Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 2. Liederen over ontluikende liefde, werving, vrijage en zwangerschap (1989)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 2. Liederen over ontluikende liefde, werving, vrijage en zwangerschap
Afbeelding van Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 2. Liederen over ontluikende liefde, werving, vrijage en zwangerschapToon afbeelding van titelpagina van Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 2. Liederen over ontluikende liefde, werving, vrijage en zwangerschap

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.08 MB)

Scans (11.29 MB)

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 2. Liederen over ontluikende liefde, werving, vrijage en zwangerschap

(1989)–A.J. Dekker, Marie van Dijk, Ernst Heins, Henk Kuijer–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 70]
[p. 70]

5
Ik ben er van deze morgen vroeg opgestaan

Samenvatting

Een jongeman staat 's morgens vroeg op en ontmoet twee meisjes. Eén van beiden maakt hij het hof. Hij legt vervolgens zijn hoofd in haar schoot waarbij hij of het meisje denkt te zullen sterven.

Toelichting

Het lied vertoont een een merkwaardig slot waarvan de betekenis niet zonder meer duidelijk is. Een sexuele betekenis moet, gezien de aard van deze liederen en de daarin gehanteerde beeldspraak, niet worden uitgesloten.

Lied
A. Ik ben d'r van deze morgen vroeg opgestaan

De melodie heeft modale trekken (phrygisch).

Opname 10 november 1959



illustratie

[pagina 71]
[p. 71]
1
 
Ik ben d'r van deze morgen vroeg opgestaan,
 
Ik ben d'r van deze morgen vroeg opgestaan.
 
De zon trok op en de dag die brak aan,
 
De zon trok op en de dag die brak aan.
2
 
BejegendenGa naar voetnoot* mij d'r twee meissies met goudgeel haar,
 
Ik vroeg of zij d'r nog vrijster waren.
3
 
Dan wist ik wel van die beiden ik er bevrijen zou,
 
Dat meissie met heure mooi oogies zo blauw.
4
 
Mag mij het niet gebeuren mijn zoetelief,
 
Het schaadt u of en het baat u d'r ook niet.
5
 
Als mij het dan niet schaden of er niet baten kan,
 
Dan stond ik hier als verwezen jonkman.
6
 
Ik leide toen mijn hoofien en al op heur schoot,
 
En dacht niet anders ik moet sterven de dood.
7
 
Toen sprak zij kameraadje geef mij je rechterhand,
 
Straks zullen wij er tesamen zijn geplant.

Anna Petronella Hogendorf-Dijkstra (1887-1966) te Zwaagwesteinde werd geboren in Exloërveen. Haar moeder kwam uit Berlikum en haar vader, die onderwijzer was, uit Schraard.

In de veengebieden van Drente, waar zij haar jeugd doorbracht, heeft zij vele liederen geleerd. Arbeiders uit Groningen, Friesland en Duitsland kwamen daar werken en die brachten allemaal hun eigen liederen mee. Mevrouw Hogendorf had daarvoor grote belangstelling, evenals haar vader. In haar eigen repertoire komen ook veel kinderliederen voor. Dat is mede te danken aan het beroep van haar vader.

Mevrouw Hogendorf heeft veel liederen voor ons gezongen. Een aantal markante liederen in onze collectie werden bij haar voor het eerst op de band opgenomen, zoals Heer Halewijn zong een liedekijn en Wat hoor ik hier in 't midden in de nacht, beide opgenomen in het eerste deel van deze publicatie (lied 3 en 9).

[pagina 72]
[p. 72]


illustratie

B. Ik ben van deze morgen vroeg opgestaan

De melodie is sterk verwant aan die voorbeeld van A, maar is tonaal van karakter.

Opname 4 maart 1968



illustratie

Alleen in de eerste strofe wordt de laatste regel herhaald.

1
 
Ik ben van deze morgen vroeg opgestaan,
 
Ik ben van deze morgen vroeg opgestaan.
[pagina 73]
[p. 73]
 
De zon trok op de dag brak aan,
 
De zon trok op de dag brak aan.
2
 
Daar bejegen mij twee meisjes met gelekruisGa naar voetnoot* haar,
 
Daar bejegen mij twee meisjes met gelekruis haar.
 
'k Vroeg of zij nog vrijster waar.
3
 
Dan wist ik wel wie ik er van bevrijen wou,
 
Dan wist ik wel wie ik er van bevrijen wou:
 
Dat meisje met haar ogen zo blauw.
4
 
Ik sprak: m'n allerliefste geef mij uw rechterhand,
 
Ik sprak: m'n allerliefste geef mij uw rechterhand,
 
Uw rechterhand tot onderpand.
5
 
Ik leidde mijn hoofie al in hare schoot,
 
Ik leidde mijn hoofie al in hare schoot
 
Totdat zij riep: ik moet sterven de dood.
6
 
Sterven de dood, riep zij er, o God,
 
Sterven de dood, riep zij er, o God,
 
Wees mij genadig in mijn lot.

Dit lied werd in 1968 opgenomen bij Mettine Pieterine Valk-Stel (1890-1980) te Groningen. Zij werd geboren in Hoorn (Gr.).

C. En ik ben van deze morgen vroeg opgestaan

De melodie is sterk verwant aan die van A en B. De melodische contouren zijn nagenoeg identiek. De zangeres neemt de vrijheid om afwisselend twee slotcadensen (afsluitingsmelodieën) te gebruiken.

Opname 26 januari 1963



illustratie

[pagina 74]
[p. 74]


illustratie

1
 
En ik ben van deze morgen vroeg opgestaan,
 
En ik ben van deze morgen vroeg opgestaan.
 
En de zon begon te schijnen en de dag brak aan,
 
En de zon begon te schijnen en de dag brak aan.

Eerste van de vijf door Antje Smid-Adams (1884-1970) te Scheemda gezongen strofen. Antje Smid-Adams werd geboren in het Meerland. Ze leerde haar liederen, toen ze zeventien, achttien jaar was, van medearbeiders tijdens het aardappelrooien en het wieden en schoffelen bij de graanbouw. Er werd altijd in ploegen gewerkt. Ze deed ook veenwerk. De werkzaamheden van de vrouwen in het veen bestonden uit turfdrogen, stapelen en het laden van de pramen.

Mevrouw Smid kende een omvangrijk veenarbeiders- en landarbeidersrepertoire. Ze zong altijd, de hele dag door, ook thuis, zo werd ons door nabestaanden verteld. Ook op latere leeftijd, toen zij wegens reuma jarenlang het bed moest houden.

Data en plaatsen van opname

A

00 05 1959 Hoogkerk
10 11 1959 Zwaagwesteinde
03 04 1963 Exloo
16 08 1965 Ter Apel
29 10 1966 Borger
28 01 1967 Blijham
28 04 1969 Muntendam
07 10 1970 Ommelanderwijk
16 11 1970 Exloo
21 03 1973 Musselkanaal
20 03 1980 Muntendam

B

07 04 1964 Bellingwolde
14 08 1967 Oude Pekela
05 01 1968 Stadskanaal
04 03 1968 Groningen

C

26 01 1963 Scheemda

[pagina 75]
[p. 75]


illustratie

voetnoot*
kwamen mij tegemoet

voetnoot*
geel krulhaar, geel gekruld haar


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 10 november 1959

  • 4 maart 1968

  • 26 januari 1963


lied

  • Naar de Nederlandse Liederenbank