Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De mooiste liedjes (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van De mooiste liedjes
Afbeelding van De mooiste liedjesToon afbeelding van titelpagina van De mooiste liedjes

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.26 MB)

Scans (20.78 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Editeurs

Lies Pelger

Renée Waale



Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De mooiste liedjes

(1980)–Louis Davids–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 86]
[p. 86]

Liedje bij de wieg

 
Mijn lieve vent, als ik jou zo zie slapen,
 
Zo heerlijk rustig op jouw peluwtje van dons,
 
Dan moet ik dikwijls denken aan de stakkers
 
Die het zo veel minder hebben, schat, dan jij bij ons.
 
Dan zie ik ze voor me, met hun bleke snuitjes,
 
Dan zie ik ze voor me, met een ingevallen mond,
 
En ook hun bedje zie ik in gedachten,
 
Wat vuile lompen op een koude harde grond.
 
 
 
Ze dragen nooit, als jij, een wit hansopje.
 
Ze hebben menigmaal geen hempje aan hun lijf.
 
Ze horen nooit een vriendelijk wiegeliedje.
 
Hun oogjes sluiten bij gemor en bij gekijf.
 
En als ze dromen is het van de slagen
 
En van de snauwen die ze kregen overdag,
 
En o zo zelden speelt er om hun lippen,
 
Wanneer ze slapen, eens een glimpje van een lach.
 
 
 
Ze komen 's morgens uit de nauwe sloppen,
 
Waar nooit een sprankje van een zonnestraaltje valt.
 
Ze kijken angstig om naar het gore krotje,
 
Waar vader dreigend achter hen zijn vuisten balt.
 
En op hun zwakke krom gegroeide beentjes
 
Gaan ze de hele dag weer schuren langs de straat
 
En in hun lege, hongerige maagjes
 
Komt het afval, dat een hond nog liggen laat.
[pagina 87]
[p. 87]
 
Mijn lieve vent, als ik jou zo zie slapen,
 
Zo heerlijk rustig, in je mollig warme bed,
 
Dan wordt er dikwijls naast jou blozend snuitje
 
Opeens een beeldje van zo'n schooiertje gezet,
 
En dan voel ik het opeens zo heftig,
 
Dat er een onrecht is in onze maatschappij,
 
Want is zo'n arme, kleine bleke schooier,
 
Niet ook een mensenkind, onschuldig zo als jij?
 
 
 
En ben je later eenmaal man geworden,
 
Kijk dan maar nooit minachtend op een schooier neer,
 
Maar vindt in het steunen en het troosten der misdeelden
 
Je mooiste levensdoel, mijn schat, je grootste eer.
 
En wil een schooier je zijn hand soms reiken,
 
Let op zijn hart, kind en kijk niet naar zijn kledij,
 
Want dikwijls vind je in de fijnste kleren,
 
De grootste schooiers juist in onze maatschappij.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken