Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De man die een ander was (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van De man die een ander was
Afbeelding van De man die een ander wasToon afbeelding van titelpagina van De man die een ander was

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.17 MB)

Scans (13.32 MB)

XML (0.47 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De man die een ander was

(1931)–Maurits Dekker–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 59]
[p. 59]

VIII.

Eindelijk moest het dan toch gebeuren. Hij had het uitgesteld alsof het een pretje was, waaraan hij niet goed durfde beginnen, omdat het dan te vlug voorbij zou zijn. Hij had het ontweken, als iets gevaarlijks, dat hem onheil brengen zou. Hij had het heerlijk gevonden, maar hij had er niet goed aan durven beginnen, om zichzelf niet en om Coba en al zijn familieleden niet. Maar nu zou het er toch van komen: meneer Frans zou hem als een ridder gaan schilderen. Het kon eigenlijk ook niet langer uitgesteld worden, daar meneer Frans, zoolang hij niet geschilderd was, niet ophouden zou om, als voorschot op de schilderij, kruidenierswaren te poffen. Ook had de schilder, die herhaaldelijk verzekerde dat het een prachtig, kostbaar schilderij met een rood fluweelen mantel en een struisveer er op worden zou, reeds een paar keer geld bij Joris gehaald, om dure struisveerenkleurverf en een tube antiek rood voor den mantel te koopen.

Als Jacob Joris aan zijn Spaansche uniform uit het boek dacht, kon hij zich al zoo'n beetje voorstellen hoe zijn portret worden zou. Een pluim van witte veeren zou prachtig staan, dat had hij al dadelijk gezien toen hij, bij wijze van proef, wat witte papierwol uit een koektrommel op zijn bolhoed gelegd had. Toch zou de kruidenier nog geen beslissing genomen hebben, als de schilder hem niet verteld had, dat Loes op het atelier zou zijn als Joris voor het portret kwam opzitten.

- Joris, in vertrouwen, had meneer Frans gezegd, zij komt alleen voor jou. Ze wil zien hoe jij er als ridder zult uitzien.

Toen meneer Frans hem dat over de toonbank toegefluisterd had, was het heerlijk warm in Joris geworden en ineens was hij zóó blij geworden, dat hij uit dankbaarheid de groote zakken van den schilder wel heelmaal met Engelsche bruidsuiker had willen vullen.

[pagina 60]
[p. 60]

Meneer Frans had hem op zijn schouder geklopt en met een stem, die naar Joris meende te hooren een beetje treurig klonk, gezegd:

- Joris, kerel, je weet niet half wat je waard bent. Ik zeg je niets meer, omdat je denkt dat ik er belang bij heb als ik je raad geef. Maar, onthou dit, blijf jij maar eigenzinnig hier in je winkel plakken en breek maar harten, maar ik zeg je, dat eens een tijd komen zal dat je spijt van je eigenzinnigheid hebben zult.

Met een hoofd vol gedachten aan gebroken harten had Joris toen een half pond van de beste ham voor den schilder gesneden en toen deze, na een rijksdaalder te hebben geleend, vertrokken was, had de kruidenier zich overgegeven aan de heerlijkste en droefgeestigste gepeinzen welke hij ooit gekend had. En met een hart dat zwaar was van zalige schuldbewustheid, had hij zijn blik langs zijn voorraad lekkernijen laten dwalen, zoekend naar troostbrengende zoetigheden, voor haar die hij zooveel smart veroorzaakt had.

Ik neem, had Joris gedacht, een kistje fondant-borstplaat van twee ons, neen, ik neem een groote van een pond. Dat gaat misschien niet, want dan ziet Coba het onder mijn jas. Toen had hij slim bedacht, dat hij alles onderin zijn mand kruidenierswaren bergen kon. Een kistje borstplaat, vijf Jodenkoeken in rose gestreept vloeipapier gepakt, een rolletje sterke pepermunt, als dat niet te veel op haar tong zou branden en een groote snijkoek met klontjes.

Dien nacht kon hij er bijna niet van slapen. Steeds moest hij er aan denken, hoe hij morgen alles naar buiten zou smokkelen. Soms dacht hij er zoo ingespannen aan, dat hij met schrik tot de werkelijkheid van het patentolie nachtlichtje terugkeerde, bang dat Coba zijn gedachten gehoord kon hebben. Maar gerustgesteld luisterde hij naar haar regelmatige ademhaling en glimlachend staarde hij naar het heuveltje van het witte laken, dat langzaam op en neer ging. Het bultje veranderde vanzelf in een wit poesje, waar hij, heel voorzichtig, met zijn hand overheen moest strijken. Toen keek hij met moede oogen naar het witte gezicht van Coba en hij luisterde naar de slaapmuziek die uit haar geopenden mond kwam. Terwijl hij haar zoo, half in slaapmijmering verzonken, aankeek, voelde hij zich vol worden van iets heel liefs en innigs en met de gedachte aan een zakje heerlijke moccaboonen, dat hij ook nog in zijn mand zou pakken, liet hij zijn hoofd op het kussen vallen en sliep in.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken