Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Lof der geldsucht, ofte Vervolg der rym-oeffeningen (1702)

Informatie terzijde

Titelpagina van Lof der geldsucht, ofte Vervolg der rym-oeffeningen
Afbeelding van Lof der geldsucht, ofte Vervolg der rym-oeffeningenToon afbeelding van titelpagina van Lof der geldsucht, ofte Vervolg der rym-oeffeningen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.10 MB)

Scans (37.56 MB)

ebook (2.96 MB)

XML (0.49 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Lof der geldsucht, ofte Vervolg der rym-oeffeningen

(1702)–Jeremias de Decker–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Op 't graf van Mijns Swagers Soontjen Willem Verjannen,
Al etende en krijtende gebleven.

 
MOest dan of brock of kinderlijck geschrey,
 
Of liever alle bey
 
U, jonge Bloem, den gorgel als verstricken,
 
En sittende versticken?
 
'T is over 't Jaer, dat ghy wierd afgepluckt,
 
En in het graf gedruckt;
 
En noch helaes! noch klinckt my door 't gedachte
 
De kreet, waer aen ghysmachte;
[pagina 20]
[p. 20]
 
Noch vloekt mijn ziel die bittre bete brood,
 
Die u den aemtocht sloot;
 
Noch ken mijn hert dat deerlijck middag eten
 
Verswelgen noch vergeten.
 
Ick liet u frisch, gesond en welgedaen,
 
En staende voets daer aen
 
Vond ick u wech, en onder 's moeders kermen
 
Verstickt op 's vaders ermen.
 
Uw' kleene mond, die stracx noch voor dien slag
 
My toe wierp eenen lach,
 
Bevon ick Paersch, geswollen, neergesoncken
 
En als in schuym verdroncken,
 
Uw' kaken, stracx besprengt van levend root,
 
Soo koud en blaeuw als loot,
 
Uw' handen stijf, uw' oogen toegeloken,
 
Uw teeder hart gebroken.
 
Onnooselheyd, moest dan soo fel een weer
 
Uw' bloessem slaen ter neer?
 
Moest ik u nieu, u eerst begonnen leven
 
Soo pijnelijck sien sneven?
 
Ick had gehoopt, dat ghy op 't blanck papier
 
Den wack'ren veder-swier
 
Uws Vaders eens soud hebben nagetreden,
 
Ja selfs voorby geschreden;
 
Maer ach! de dood dreef al te streng en straf
 
Mijn hoop met u in 't graf:
 
Die bittere liet u niet toe te toonen,
 
Wat geest in u mocht woonen.
 
Rust, Willem, dan, lig vredig daer ghy ligt,
 
En leef in dit gedicht
 
Met int doormengt van tranen dou geschreven,
 
Soo lang ons Rijm sal leven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken