Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Christelijke gezangen en liederen (1804)

Informatie terzijde

Titelpagina van Christelijke gezangen en liederen
Afbeelding van Christelijke gezangen en liederenToon afbeelding van titelpagina van Christelijke gezangen en liederen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (27.20 MB)

Scans (34.32 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Christelijke gezangen en liederen

(1804)–Aagje Deken, Klaas van der Horst–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio O2r]
[fol. O2r]

Register der Gezangen en Liederen, volgens den aanvang van elk Gezang.

A.

 GEZ.
Aan ons, die ’t licht der rede leidt.75
Aan U, ô God! te denken.44
Aan U, ô Heer! aan U een lied gewijd.17
Ach! door ’t geweeten aangekondigd.63
Ach, Petrus! kent gij Jesus niet.116
Al ziet G’, ô aller Heeren Heer.53

B.

’t Beklaagelijk verval der Zeden.89
Besluit toch nooit als rijk’ en trotsche liên.118

C.

Christen! die verheven denkt.106

D.

D’ aandacht, ’t aardsch gewoel ontweeken.24
Daar vaart voor der Apostlen oog.130
Dáár, waar de hoofddrift woelt.39
Dáár, waar geen sterflijk oog U ziet.69
Dáár, waar men blinde drift laat kiezen.119
Dat in dit plegtig uur, ô zaamgekomen Vrinden.134
Dat, ô goede God en Vader.136
Dat ons hart niet word’ bedroogen.26
De Heer regeert, de hoogste Majesteit.9
De hulde voor uw aangezigt.113
De mensch neem kerk- en feestgebaar.37
Die God, die uit het niet ons schiep.100
Door geestdrift voor uw’ dienst, uw’ Tempel ingeleid.7
D’oprechte slaat het oog.36
[Folio O2v]
[fol. O2v]
 GEZ.
De Roomsche Landvoogd, slaaf van ’s volks en ’s priesters woeden.121
De Schepper van ’t Heelal, eerst’ oorsprong van ons leeven.132
Des menschdoms kindschheid is lang heenen.101
Die zijn uuren moet besteeden.59

E.

Eedle vraagbaak van ’t verstand.42
Een aakelige duisterheid.124
Een Eeuwig weldoend God.92
Een volk, door gunst op gunst tot dankbaarheid verpligt.77

G.

’t Gebed van ons, thans in uw huis vergaderd.76
Geen grove zinlijkheid.97
Geliefden! diep in ’t hart geroerd.137
Gemarteld’ onschuld! rust, rust zagt in ’t stille graf.126
Gij, die, ieder dag en uur.86
Gij, groote God! zijt onze God alleen.12
Gij, ô Kenner onzer kragten21
Gij onze rots, ons vast gebouw.48
Gij slaaf der list, des snooden huichlaars roof.43
Gij wordt ter dood geleid.122
‘Gij zijt een Geest’ – Hoe groot, hoe uitgebreid.22
God, Almagtig, Wijs en Goed.80
‘God is een Geest,’ leert ons zijn woord en ’t licht der reden.139
God! onnadenkbaar in bestaan.11

H.

’t Hart door Jesus liefd’ ontstoken.45
Het huichlend Priesterdom, ’t geen smaald’ op Jesus magt.125
Het liefdemaal door Jesus uitgedagt.140
Het menschlijk hart zij stug en koel.94
Hij, die tot d’ oefning zijner pligten.31
[Folio O3r]
[fol. O3r]
 GEZ.
Hij weene die op aard’ zijn hoogst geluk ziet groeijen.146
Hoe blinkt uw Majesteit alom.2
Hoe blinkt uw wonderdoende magt.95
Hoe glansrijk, aller heemlen Heer.3
Hoe heeft de waan ’t verstand gekrenkt.1
Hoe menig plan wel uitgedagt.93
Hoe snel vervliegt dit wisselvallig leeven.145
Hoe ver reikt wel uw zedelijke kragt.78
Hoe zalig, Vader! is ons lot.61
Hoe zullen wij, naar ’t rein gevoel.38

I.

In ieder mensch zien w’ een Natuurgenoot.68
In welk een tijd, in welk een kring.10
Isrels Vorst en Heer.128
Is ’t leezen slechts uit sleur.40

J.

Ja, de Heer is opgestaan.129
Juich, juich blijde Christenschaar.56

L.

Laat nu een vrolijk Loflied hooren.109
Lacht ons gezondheid aan.88
Looft den Heer, want Hij is goed.6
Loof, onze ziel! den Heer, met alle kragten.19

M.

Mag in ons Vaderland.99
Mijn ziel geraakt, door ’t heil, ons toegebragt.107
Mijn ziel verheft Gods eer.108

N.

Naa eene proef van weinig dagen.105
Niet is, ô Oppermajesteit.14
Niet slechts voor ons, van onze vroegste jaaren.147
Niet uit luimen, niet bij vlaagen.98
Nooit heeft de stand, nooit hebben goedren.87
[Folio O3v]
[fol. O3v]

O.

 GEZ.
O God! die onze Vader zijt.58
O God! Gij zijt ons goed, ons erf, ons al.91
O God! laat, bij dit Heilig Feest.141
O God! waarheen, van ’t kwaad terug gekomen.66
O God! waarheen w’ onz’ oogen slaan.25
O God, wiens eindloos alvermogen.32
O Heer! oneindig groot en goed.16
O Heer van al, wat was, wat is, wat wordt.23
O ja! ’t is waar, elk zal van zijn gedrag.103
O Jesus! hoe veel goeds.127
O Jesus! ô waar rukt de liefde.143
O Mensch, die vaak uw’ pligt vergeet.72
Ons hart begeert geen beter lot.52
Ons hart buigt zich eerbiedig neêr.51
Ons hart, dat zoo veel goeds geniet.20
O Ondeugd! bron van zielsverdriet.29
O Sterveling! door ’t nieuwe meest bekoord.41
O Vader, die in ’t schoonste schoon.62
O wonderdoende God, zoo magtig, groot en wijs.13
O zalig, die, vol mededogen.30

R.

Rechtvaardig God! schoon uw Voorzienigheid.104
Rijke bron van zaligheden.28

S.

Slechts in ’t geen de mensch vrijwillig doet.102

T.

Terwijl in ’t holste van den nagt.110

U.

U God! oneindig, wijs en goed.35
U mag men zalig heeten.33
Uw gunst, ô God! maakt ons kloekmoedig.49

V.

Vergeefs beloopt de ramp ons met zijn golven.55
[Folio O4r]
[fol. O4r]
 GEZ.
Verhevenst voorwerp der gedagten.5
Verlosser! Heer! vriend van ons zwak geslacht.133
Verlosten! nu het hart naar boven.144

W.

Waak op, mijn ziel! loof d’ Oppermajesteit.4
Waar drift met kragt haar stem verheft.114
Waarin is het heil gelegen.111
Was d’ aarde nog een paradijs.83
Was steeds ons hart bedagt.50
Wat helpen plegtige verbonden.70
Wat is de mensch een ding.90
Wat is de moedwil gruwlijk.123
Wat is, ô Mensch! aan ’t ijdel stof verkleefd.148
Wat is uw naam op ’t gansche rond der aarde.8
Wat kan het hart meêr zagten wellust schenken.138
Wat kost het moeit’ één hoofddrift t’ overwinnen.64
Wat laagheid, hoon en smaad.117
Wat magtig rijk een heerscher ook regeer’.79
Wat ook de dwaas bedoel’.67
Wat sterfling kent, ô onbegrijplijk Wezen.15
Wat zal d’ onschuld toch gewinnen.115
Wat zouden wij door zelfgezochte pijn.149
Weeg, goede God! ons doen en leeven.65
Weldaadig God! Volzalig Opperwezen.57
Welzalig hij, die, naar der boozen raad.34
Wendt d’ aandagt van uw geest in ’t ver voorleedne heen.142
Wie of de wijsheid ook moog’ zoeken.60
Wie schildert ons het deerniswaardig lot.120
Wie stijgt zo hoog in heil en eer.27
Wie waagt het, ons een flaauwen schets te geeven.74
Wie wordt, door ’t zagt, het vriendlijk mededoogen.71
Wie zich en alles, wat hij heeft.47
Wie zit in glorierijken stand.131
Wijs hebt g’, ô God! ons opgeleid.73
[Folio O4v]
[fol. O4v]

Z.

 GEZ.
Zagtmoedigheid, zo hoog te roemen.81
Zich naar alles stil te voegen.82
Zie neêr, ô God! ô Hemelmajesteit.135
’t Zij, hoe het raaz’, ’t zij hoe het ruisch’.54
’t Zij wat de mensch om handen heeft.85
Zo laat Gij, Heer! uw knegt.112
Zo ’t beeld der Deugd het harte streelt.96
Zoud’, aan den stroom des tijds, ons lied in klagten smooren.150
Zouden wij, met blijde klanken.46
Zou ’t meesterstuk, ô God! van uwe magt.84
’t Zwak geslacht der stervelingen.18


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken