie den brief door Jeanne d'Arc aen hertog Philip geschreven, by Barante, IV, bl. 259. De origineele oorkonde wordt bewaerd in het archief van Ryssel.
voetnoot(3)
Zie Monstrelet, chap. 67.
voetnoot(4)
Bonne van Artois, getrouwd met onzen hertog den 30 November 1424, was den 17 September van het volgend jaer gestorven.
voetnoot(1)
In het gevolg dier gezanten bevond zich de vermaerde kunstschilder Jan Van Eyck, die toen ter tyd een van Philips kamerdienaers was, en het portret der Infante maekte, om naer Vlaenderen aen den hertog gezonden te worden. Zie het gelyktydig verhael van dit gezantschap, medegedeeld door Gachard, in zyne Collection de documens inédits, II, bl. 63, vlgg.
voetnoot(2)
Philips vertegenwoordiger was heer Jan van Roubaix, zyn raedsman en eerste kamerling.
voetnoot(3)
Isabelle vertrok uit Lisbonne den 8sten October, doch moest uit hoofde van storm en tegenwind meer dan eens in verschillende havens schuilen, en kwam eindelyk aen te Sluis in Vlaenderen op Kersdag 25 December. Zie Gachard, bl. 71, 77 en 80.
voetnoot(4)
Zie Gachard, bl. 82.
voetnoot(5)
Zie aldaer, bl. 85-91. Men vindt ook die feesten wydloopig beschreven in de Mémoires van Jan Lefebvre, heer van Saint-Rémy, die ze bywoonde, in hoedanigheid van 's hertogs raedsman en kanselier. Zie 's mans werk, uitgegeven door Buchon, chap. 155.
voetnoot(1)
Saint-Rémy beweert dat er voor die feesten meer dan 600,000 saluten uitgegeven werden. Zie chap. cit. op 't einde. De saluet was eene gouden munt, ter weerde van 22 stuivers parisis, aldus genaemd, omdat zy de engelsche Groetenis of O.L.V. Boodschap vertoonde. Zie Du Cange.
voetnoot(2)
Zie Reiffenberg, Hist. de l'ordre de la Toison d'or. Brussel, 1830, in-4to, bl. xxiv, vlgg.
voetnoot(3)
Maria en Andreas waren de patroonen van Burgondië. Des hertogs wapenkreet luidde Nostre-Dame Bourgogne en Montjoye Saint-Andrieu. Over dat zonderlinge woord montjoye kan men Reiffenbergs opgaven nagaen, bl. xxix.
voetnoot(1)
Door de brieven van instelling werden er eerst dry en twintig ridders genoemd, wier namen staen by St-Rémy, chap. 167, alsmede by Reiffenberg, bl. xxj. Het jaer daerna werd het getal der Vlies-ridders bepaeld tot 31, hun hoofd, den hertog van Burgondië, medegerekend. Sedert is dat getal nog vermeerderd, en gebragt tot 50, namelyk ten jare 1516, in het achttiende Kapittel der Orde, gehouden te Brussel in den loop der maend January. Zie Reiffenberg, bl. 305, en eene Bulle van Paus Leo X deze vermeerdering toestemmende, by Miraeus, I, bl. 235.
voetnoot(2)
Volgens de Fabelleer vertrok Jason, zoon van Ezon, koning van Iolchos, aen het hoofd der Argonauten naer Colchis, om aen den koning van dat land het gulden-vlies te ontweldigen, dat Phryxus daer gelaten had, en dat bewaerd werd door eenen draek en andere monsters. Op dit Vlies, teeken der eer en des heldenmoeds, zinspeelt de schaepsvacht, welke van onder aen den halsband der ridders afhangt.
voetnoot(1)
In het fransch heeten zy fusils, zynde dubbele vuer-stalen, met de handgrepen ineen gewerkt, [ ], en aen elkander geschakeld door omstraelde of vonken-schietende keijen, om te beteekenen, naer 't schynt, dat wie den hertog aenstiet, hem vuer deed vatten.
voetnoot(2)
Zie St-Rémy, chap. 156, en Reiffenberg, bl. xxj.
voetnoot(3)
De eerste feesten of groote vergaderingen der Orde werden gehouden op den dag van haren beschermheilige Sint Andries, aen het einde van November. Maer uit hoofde der guerheid van dat jaergetyde, werden naderhand de feesten verzet, en gewoonlyk gevierd in Mei, soms ook verder in den zomer.
voetnoot(1)
Naem van een dorp tusschen Aelst en Gent. Zie de Stamtafel van dat edel geslacht by Van Gestel, Hist. Archiep. Mechlin. II, bl. 285, of liever by Miraeus, op het einde van zyn tweede Deel.
voetnoot(2)
Tot lafenis van hun' afgestorven medebroeder, den heer van Massemen.
voetnoot(3)
Deze dry kerkdiensten behoorden, in den regel, tot de feesten of groote vergaderingen der Orde. Den eersten dag droegen de Vliesridders scharlaken mantels en kaproenen; den tweeden dag hadden zy dezelfde kleederdragt, maer in 't zwart; den derden, waren zy in 't wit gekleed.
voetnoot(1)
Gelyk de kanoniken in eene byzondere plaets kapittel houden om, onder anderen, nieuwe leden of beambten te kiezen; en gelyk de klooster-gemeenten dergelyke vergaderingen hebben om de regeltucht te handhaven: zoo werd er ook door de Orde van het Gulden Vlies, eerst jaerlyks, naderhand van tyd tot tyd, feest en kapittel gehouden, by hetwelk men de belangen der broederschap waernam, onderzoek deed naer het gedrag der ridders, berispingen gaf of straffen oplegde aen wie het verdienden, en overging, door den keus, tot vervulling der openstaende plaetsen.
voetnoot(2)
Daer waren inzonderheid dry wandaden, om welke de leden afgezet en uit de Orde moesten gesloten worden: kettery, verraed, en vlugt uit den stryd.
voetnoot(3)
De halsband was en bleef het eigendom der Orde; by moest dagelyks gedragen worden, op straf van vier stuivers boet voor iederen dag van verzuim: maer wanneer de ridder in de wapens was, volstond hy met het Vlies te dragen zonder den halsband. Binnen de dry maenden na de dood eens ridders, waren diens erfgenamen verpligt zynen halsband weêr te zenden aen den Tresorier der Orde.
voetnoot(1)
Deze bydragen waren niet groot. Elke ridder, by zyne intrede in de Orde, moest aen den Tresorier betalen veertig kroonen van 72 in het mark, voor zyne kleedy en kleinooden. Voorts was ieder verpligt, na het afsterven van een' medebroeder, het noodige geld aen den Tresorier te zenden om vyftien missen te doen zingen, en vyftien stuivers aen den arme uit te deelen.
voetnoot(2)
De oorspronkelyke Statuten der Orde, te Ryssel uitgevaerdigd den 27 November 1431, en bestaende uit zestig en eenige artikels, zyn afgedrukt by St-Rémy, chap. 168. Wy zouden ze hier in hun geheel vertaeld en medegedeeld hebben; maer daer werden reeds kort daerna, en sedert meermaels, wyzigingen aen toegebragt, welke eene afzonderlyke verhandeling vorderen zouden.
voetnoot(3)
De Kanselier was doorgaens een geestelyke, bisschop, choordeken of andere hooggetitelde persoon. Hy bewaerde den zegel der Orde, deed onderzoek over het gedrag der Vliesridders, las de stemmen op by den keus van nieuwe leden, verhoorde de rekeningen des Tresoriers, en deed in de vergaderingen de noodig geoordeelde voorstellen. De eerste kanselier was Meester Jan Germain, bisschop van Nevers, en naderhand van Châlons.
voetnoot(1)
De Greffier hield register van alle de reglementen en verordeningen, alsmede van de vrome daden door de ridders verrigt, en van hunne fouten en straffen. De eerste greffier was Jan Hibert.
voetnoot(2)
De Tresorier, behalve de geldkist der Orde, die met der tyd ryk werd, bewaerde de charters, privilegiën, brieven en andere oorkonden, alsmede de kleinooden, reliquieën, kerkgewaden, enz. aen de Orde toebehoorende. Hy had ook in bewaernis de onvergeven of weêrgekomen halsbanden, zoo wel als de kostbare mantels en kaproenen welke de ridders, op de feesten der Orde, gehouden waren te dragen. De eerste tresorier was Wyt Guillebaut.
voetnoot(3)
De Wapenkoning der Orde droeg of verzond de brieven van benoeming en andere aen de Vliesridders, en bragt of ontving hunne antwoorden. Hy berigtte het hoofd of den Groot-Meester der Orde van het afsterven der leden, en had last te vernemen naer de schoone daden en krygsfeiten der ridders, om daer verslag van te doen aen den greffier. In de lykdiensten der Orde stonden, op eenen grooten kandelaer, de waschkeersen der aenwezige ridders met elks wapenschild versierd. Deze moesten hun, een voor een, door Toison d'Or worden aengeboden, wanneer zy ten offere gingen, en vervolgens weder op den kandelaer geplaetst. Zie St-Rémy, chap. 167. De eerste Wapenkoning was Jan Lefebvre, heer van Saint-Rémy, de schryver zelf der meermaels beroepen Mémoires. Zie het Reglement door den hertog gemaekt voor de vier officieren der Orde, aldaer, chap. 169. St-Rémy stierf den 16 Juny 1468. Zie Chastellain, Chroniques des Ducs de Bourgogne, IIIe Partie, chap. 149.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Vaderlandsche historie (11 delen)


landen

  • over België (Wallonië)

  • over Frankrijk

  • over Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)