Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 7. Toneel (1989)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 7. Toneel
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 7. ToneelToon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 7. Toneel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.84 MB)

XML (0.73 MB)

tekstbestand






Editeur

Pierre H. Dubois



Genre

drama
non-fictie

Subgenre

verzameld werk
non-fictie/koloniƫn-reizen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 7. Toneel

(1989)–Cola Debrot–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 33]
[p. 33]

Derde bedrijf

Midden op het overigens lege toneel een hoog kamerscherm, met enorme pauwe-ogen. De Oplichter en het Meisje hollen om het scherm, krijgertje spelend.
oplichter

Pas op, meisje, of ik pak je.

meisje

Nee, zo gauw krijg je mij niet.

oplichter

Wanneer wij zo tegenover elkaar staan, moeten wij elkaar in de ogen kijken, het geeft een prikkelend gevoel.

meisje

Wat een malle kunsten. Wat hebben de mensen eraan ons op en neer te zien hollen dat de planken ervan rammelen.

oplichter

Nou goed. Laten we dan even achter de coulissen gaan.

meisje

Nee, dat doe ik niet. Na een enkele flauwe kus op mijn voorhoofd is het voor jou al gedaan. Dan lig je maar de ene sigaret na de andere op te puffen. Met je glazige ogen op het plafond gericht. Begrijp je niet dat dat voor mij een vreselijk uitzicht is?

oplichter

Wat wil je dan?

meisje

De mensen hebben niets aan ons. Veel liever zouden zij nu eens kennis maken met mevrouw Van Kamme. Het publiek brult om mevrouw Van Kamme. Een brullend publiek, ook een vreselijk uitzicht, niet?

oplichter

Je hebt gelijk. Wij onthullen dus mevrouw Van Kamme.

(Hij wil het scherm wegnemen, maar het Meisje houdt hem tegen)

meisje

Neen nog niet. Vertel mij eerst, begrijp je iets van mevrouw Van Kamme? Een raar mens. Ze wil de mensen laten denken dat er heel wat bij haar te doen is, terwijl er niets bij haar te doen is.

[pagina 34]
[p. 34]
oplichter

Dan zit ze ook nog op de tribune, doodsbleek.

meisje

In de passende japon. Hoe rijm je dat?

oplichter

Laat me nou even nadenken en kijk mij niet zo afschuwelijk zinnelijk aan.

meisje

Ik jou zinnelijk aankijken?!

oplichter

Ik heb het.

meisje

Wat dan?

oplichter

Het geheim van mevrouw Van Kamme.

meisje

(tot het publiek)
Luistert, dames en heren, het geheim ...

oplichter

Neen, mevrouw Van Kamme moet maar zelf zeggen of ik goed geraden heb al dan niet.

(Het scherm wordt opzij geschoven. Men ziet een enorme schemerlamp met een grote zwarte ijzeren mot aan een dik stuk staaldraad. Mevrouw Van Kamme zit onder de schemerlamp op kussens, aan haar voeten zit de Volgeling)
oplichter

Mag ik u even in de rede vallen? Het gaat om een aardigheid. Maar voor mij zijn alleen aardigheden van gewicht.

mevrouw van kamme

Zeker, mijnheer met het knappe uiterlijk. Dat onderbreekt tenminste de stortvloed van woorden, waarmee de Volgeling mij aan het verstand wil brengen dat hij officier Versteeke tenslotte toch nog heeft vermoord.

oplichter

Is het nog niet uit met die vervelende Officier?

mevrouw van kamme

Ja, merkwaardig de rol die de dood speelt in jonge hersenen. Reeds de kleine ongemakken worden in de Sturm und Drang gekarakteriseerd als terechtstelling en moord. Neem nu bijvoorbeeld die jongen Hans Versteeke. Eerst zou hij terechtgesteld worden. En nog wel met knuppelslagen! Welzeker een fraaie boel. Dat ging dan ook niet door. Wel moest hij zijn ziel kwijt, of dat doorging is mij onbekend. In ieder geval zag ik hem paardrijden in het park met zijn onbezielde Eliza. Voorlopig leefde dus zijn lichaam nog. Nu zit hier zijn Volgeling mij half grienend te vertellen dat hij Versteeke zou hebben omgebracht. Naar hij zegt op een stille gracht.

oplichter

Ach mevrouw, die Volgeling is niet goed wijs.

[pagina 35]
[p. 35]
mevrouw van kamme

Vandaar ook dat ik mij met hem occupeer, aan u bijvoorbeeld zou ik weinig plezier beleven.

oplichter

Ik kwam ook niet om een aanzoek te doen, mevrouw, ik zal mijn liefde en mijn ontelbare sigaretten voorlopig maar in de buurt van dit deerntje verbruiken. Zij heet Annie. Nou Annie, geef eens een poot ...

meisje

Doe niet zo gek, anders vertel ik dat je al drie keer gezeten hebt.

mevrouw van kamme

Dierbare Oplichter, ik vind u inderdaad charmant.

volgeling

Myra, waarom stuur je die mensen niet weg?

oplichter

Weest u niet bevreesd. Wij vertrekken zo. Ik wil u nog alleen maar vragen of ik een juiste analuuze, let wel ik zeg niet: anna lize maar analuuze, van uw psuugee, let wel niet psiegee, heb gemaakt.

meisje

Hoort u wel, daar schept hij mee op. Met zijn gevangenis-geleerdheid.

oplichter

Driemaal zitten. Voor rijwielplaatjes. Daar draai ik mijn hand niet voor om. Daar schaam ik mij ook niet voor.

mevrouw van kamme

Dat hoeft ook heus niet, mijnheer. Een analyse van mij, dat lijkt mij aller-alleraardigst.

oplichter

Neen mevrouw: boeiend, boeiend is het juiste woord.

mevrouw van kamme

Dat hangt ervan af.

oplichter

Mevrouw, ik beschikte in dit geval niet over een volledige gevangenisbibliotheek. Ik moest uitsluitend bij mijn ervaringen en mijn parate kennis te rade gaan. Ik was eens chauffeur. Bij een sjieke familie wel te verstaan. Ik had eens verkering met een keukenmeid op het Museumplein. Van liefde en sjieke mensen en zo, let wel: en zo, heb ik dus wel enige kaas gevroten.

meisje

Ja mevrouw, het is een echte souteneur, hij vreet je het brood uit de mond.

mevrouw van kamme

Nu meisje, als je je niet weet te gedragen, moet je maar fluks ophoepelen.

oplichter

(tot het Meisje)
Hoor je 't
(tot mevrouw Van Kamme)
En ik beschikte maar over zeer karige gegevens.

[pagina 36]
[p. 36]
volgeling

(brommerig)
Waarom stuur je dat stuk patjepeeër niet weg?

mevrouw van kamme

Dat stuk patjepeeër, mijn waarde, is heel wat amusanter dan vele Volgelingen.

oplichter

Dank u, mevrouw. De karige gegevens waren dan dat u doodsbleek in de passende japon op de tribune zat. Deze woorden zijn nog van... hem

(hij wijst naar de Volgeling)

volgeling

(mompelend)
Schoelje.

oplichter

En verder dat u het voor de mensen wil laten voorkomen of er veel bij u te doen is, terwijl er niets bij u te doen is. Deze woorden waren weer van... hem

(wijzend naar de Volgeling)

mevrouw van kamme

Niet al te grappig willen zijn, Oplichter, anders overschrijdt u licht de grenzen der welvoeglijkheid.

oplichter

Ik bied u mijn verontschuldigingen aan.

mevrouw van kamme

Dewelke zijn geaccepteerd. Wat een bekoorlijk boefje is u eigenlijk.

oplichter

Ik zou bij mevrouw geen aanzoek durven doen.

mevrouw van kamme

Wie weet, wie weet. Misschien dat u dan nog zou kunnen zingen van de man uit de Jordaan heeft een mevrouw Van Kamme opgedaan.

oplichter

Nou dan zal ik mijn beste beentje voorzetten. Mijn conclusie was, mevrouw, dat u een lieve en hartelijke vrouw bent.

mevrouw van kamme

Wat een flater, Oplichter, wat een flater!

oplichter

Neen, neen. Ik weet wel beter. Ik heb u door. Ik ken u door en door. U is veertig jaar. Daaromtrent. Let u wel: daaromtrent. U laat ze maar aan uw ringen spelen. En het zijn zulke stommeriken, mevrouw, geen turkoois van een topaas onderscheiden kunnen ze. Neen mevrouw, kijkt u niet bezorgd, ringen jatten doe ik niet. Zij draaien aan uw ringen als een zeeman aan zijn stuurwiel in een zee berucht om haar woeligheden.

mevrouw van kamme

Zeer juist, Oplichter. De zee is de Sturm und Drang.

[pagina 37]
[p. 37]
oplichter

Pardon, mevrouw: de Golf van Biscaye.

mevrouw van kamme

Enfin, daar praten we nog weleens over.

oplichter

Mag ik enige hoop koesteren, al doe ik ook geen aanzoek?

mevrouw van kamme

Schiet op, man. Eerst je analuuze.

oplichter

Zij draaien maar aan het stuurwiel. U daarentegen kijkt neer op hun krullebol. U peinst: Ik ben tien jaren ouder, ik telde vanmorgen voor de spiegel zeven grijze haren en sommige rimpels kan ik ook met massage en plastische operatie niet geheel meer wegwerken.

mevrouw van kamme

Blijf asjeblieft complimenteus, lieverd, het is al erg genoeg.

oplichter

Ik spreek objectief, mevrouw. Dat gebiedt de wetenschap. En zegt u nou zelf: is ouderdom niet aantrekkelijker dan de jeugd? Kijkt u eens naar zo'n jonge meid.

(Hij trekt Annies lip op, zodat de tanden zichtbaar zijn)
Een goede bek met tanden. Ze wil niet geloven, dat onze kiezen eigenlijk molaren heten... En dan zo'n zacht vel... Maar zegt u nou eens zelf: wat heb je er in godsnaam aan? Het hangt je de keel uit, je gaat naar het plafond liggen staren.

mevrouw van kamme

Oplichter, Oplichter, nu moet je niet al je kennis in enen willen luchten. Zo komen wij niet verder. Ook verspeel je zo mijn vriendschap.

oplichter

Nou, ik hou u aan uw woord.

mevrouw van kamme

Weet je dan niet dat in de liefde beloften niet tellen?

oplichter

Dat was weer zo'n flater van mij. Mij ontbreekt de academische opleiding, kortom de Alma Mater.

mevrouw van kamme

Maar nu schiet op, beste man, met de analyse, de tijd is beperkt, de Volgeling heeft mij nog een boel van moord en doodslag mee te delen.

volgeling

Spot niet, Myra, zeker niet in bijzijn van het ergste schorriemorrie.

(Allen lachen onverwacht hartelijk)

oplichter

U hoort dan zo de levensmoede dromen van de

[pagina 38]
[p. 38]

krullebollen aan en weet niet of uw weemoed, uw spleen, uw blues, uw melancholie de dood betreft die zich langzaam in uw eigen haren en rimpels aftekent, danwel de dood die in de vorm van levensmoede malligheden zich voor de eerste maal aankondigt in de hersenen van jeugdige krullebollen.

mevrouw van kamme

Dat is juist, Oplichter, wij tekenden allen de huwelijksakte met de dood.

oplichter

Ik persoonlijk ben necrofiel als sommige zenuwachtige koningen en enkele bekwame diplomaten.

mevrouw van kamme

Geen vieze grappen asjeblieft.

oplichter

Vandaar dat u zoveel gelegen is aan uw doodsbleke verschijning in het openbaar. De mens wil nu eenmaal dat zijn uiterlijk het beeld zij van zijn innerlijk... Onder ons gezegd, mevrouwtje, u en ik, wij zijn rare snuiters. De mensen begrijpen ons niet.

mevrouw van kamme

Mij begrijpen ze maar al te goed.

oplichter

Ja, ze spreken zoveel kwaad van u, dat er wel enige waarheid onder schuilen zal. Niet alleen de weemoed speelt een rol bij uw verboden omgang met onvolwassen luitenants. Neen, ik heb u door. Ik ken u door en door! Diep in u wordt ook... de vrouw beroerd.

mevrouw van kamme

(het hoofd lachend naar achter werpend)
Juist, Oplichter, laten wij het zo maar noemen en weer vlug over deze beroering heenstappen. Ik maak u mijn compliment, de analyse was uitstekend. Geeft u mij nu weer over aan de heel wat minder snuggere Volgeling. Au revoir, dierbaar boefje.

oplichter

Al heb ik dan ook geen aanzoek gedaan, mag ik toch enige hoop koesteren, zalige mevrouw?

(Mevrouw Van Kamme lacht luid, het hoofd naar achter werpend, totdat de Oplichter en het Meisje van het toneel verdwenen zijn)

mevrouw van kamme

Nu, daar zijn wij weer alleen, mijn sombere vriend. Je hebt het natuurlijk beneden je waardigheid geacht te luisteren. Veel wijsheid heb je aldus aan je voorbij laten gaan.

volgeling

Zo'n oplichter...

[pagina 39]
[p. 39]
mevrouw van kamme

De wijze wordt niet geëerd...

volgeling

Mij voor pietsnot laten zitten om het oor te lenen aan de fielt!

mevrouw van kamme

Niettemin is het deze fielt, en niemand! anders, die je in je benarde omstandigheden helpen zal. Heb je niet gezegd dat je je vriend Versteeke had omgebracht, en wel in een stille rimpelloze gracht, om met zijn grote waarheid een nieuw rijk te stichten, waarin de zon ook alweer niet ondergaat.

volgeling

Ik heb nooit geweten dat mij tenslotte na de moord de moed in de schoenen zinken zou. Het is ongelooflijk zo sterk als ik afgeleid word door de gedachte aan mijn dode vriend. Een moord, Myra, wel potverdikkie, dat is iets vreselijks, al denken sommige mensen er tegenwoordig nogal licht over.

mevrouw van kamme

De Oplichter heeft mij zojuist beloofd het nieuwe rijk voor je te stichten. Daar komt trouwens, zoals je weet, altijd een oplichter bij te pas. De volgeling gaat immers altijd diep gebukt onder de onmenselijke moord op zijn in de grond zo goedhartige en vriendelijke voorganger. Als volgeling krijg je dan ook al gauw iets stars en kinds. Op dat ogenblik ben je ook juist bizonder geschikt voor heerser.

volgeling

Nee maar, daar kijk ik van op. Heeft de Oplichter je beloofd dat hij de oprichting van het nieuwe rijk op zich zou nemen? Daar kijk ik van op, waarde Myra.

(De Volgeling wordt zienderogen levendiger)
Daar kijk ik van op. Of lieg je mij maar wat voor? Want ik heb er niets van gehoord. Ik heb alleen maar gehoord dat hij zeurde over Annelies of Anna Liza. Waarschijnlijk bedoelde hij de Mona Liza. Enfin, je kunt zo'n onbeschaafde donder zo'n kleine vergissing niet kwalijk nemen.

mevrouw van kamme

Je bent nooit bizonder scherpzinnig geweest, maar na de moord verminderen je geestvermogens zienderogen. Gesproken heeft de Oplichter natuurlijk alleen over Anna Liza of Mona Liza of zoiets dergelijks. Maar de woorden die worden uitgesproken, zijn niet de belangrijke. Het zijn de woorden die verzwegen

[pagina 40]
[p. 40]

worden, waarnaar wij met gespannen aandacht moeten luisteren.

volgeling

(de vinger in de lucht of hem een licht opgaat)
Juist, juist, Myraatje, die boef heeft je dus een stilzwijgende belofte gedaan. Hij heeft je de stilzwijgende belofte gedaan het Nieuwe Rijk van de ouwetomaten voor mij op te richten. Maar dat is subliem, kind. Ik kan nu wel mijn handen in onschuld wassen. Geef mij een waskom als je die bij de hand hebt. Nee maar, dat is prachtig. Niettegenstaande mijn gedruktheid vanwege die afschuwelijke moord komt dus alles toch nog voor de bakker. Neen maar Myra, kom laten we gaan. Daar moet ik een borrel op pakken. Neen, ik moet mijn handen in onschuld wassen! Of kortom, ik moet mijn handen wassen. Ik zal ook een schoon boordje omdoen. Ik zal mij kortom verschonen. Schone sokken. Schoon ondergoed. Ik moet piekfijn in het Nieuwe Rijk verschijnen.

(Gearmd wandelen mevrouw Van Kamme en de Volgeling het toneel af, slepend langzaam)
mevrouw van kamme

(vlak voordat zij van het toneel verdwijnen)
Ik zal hem wel mores leren ...

(Nauwelijks zijn mevrouw Van Kamme en de Volgeling het toneel af of met veel lawaai verschijnen de Anarchist, de Stepdanser en de Invalide, die timmermans- en metselaarsgereedschappen en tevens enige bakken met steen bij zich dragen)
anarchist

Wij zullen de bevelen van de Oplichter stipt opvolgen. Iedereen moet tenslotte wijs worden. ‘Wie met achttien geen socialist is, heeft geen hart; wie met veertig nog altijd socialist is, heeft geen brein.’ Dat zijn de woorden van een groot staatsman. Letten jullie er dus wel op. Wij zullen wel degelijk een nieuw rijk oprichten, maar ons tevens stipt houden aan de bevelen van de Oplichter.

invalide

Ik begrijp niets van jouw koeterwaals. Dat is makkelijk gezegd, een nieuw rijk oprichten. Maar hoe moet dat nou? Zal ik je wat zeggen, Stepdansertje, we zitten lelijk met onze handen in het haar.

[pagina 41]
[p. 41]
stepdanser

Zal ik dan maar een aardig dansje ten beste geven?

invalide

Ja, doe dat maar, dan ga ik met de pet rond voor het Nieuwe Rijk.

anarchist

Wat weten julie ervan hoe een rijk, laat staan een nieuw rijk, wordt opgebouwd.

invalide

Ben je dan zoveel als de majordomus van het Nieuwe Rijk?

anarchist

Neen, want in het eerste begin van een Nieuw Rijk behoort niemand te weten wie hij is of wat hij doet.

stepdanser

Maar ik wil niet met die kist met stenen in mijn handen blijven staan.

anarchist

In het begin worden overal stukjes muur opgezet. Die kan men later gebruiken zonder dat men nu al dadelijk behoeft te weten waar zij later toe dienen zullen.

(De drie beginnen muurtjes te bouwen op het podium)

stepdanser

Dit wordt misschien later de schouwburg, waar ik toegejuicht zal worden vanwege een paar nieuwe danspassen, die ik aan het instuderen ben.

invalide

Dit wordt misschien het ouwemannenhuis, waar ik mijn laatste dagen zal slijten. Ik zal de muren extra dik maken. Tegen de kou, begrijpen jullie? Ja, tegen de kou. Als ik het maar warm heb op mijn oude dag, een andere wens heb ik niet.

anarchist

Dit is misschien de gevangenis, waar ik later opgehangen word. Ik heb altijd angst opgehangen te worden. Daarom misschien heb ik de Officier verraden.

invalide

O zo ... Nou maar we moeten de muurtjes niet te hoog maken.

anarchist

(een sigaret opstekend, terwijl hij het werk staakt en slechts toeziet)
Neen, zeker niet te hoog maken. Of wel te hoog maken. Het is allemaal eender. Ik steek de laatste tijd nog weleens een sigaretje op, dat smaakt helemaal nog zo gek niet.
(Op zijn vingers aftellend)
Ik ken al de Miss Blanche, de North State, ik heb me laatst zelfs aan een Kyriazi vergrepen als aan een Arabische vrouw.

oplichter

(snel opkomend, met een zweep)
Wat is dit hier voor een warboel?

[pagina 42]
[p. 42]
invalide

Wij bouwen kleine muurtjes.

oplichter

Willen jullie wel eens gauw ophouden met zulke onzin.

(Hij schopt de muurtjes omver)
Nu wordt er ernstig gewerkt. Het Nieuwe Rijk wordt niet opgebouwd, maar uit de grond gestampt!

invalide

Mijnheer de Oplichter, de Anarchist is niet gewend aan handenarbeid, ik zal wel voor hem werken.

oplichter

Wat voor schurkachtigheid steekt dáár nu weer achter?! De Anarchist zal evenzeer handenarbeid verrichten. De zweepslagen zullen vooral op zijn rug neerkomen. De laatste resten van een opstandige geest moeten eruit! Nu aan het werk voor de inwijding van het Nieuwe Rijk. Drie zetels rechts, een voor de Volgeling, een voor mevrouw Van Kamme en een voor de Oplichter.

(Arbeider, Invalide en Anarchist komen aandragen met de zetels)
Die schemerlamp met de ouwe mot eruit! En nu drie taboeretten links, een voor de Invalide, een voor de Anarchist, een voor de Stepdanser! Een katheder op de achtergrond voor de Professor! Een perstribune voor de Journalist. En nu rest nog de sarcofaag voor de martelaar Versteeke. De sarcofaag moet in het midden geplaatst worden.
(Alle bevelen van de Oplichter worden prompt opgevolgd, maar bij het laatste bevel wordt geaarzeld)

stepdanser

Hoe groot moet die doodkist zijn, mijnheer?

oplichter

Wat voor doodkist? Een sarcofaag is het, begrijp je? Geen doodkist, begrijp je? Maar daar zeg je me wat. Hoe groot moet die doodkist zijn? Ik mag wel doodkist zeggen, maar jullie moeten spreken van sarcofaag. Ja, maar daar zeg je me wat! Hoe groot moet het ding zijn. Voor mijn part spreken jullie ook maar van doodkist, wij leven in een vrij land, wij vallen niet over een woord.

(Luid schreeuwend)
Myra!
(Na een stilte nogmaals)
Myra!

stem van myra van kamme

(van achter de coulissen)
Ja wat wil je, schat?

oplichter

(nog steeds luid schreeuwend)
Hoe groot was de knul? Hoe lang was Versteeke?

stem van myra

Ik zal het in mijn aantekenboekje nakijken, wacht even!

[pagina 43]
[p. 43]
invalide

Ja, dat is heel verstandig, dat we de juiste maat nemen. Anders zouden de mensen ons niet geloven. De mensen, mijnheer, dat is zulk tuig!

oplichter

Wat zeg je, Invalide? Neen, de mensen zijn helemaal geen tuig, wij zijn tuig, dat weten de mensen heel goed. Of ze weten het niet. Het laat mij trouwens koud. Wel potverdikkie, krijg ik nou de maat of niet?

(Luid)
Myra van je Kan mij.

stem van myra

Een meter zeventig ...

oplichter

Laten we dan maar een meter vijfenzeventig nemen.

(De doodkist wordt gehaald en midden op het toneel geplaatst)
Eindelijk zijn we klaar. Ik dacht niet dat je nog zoveel last zou hebben van een dode. Toch was het een goede gedachte van de Stepdanser: de maat! Gaan jullie je nu verkleden. Denk eraan: glimmende bruine schoenen aan en brillantine in je haar. De kleren doen er niet toe, een echte gentleman is trouwens nooit goed gekleed. Het gaat om je haren en je schoenen.

invalide

Komt de martelaar dan niet in de kist?

oplichter

Je denkt zeker dat wij het niet druk genoeg hebben. We moeten zeker ook nog de rivieren gaan afdreggen. De Volgeling heeft hem ergens in het water gestoten. Of wisten jullie het niet? Dan weten jullie het bij dezen. Jullie moeten je vertrouwen in mij stellen en niet in de Volgeling. Een fijne jongen: mensen in het water stoten!

anarchist

Moet er dan niet een zindelijke lijkenwa of een nieuwe vlag over de kist?

oplichter

Een nieuwe vlag, een nieuwe vlag ... Daar zeg je me wat ...! Een nieuwe vlag ... Dat verwachten ze allemaal natuurlijk: een nieuwe vlag. En juist daarom niet doen. Geen vlag nodig. De kist gaat dicht. Potdicht.

(Kist dichtgeklapt)
Nu jullie je gaan verkleden!

invalide

Moet er dan geen pastoor bij zo'n kist, mijnheer?

oplichter

Daar zeg je een verstandig woord, vrind.

(Luid)
Myra!

stem van myra

Wat is er?

oplichter

Zullen we een pastoor of een dominee nemen?

[pagina 44]
[p. 44]

Ik bedoel voor die doodkist.

(En nadat er even stilte heeft geheerst, donderend luid)
Voor die doodkist!! Nu zul je mij toch wel verstaan, niet? Anders moet je wat minder luisteren naar woorden die verzwegen worden.

stem van myra

Neem maar een pastoor! Die hebben meer gevoel voor ceremonie! Geef hem niet te veel bier! Anders wordt het een dolle historie!

oplichter

Jullie hebben het gehoord. Alles wordt hier zo maar van de daken af geschreeuwd! Gevoel voor discretie heeft niemand meer! Dus een bidstoel voor de pastoor!

(Het bevel wordt gehoorzaamd, waarna zij allen het toneel verlaten, behalve de Oplichter die nadenkend en langzaam enige malen over het toneel heen en weer loopt)
oplichter

(alleen op het toneel)
Die Volgeling moet ik een loer draaien.
(Langzaam af)

(Nu komt de Pastoor binnen, knielt neer op de bidstoel, waar hij zijn brevier begint te bidden. Nonnen komen binnen met kaarsen, plaatsen ze om de sarcofaag, en verdwijnen, behalve een enkele non die bij de doodkist blijft kruisen slaan)
pastoor

Kom zuster Eulalia, een beetje opschieten. Dadelijk komen de dames en heren. Die zijn niets voor jou. Je zou van ze schrikken.

(Ook de laatste non verdwijnt)

pastoor

Wat dat nonneke bezielt, mag Joost weten! Ik zou weleens een potteke bier willen drinken met de vrijdenkers. Dat moeten vreemde snuiters zijn met opmerkingen waar men aangenaam van rilt. Ik zou ze op mijn beurt ook heel wat kunnen vertellen. Zo over zuster Eulalia. Van doden is zij niet weg te slaan. Zo'n raar nonneke. In de biecht is ze niet veel soeps.

journalist

(die binnen komt snellen in zichtbaar verwilderde staat en direct op de doodkist afloopt)
Ligt hier iemand in de doodkist? Ik moet het weten voor de ochtendeditie. De krant wordt over een half uur gedrukt!

pastoor

Als verslaggever behoorde u beter op de hoogte te zijn. Daar ligt natuurlijk de martelaar.

journalist

Waarom klinkt die kist dan zo hol?

[pagina 45]
[p. 45]
pastoor

U is klaarblijkelijk geen theoloog, anders zou u weten dat martelaars hol klinken.

(De anderen komen nu binnen en nemen de voor hen bestemde plaats in. Eerst de Invalide, de Stepdanser en de Anarchist. Gevolgd door de Volgeling, Myra en de Oplichter)
journalist

Weet u volkomen zeker dat hier iemand in ligt!

oplichter

Wat voor wanordelijkheid moet ik in uw gedragingen vaststellen? Weet u niet waar uw plaats is? Vragen moet u ook niet stellen. Dat doen alleen intellectuelen.

journalist

Dan ga ik maar weer naar die perstribune, waar ik sinds het begin van de wereld zit ... Mijn vogel is mij uit de hand gevlogen ... Holle kisten zitten vol martelaars ... Wat een vreselijke martelaars ... Hol klinkende ... Juist de volste vaten klinken tegenwoordig het holst.

(Iedereen heeft nu zijn plaats ingenomen)
myra

(tot de Oplichter)
Denk eraan, klokslag twaalf begint onze wilde amourette.

oplichter

Mens, spreek niet zo luid, de Volgeling zou het horen. Een fijne jongen, mensen in het water stoten!

myra

Vrees niet, hij bestaat niet meer, tot voor kort dacht hij nog aan zijn moord, nu is hij niets dan een officieel persoon, met lintjes op zijn borst, met zenuwtrekkingen op zijn wang.

oplichter

Ja ja ... met een stijve boord.

myra

En die zijn hoofd keren noch draaien kan. Een vreselijke vent eigenlijk.

oplichter

Wij zullen hem wel krijgen. We zullen hem wel klein krijgen. Hoe zal ik je voortaan noemen? Of zal ik je voortaan alleen maar een beetje knijpen? Of zal ik je voortaan noemen Lady Macbeth? Of Russische Catharina?

(Myra lacht luidop)

journalist

Wordt er gelachen om die holle kist?

oplichter

Ik waarschouw jou, dat wij geen wanordelijkheden zullen dulden.

professor

(met de hand tot stilte manend)
Het slot be-

[pagina 46]
[p. 46]

vestigt mijn voorspelling. Ik weet trouwens alles. Een belangrijke waarheid moet door de volgeling gaan, opdat alles blijve als vanouds. Ik weet alles.

allen

Leve de Volgeling! Leve Myra! Leve de Oplichter! Ja leve de Oplichter! Leve de Automaten!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken