Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Blinkie & Co. (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van Blinkie & Co.
Afbeelding van Blinkie & Co.Toon afbeelding van titelpagina van Blinkie & Co.

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.18 MB)

Scans (11.20 MB)

XML (0.45 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Blinkie & Co.

(1948)–Maurits Dekker–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 148]
[p. 148]

Twaalfde hoofdstuk
Liefde per advertentie

Alle drie stonden zij op een rij bij de gaatjes in de deuren en keken in de thans verlaten woonkamer. Gevolgd door juffrouw Bontenbal, trad een donkere man van middelbare leeftijd binnen, die een bouquet bloemen in de hand hield. De bezoeker, die een zware zwarte knevel had, bleef een oogenblik bij de tafel in het volle lamplicht staan, alsof hij de verborgen toeschouwers in de gelegenheid wilde stellen hem goed te bekijken.

De sergeant majoor, dacht Blinkie.

- Dat is een minnaar die er zijn mag, fluisterde Vlekkie.

Blozend en kennelijk getroffen door de attentie, nam juffrouw Bontenbal de bloemen in ontvangst, terwijl de schenker op een hoek van de divan ging zitten. Daarna werd er een kopje thee ingeschonken en kreeg de schaal met koekjes een beurt. Het theedrinken vulde het eerste gat in de conversatie, die blijkbaar niet bijzonder wilde vlotten. De spionnen vingen een opmerking op over het weer en een over de gezellige kamer en daarna hoorde men alleen maar van tijd tot tijd de zachte tikjes van de kopjes op de schoteltjes. Na de thee streek de sergeant majoor zijn knevel op, welk mannelijk gebaar door de juffrouw niet zonder bewondering werd gadegeslagen. Daarna schraapte de bezoeker zijn keel, zei ‘ja ja,’ waarop zijn gastvrouw hem toevertrouwde, dat zij al twaalf jaar weduwe was.

- Een heele tijd, merkte de knevel wijsgeerig op.

Juffrouw Bontenbal pulkte verlegen aan de bloemen, die een plaatsje op de schoorsteen gekregen hadden.

- De hoogste tijd voor een klein zoentje, zei Jaap.

Toen rinkelde de bel voor de tweede maal. Blinkie snelde naar de straatdeur, om te voorkomen dat juffrouw Bontenbal zelf zou open doen. Op de stoep stond een tweede candidaat,

[pagina 149]
[p. 149]

een kleintje met roode wangen en een bolhoed en eveneens voorzien van een bouquet. Jammer voor jou, dacht Blinkie, terwijl hij den man binnen liet, maar je maakt een slechte kans tegen dien ijzervreter. De juffrouw houdt van forsche minnaars, die naar pruimtabak en zadelleer ruiken.

- Hier moet u zijn, zei hij en na op de deur van haar kamer geklopt te hebben, riep hij luid: Juffrouw, hier is een heer voor u!

Zijn portiersdiensten waren hiermede voor het oogenblik geeindigd en zoo vlug mogelijk begaf hij zich weder naar zijn observatiepost. Nummer twee stond reeds in het lamplicht en werd met vijandige blikken opgenomen door den man op de divan.

- Als het op knokken uitdraait, verliest die kleine het, zei Jaap.

De bloemen verwisselden van eigenaar, de andere hoek van de divan werd bezet en de bel ging voor de derde keer over. Thans was de juffrouw de vlugste en kon Blinkie blijven kijken naar de twee candidaten op de divan, die elkander met niet bepaald vriendschappelijke blikken monsterden. De snor maakte een opmerking, welke door den kleine werd beantwoord, maar die door de mannen achter de deur niet werd verstaan.

- De heeren schijnen elkaar te kennen, merkte Vlekkie op.

- Dat niet alleen, maar ik geloof dat ze ook knap de pest aan elkaar hebben, zei Jaap. Het zal mij benieuwen, wie de eerste klap geeft.

Op dat moment trad de derde sollicitant binnen, eveneens voorzien van bloemen. Het bouquet was als de man: dun, lang en armetierig. Toen de bezoeker zijn overjas had uitgetrokken, bleef er alleen maar een ruime gekleede jas over, die blijkbaar zonder steunpunt in de ruimte zweefde en waarboven een hooge stijve boord uitstak, die een bleek kaal hoofd tot voetstuk diende. Voorzichtig, met hoekige houterige bewegingen, nam de man tusschen zijn beide mededingers op de divan plaats.

- Griezelig, fluisterde Jaap, het is net alsof ik hem even hoorde kraken.

Juffrouw Bontenbal zat zichtbaar met het geval verlegen. Zij

[pagina 150]
[p. 150]

had een hoog roode kleur, wat haar charme ten goede kwam, zij liep een paar maal om de tafel heen, als een Potiphar's-vrouw op jacht naar een denkbeeldigen Jozef en begon toen met veel gerinkel van kopjes en schoteltjes thee voor de nieuwe bezoekers in te schenken. Bij het overhandigen van het kopje, kreeg de bolronde mijnheer de warme thee over zijn streepjesbroek. Hij sprong overeind, zei tot de gastvrouw dat het niets te beteekenen had en begon de natte plek met zijn zakdoek te betten. De snor lachte en demonstreerde schaamteloos zijn leedvermaak, terwijl de gekleede jas het schouwspel in roerlooze verbazing aankeek.

- Ik begrijp er niets van, hoorden de onbescheiden toeschouwers juffrouw Bontenbal zeggen, maar het moet beslist een misverstand zijn.

- Deze man, antwoordde de sergeant majoor met een beweging in de richting van de natte pantalon, is nooit iets anders dan een misverstand geweest.

- Maar in ieder geval geen huwelijkszwendelaar!

- Goed zoo, dat is mannentaal, prees Jaap.

De snor verrees in zijn volle lengte, welk voorbeeld gevolgd werd door den bolronde, die echter lang zoo hoog niet kwam. De kleine moest voelen dat hij een nadeelige positie innam en keek even hulpzoekend om zich heen.

- Hij zoekt iets waarmee hij slaan kan, legde Jaap uit.

- Het is dat er een dame bij is, vervolgde de knevel, anders zou ik je wel op een andere manier te woord staan.

- Maar heeren toch! riep juffrouw Bontenbal wanhopig.

- Deze man is geen heer, mijn waarde juffrouw, zei de kleine, deze man is een gevaar voor meisjes en vrouwen en voor de geheele geordende maatschappij.

- Gaat u nu beiden rustig zitten, zei de juffrouw, dan zullen wij deze vergissing trachten op te helderen.

Aan dit billijke verzoek werd door beide bezoekers prompt voldaan.

- Maar, zei de knevel, deze smerige beschuldiging zul je voor den rechter hebben te verantwoorden. Dat gaat zoo maar niet, snap je, riep hij, den man met de gekleede jas, die een scheidsmuur tusschen de twistenden vormde, een fiksche slag op het dijbeen gevend.

[pagina 151]
[p. 151]

De magere veerde omhoog, alsof hij door een wesp in zijn achterste gestoken was en plofte toen op de divan terug.

- Meneer, u hebt het gehoord, u bent mijn getuige.

- Heeren, ik verzoek u beleefd, mij buiten deze onaangename geschiedenis te willen laten. Ik ben hier verschenen op de schriftelijke uitnoodiging van deze dame, met wie ik eenige zaken van vertrouwelijke aard te bespreken heb. Ik behoef u niet alleen te zeggen, dat uw aanwezigheid hier voor mij, laat ik zeggen, een onaangename verrassing is, maar ook, dat ik volstrekt niet van plan ben mij in uw zaken te mengen.

- Als het gaat om een uitnoodiging, mijn waarde heer, zei de bolronde, dan heb ik minstens zooveel recht als u, want ook ik heb een brief van deze dame ontvangen. Alstublieft.

Hij nam een dikke, hoofdzakelijk met krantenknipsels gevulde portefeuille uit zijn zak, diepte daaruit na eenig zoeken een brief op en zwaaide daarmee als met een vlag voor het gelaat van den bleeke.

- Zoo'n brief kan een geroutineerde schriftvervalscher als jij gemakkelijk namaken, zei de snor met een valsch lachje. Maar ik heb ook papieren en die zijn heel wat betrouwbaarder, dan die van een knoeier zooals jij. Dan heb ik ook nog de oudste rechten, want ik was het eerst hier.

- Dat durft nog van recht te spreken!

- Hou je mond, schriftvervalscher!

- Dat zul je waar maken! schreeuwde de kleine, die nu op zijn beurt zijn bleeken buurman een tik gaf. Meneer, u hebt het gehoord, u bent mijn getuige.

- Ik wensch niemands getuige te zijn.

- Er schijnen hier vanavond alleen maar zware jongens uitgenoodigd te zijn, zei Vlekkie.

- Gaat dat nu zoo maar mevrouw? vroeg de bleeke, zijn mishandeld been wrijvend.

Juffrouw Bontenbal kon op deze vraag helaas geen antwoord geven. Zij was gewoonlijk niet voor een klein geruchtje vervaard, maar uit deze allerpijnlijkste situatie wist zij toch blijkbaar geen uitweg. Zij peuterde afwisselend een beetje aan haar halsboord en aan de bloemen, schudde het hoofd en mompelde onverstaanbare woorden. Opeens scheen zij een in-

[pagina 152]
[p. 152]

val gekregen te hebben. Zij stak haar wijsvinger in de hoogte, zei iets tot de heeren en liep resoluut de kamer uit.

Thans kregen de overkropte gemoederen der twistenden gelegenheid zich een weinig te luchten.

- Mijnheer, zei de kleine tot den middenman, ik geloof dat u een beschaafd persoon bent. Daarom neem ik u in vertrouwen en verklaar op mijn woord van eer, dat deze man een gevaarlijk individu is, die reeds vele vrije vrouwen op latere leeftijd ongelukkig gemaakt heeft. Hij is, wat je noemt, een echte huwelijkszwendelaar.

De beschuldigde liet een kort satanisch lachje hooren.

- Dat versta ik beter dan het Engelsch, dat ik vanmiddag gesproken heb, zei Jaap.

- Stil, waarschuwde Blinkie, er komt nog meer.

- Van mij kan niemand zeggen, dat ik twee jaar voor wisselvervalsching in de kast gezeten heb, sprak de man, dien men een huwelijkszwendelaar genoemd had. Van mij kan niemand zeggen, dat ik een vrouw met drie bloedjonge kinderen aan haar lot overgelaten heb. O zoo!

- Omdat huwelijkszwendelaars het nooit tot een eigen gezin brengen, daar zit de kneep. O zoo!

- Geen gezin, neen, maar ook geen twee jaar cel.

- Maar ik heb geen arm dienstmeisje, dat mank was en dat een kind van een smerig individu krijgen moest, van haar laatste spaarcenten beroofd. O zoo!

- O zoo, zei Blinkie, maar ik geloof, dat we naar binnen moeten, want dat het daar nog moord en doodslag wordt.

- En dan hang jij Bart, wegens het veroorzaken van dood door schuld.

- Als die kerels elkander van kant maken, zal het hier in de stad een boel frisscher worden, meende Jaap.

- Mijnheer, nogmaals, ik roep u tot getuige!

- Heeren, zei de bleeke, ik heb voor dit alles maar een enkel woord: Bah!

- Je kale familie zul je bedoelen met je bah! riep de kleine. Juffrouw Bontenbal keerde terug, vergezeld van Hetty.

- Nu komt de ontknooping van het drama, fluisterde Blinkie.

De brieven werden op tafel gelegd en een vergelijking bracht

[pagina 153]
[p. 153]

aan het licht, dat alleen de gekleede jas in het bezit van een geldige uitnoodiging was.

- Het is een misverstand, zei Hetty. Iemand, en ik vermoed wie, heeft een flauwe grap uitgehaald. U had beiden op een andere avond moeten komen.

- Als ik dien schoft in mijn handen krijg, kraak ik hem, zei de snor.

- Hoor je het Bart? Hij wil een cracker van je maken.

- U bent beiden heeren, vervolgde Hetty, en ik hoop dat u de onaangename toestand, waarin de juffrouw zich bevindt, begrijpen zult. Het zal beter zijn, dat u thans weggaat en uw beurt afwacht.

- Wat mij betreft, antwoordde de bleeke, ik ga nu ook maar liever weg en kom op een andere avond terug. De dame verkeert thans toch niet in een gemoedstoestand om over ernstige zaken te kunnen spreken.

Juffrouw Bontenbal knikte deemoedig.

- U blijkt tenminste een heer te zijn, prees Hetty.

- Dan ga ik ook maar, zei de bolronde. Hij begaf zich naar de schoorsteen en nam zijn bloemen uit de vaas.

- Toen ik deze bloemen kocht, dacht ik niet dat het hier een grootbedrijf zou zijn, besloot hij.

De snor volgde zijn voorbeeld, zoodat, toen het bezoek de kamer verliet, alleen het armzalig dunne bosje asters overbleef.

Met een zucht liet juffrouw Bontenbal zich op de divan vallen, waar zij even later snikkend door Hetty gevonden werd.

- Dat heb jij op je geweten Bart, zei Vlekkie. En wat erger is, ik geloof dat Hetty door heeft wie de schuldige is.

- Dan zal hij voor straf met Bontje moeten trouwen, zei Jaap. En verder Bart, zullen we morgen een pakje kauwgom koopen, om die gemeene gaatjes weer te stoppen. Deze comedie was heel aardig, maar geloof me, het zal niet om aan te zien zijn, als het straks tusschen Bontje en dien vogelverschrikker ernst wordt en tot vriendelijkheden komt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken