Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 2. Gedichten (1985)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 2. Gedichten
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 2. GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 2. Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.77 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Editeur

J.J. Oversteegen



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
non-fictie/koloniën-reizen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 2. Gedichten

(1985)–Cola Debrot–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 92]
[p. 92]

Klaaglied voor een meisje

 
O meisje tussen de rozen
 
O meisje in de vlucht van duiven
 
O bolwerk van schoonheid tussen de vissen en
 
de rozenstruiken
 
Wat is je ziel anders dan een fles ziedend zout
 
Wat is je huid anders dan de vage geur van druiven
 
en de klank van verre kerkklokken.
 
 
 
Ongelukkigerwijs heb ik niet anders te bieden
 
dan mijn afgeknipte nagels
 
mijn verdrietige wimpers
 
mijn muziekinstrumenten die de muziek niet
 
overleven
 
de dromen van mijn hart op drift
 
dromen van werelden die ineenstorten
 
van ruiters die voortijlen naar de horizon
 
ruiters of jockeys in het zwart
 
dromen van een pijnlijke hurry en worry
 
dromen van haast en rampspoed.
 
 
 
Hoe anders kan ik van je houden
 
dan met diepe kussen en duistere papavers,
 
met veldbloemen bevochtigd door de regen
 
met mijn blik gericht op de paarden,
 
die zienderogen tot as verbleken
 
of op de honden om ons heen die steeds meer een
 
gele kleur aannemen.
 
 
 
Hoe anders kan ik van je houden
 
dan met een vreemde golfslag tussen mijn schouderbladen
 
temidden van de onrust van zwavel en klotsend
 
water.
[pagina 93]
[p. 93]
 
Ik kan niet anders dan tegen de stroom inzwemmen.
 
Voorbij de kerkhoven die deinen op onbekende
 
stromen.
 
Voorbij de weemoed van waterweiden op de kalk
 
van de graftomben.
 
Ik raak verward tussen de dode harten.
 
Ik raak verward tussen de gemiste kansen
 
van kinderen die niet begraven werden.
 
De dood heeft zich diep in mijn leven ingedrongen.
 
De dood heeft zich diep in mijn leven ingezogen.
 
Diep in de verlatenheid van mijn hartstochten.
 
Diep in de hulpeloosheid van mijn kussen.
 
Mijn hoofd is onderworpen aan de stroom van het
 
water.
 
Mijn hoofd met haarlokken die alsmaar aangroeien
 
die steeds meer sluik worden, steeds droefgeestiger.
 
Water voortstromend met de gestadigheid van
 
onzichtbare tijdmeters.
 
 
 
Water met nachtelijke stem, met de stem
 
van vogels in de regen, met de schaduw
 
van vleugels die niet langer mijn huivrend lichaam
 
beschermen.
 
 
 
Ik sta mij hier maar aan te kleden,
 
ik sta mij hier maar te bekijken,
 
ik sta mij hier maar te bestuderen
 
voor de spiegel en het vensterglas,
 
maar tegelijk hoor ik,
 
ik hoor het steeds duidelijker,
 
hoe iemand ergens in de verte
 
in tranen losbarst
 
in snikken losbarst
 
en mijn naam roept
 
met een droevige stem geërodeerd door het lange
 
tijdsverloop.
[pagina 94]
[p. 94]
 
Ik zie hoe je daar staat,
 
recht op je voeten en je benen.
 
Ik zie hoe je daar staat
 
met je glanzende tanden in het zich herhalend
 
weerlicht.
 
Wat kun je anders doen
 
dan mijn muizenissen uitwissen.
 
Wat kun je anders doen
 
dan de legers van termieten tenietdoen.
 
Je staat daar midden in het leven,
 
met de bijen, de tranenverwekkende uien,
 
het abc-boek van de beginneling.
 
Je bent een en al glans, groen en blauw, als het
 
scherp van het zwaard.
 
 
 
Je staat een en al op trillen, als een rivier,
 
in afwachting van de naderende aanrakingen.
 
Laat mij niet alleen. Kom bij mij,
 
zoals ik hier sta, mijn ziel in het wit gehuld.
 
Ik verwacht je. Je bent een tak bloedrode rozen
 
of een kelk van as en schuim.
 
Ik verwacht je met je stugheid van het paard
 
en je blozen zoals ook appels dat doen.
 
Ik verwacht je. Je treedt bij mij binnen in een
 
duistere zaal
 
met een verbrijzelde kandelaber
 
met verbogen stoelen voor de naderende winter
 
en op het tapijt een kortgeleden bezweken duif,
 
met een bandje en een nummer om de hals.
(naar het Spaans van Pablo Neruda)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken