Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Christelijke gezangen en liederen (1804)

Informatie terzijde

Titelpagina van Christelijke gezangen en liederen
Afbeelding van Christelijke gezangen en liederenToon afbeelding van titelpagina van Christelijke gezangen en liederen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (27.20 MB)

Scans (34.32 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Christelijke gezangen en liederen

(1804)–Aagje Deken, Klaas van der Horst–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio *2r]
[fol. *2r]

Voorberigt.

De welvoeglijkheid schijnt te vorderen, dat DE CHRISTELIJKE GEZANGEN en LIEDEREN, ten dienste der Veréénigde Doopsgezinde Gemeente te Haarlem vervaardigd, en door den Grooten Kerkenraad goedgekeurd, niet te voorschijn treeden, zonder eenige vermelding van de aanleidende Oorzaak, van het bedoelde Einde, alsmede van de Handelwijze, ter bereiking daar van, gehouden.

Het was de Doopsgezinde Gemeente te Haarlem, die, in het voorste gedeelte der jongst verstreekene Eeuwe, toen bijkans overal in ons Vaderland, de hoogst gebrekkige Psalmberijming van PETRUS DATHENUS, jaaren lang in gebruik geweest was, bij de handhaaving van den Openbaaren Eerdienst, DAVIDS PSALMEN uitgaf, zamengesteld uit de Berijmingen der beste Dichteren, toen voor handen; gepaard met Liederen, om op de Feestdagen, door de Christenen gevierd, gezongen te worden, als mede bij de Bediening des Christlijken Waterdoops, en ter gelegenheid van de Vieringe des Heiligen Avondmaals; Onderwerpen, waar toe de Psalmen, geene, dan van verre gezogte stoffe, opleverden. De toenmaalige Vervaardigers

[Folio *2v]
[fol. *2v]

van dat Psalmboek hebben, in eene Voorreden, dit hun doen gewettigd.

Vooruitloopend mogt de Haarlemsche Doopsgezinde Gemeente, in die dagen, beschouwd worden: zo veel bijvals vondt egter dit werk, dat veele Doopsgezinde Gemeentens zich dien arbeid ten nutte maakten. Het vertier, daar door veroorzaakt, bragt niet weinig toe om een nieuwen Druk te vorderen, die iets over het midden der laatstvoorgaande Eeuwe verscheen, met eenige veranderingen en verbeteringen in de berijmde Psalmen zelve, en de toevoeging van een en ander Lied. Deeze uitgave strekte tot den tegenwoordigen tijd. Noodzaaklijk was een Herdruk geworden, wilde men, in onze Gemeente, aanhouden met die Psalmberijming te zingen, en andere Gemeentens daar van te voorzien.

Intusschen was de Psalmberijming onder de Zinspreuk LAUS DEO, SALUS POPULO, uitgegeeven, die een welverdienden opgang maakte, en waar van men zich in verscheide Christen-Gemeentens, bediende. – Laater verscheen Het Boek der Psalmen, nevens de Gezangen bij de Hervormde Kerk in Nederland in gebruik; door last van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden; uit drie berijmingen, in den Jaare 1773, gekoozen. – Beide deeze Berijmingen waren zeker meer bepaald Psalmberijmingen, dan die, welke wij gebruikten; ter oorzaake van de Uitbreidingen, die men veeler wegen daar in aantreft; schoon die eigenste Uitbreidingen niet zelden gepaste Zangstoffe opleverden, bij der Christenen handhaaving van den openbaaren Eerdienst, in de meer bepaalde Psalmberijmingen schaars te vinden. – De voorheen van één gescheide en nu veréénigde Doopsgezinde Gemeentens te Amsterdam hadden ieder een Bundel Liederen en Gezangen in zwang gebragt. De Haarlemsche Doopsgezinde Gemeente, eertijds voor uit, kwam nu, in dit Stuk, agter aan.

De bovengemelde noodzaaklijkheid eener derde Uitgave

[Folio *3r]
[fol. *3r]

baarde overleg, wat te doen? Naa veel overweegens viel het besluit des Grooten Kerkenraads, dat ’er een nieuwe Verzameling van Gezangen voor de Gemeente zou vervaardigd worden, door eenige der Leden uit het midden diens kerkenraads gekoozen, onder goedkeuring van dien Kerkenraad zelven.

De zeer gegronde aanmerkingen over den aart en inhoud der Psalmen, in ’t algemeen, als min geschikt om in eene Christlijke Vergadering gezongen te worden, blijkens het klein aantal uit alle, die ten openbaaren gebruike dienden, wanneer men, met eenig oordeel, de Zangstoffen uitkoos, maakten het ongeraaden alle de Psalmen te behouden; terwijl de overweeging van het veelvuldig schoone, verheevene, treffende en zuivere Godsverheerlijking ademende, in de Harpliederen voorhanden, het besluit baarde om, schoon veele Psalmen geheel ongebruikt laatende, bijlang na niet alle ter zijde te stellen, maar verscheide, of geheel, of gedeeltlijk, in ons Werk, ter geschikte plaatze, in te vlegten. Uit deezen hoofde konden de Christlijke Gezangen, voor de Openbaare Godsdienstoefeningen door den Kerkenraad der Doopsgezinde Gemeente, vergaderende in de Kerk de Zon te Amsterdam, zo als zy daar lagen, ons wel eenigzins, doch niet ten vollen, dienen.

Een nieuw Plan werd hier uit gebooren. Naa eene verdeeling der onderwerpen en de schikking derzelven, oordeelden wij de handen ruim te hebben, om van de gedrukte Psalmen, Liederen en Gezangen, zo verre dit ons vrij stondt, gebruik te maaken, en voorts Dichters en Dichteressen aan te zoeken, om op deeze en geene Onderwerpen, waartoe wij geene ons voldoende gedrukte Stukken aantroffen, ons met de vrugten van hunnen geest te vereeren, en bij te draagen tot de Christelijke Gezangen en Liederen in dien smaak, als wij het beste keurden, en oordeelden ter meeste Stichting, bij den Openbaaren Eerdienst, te kunnen strekken. Naar ons inzien zijn wij, in dit laatst-

[Folio *3v]
[fol. *3v]

gemelde, niet ongelukkig geslaagd. Wij betuigen hier openlijk onzen dank voor de verleende hulpe.

Desgelijks namen wij de vrijheid, zoo ten aanziene van de overgenomene Dichtstukken, die zigtbaaren blijk van verschillende herkomst draagen, waar uit ook, bij enkele gelegenheden, een onvermijdelijk verschil in de Spelling eeniger woorden gebooren is, als ten opzigte der tusschen gevoegde Psalmen of gedeeltens derzelven, naar onze voorige Berijming of de Berijming van anderen, die, met de bij ons dienstig of noodig gekeurde veranderingen, te plaatsen. – Omtrent de Liederen, zints veele Jaaren, in onze Gemeente gezongen, vermeenden wij de vrijheid te moogen gebruiken, om een en ander, als min met de thans opgeklaarder denkwijze in het stuk van den Godsdienst strookende, geene plaats in deezen Bundel te verleenen: terwijl wij eenige met veranderingen behielden, en andere daar aan toevoegden.

Het zal zeker veelen in het oog vallen, dat ’er zoo weinig Leerstelligs, en zoo veel Zedeleerends, in deezen Bundel voorkomt; doch wij oordeelden een Christlijk Gezang-Boek te moeten vervaardigen, en geen bestemd voor eenen bijzonderen Aanhang onder de Belijders des Christendoms. Elk kundige zal ontdekken, dat wij, in onze keuze, tot geene Dichters van eene bijzondere Gezindheid onder de Christenen ons bepaalden. Ook zal dit ons Werk daarom van een uitgebreider en algemeener Nut kunnen weezen; meer Stichtings, welke naar den Geloove in Jesus Christus is, aanbrengen; den waaren geest des oorspronglijken Christendoms, zuiverer ademen, zoo bij het gebruik in de Openbaare Godsvereering, als bij het leezen of zingen ten meer bijzonderen opbouw in Geloof en Deugd.

Onze hartgrondige wensch is, dat de arbeid, aan deeze Verzameling en Uitgave besteed, de bedoelde einden moge bereiken; de gemoederen ter Godsverheerlijking en Christlijke Deugd stemmen, en een middel weezen ter onzer Ze-

[Folio *4r]
[fol. *4r]

delijke volmaakinge, en voorbereidinge tot dien Staat van Gelukzaligheid, waarin de hier opgewekte Geest nieuwe en verhevener Liederen zal aanheffen, GODE en zijnen Eeniggebooren Zoon, onzen Heilland ter eere. Waar over wij den Godlijken zegen af en allen toebidden!

 

 
KLAAS VAN DER HORST.
 
PETRUS LOOSJES ADRIAANSZ.
 
BAREND HARTMAN VAN GRONINGEN.
 
MATTHIAS VAN GEUNS JZ.
 
MARTINUS BODISCO.
 
ADRIAAN LOOSJES PZ.

 

HAARLEM,

den 7 van Slachtmaand,

1803.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken