Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 2. Liederen over ontluikende liefde, werving, vrijage en zwangerschap (1989)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 2. Liederen over ontluikende liefde, werving, vrijage en zwangerschap
Afbeelding van Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 2. Liederen over ontluikende liefde, werving, vrijage en zwangerschapToon afbeelding van titelpagina van Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 2. Liederen over ontluikende liefde, werving, vrijage en zwangerschap

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.08 MB)

Scans (11.29 MB)

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 2. Liederen over ontluikende liefde, werving, vrijage en zwangerschap

(1989)–A.J. Dekker, Marie van Dijk, Ernst Heins, Henk Kuijer–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 136]
[p. 136]

20
Lieve schipper vaar mij over

Samenvatting

Een meisje vraagt een schipper haar naar de overkant te varen en stelt hem als beloning een halssnoer met edelsteen, een gouden ring of een door haar tijdens het varen te zingen lied in het vooruitzicht. De schipper wil het alleen doen als hij haar mag kussen. Samen varen zij weg.

Toelichting

De thematiek van dit lied is verwant aan die van het Franse gedicht Le gondolier van Casimir Delavigne (1793-1843)Ga naar eind1.. Zowel Nicolaas BeetsGa naar eind2. als PotgieterGa naar eind3. hebben in de jaren dertig van de negentiende eeuw dit gedicht vrij vertaald. Hun gedichten sluiten nauw aan bij het origineel en verschillen sterk van de uit de volksmond opgetekende en op liedbladen en -boeken aangetroffen varianten. De tekst van deze varianten is in de loop der tijd nagenoeg gelijkluidend gebleven. Het lied is echter op een veelheid van melodieën gezongen. Het zijn deze melodische verschillen waarop onze indeling in variantengroepen is gebaseerd.



illustratie

[pagina 137]
[p. 137]

Lied
A. Lieve schipper vaar mij over

Landelijk verspreide, meest bekende melodie (vgl. Brandts Buys, Groen, Veurman/Bax en de als derde door Kunst vermelde melodie).

Opname 29 oktober 1966



illustratie

1
 
Lieve schipper vaar mij over
 
Naar het gindse dorpje heen.
 
Ik zal u een halssnoer geven
 
Met een kostelijken steen,
 
Ik zal u een halssnoer geven
 
Met een kostelijken steen.
2
 
Lieve schone ik vaar u niet over
 
Voor geen halssnoer en geen steen,
 
Neen, voor zulleke kleinigheden
 
Vaar ik u daarginds niet heen.
3
 
Lieve schipper vaar mij over,
 
Ik geef u dees gouden ring
 
En ik weet een aardig liedje
 
Dat ik onder het varen zing.
[pagina 138]
[p. 138]
4
 
Lieve schone ik vaar u niet over
 
Voor geen ring of voor geen lied,
 
Neen, voor zulke kleinigheden
 
Treedt gij in mijn schuitje niet.
5
 
Lieve schipper vaar mij over
 
En zeg mij dan wat u behaagt
 
En ik zal u alles geven
 
Alles wat uw goedheid vraagt.
6
 
Laat mij dan een kusje drukken
 
Op uw rode rozemond,
 
Voor een kusje mijn lieve schone
 
Vaar ik u de wereld rond.
7
 
't Lieve meisje stond verlegen,
 
Sloeg bedeesd haar oogjes neer.
 
Gloeiend rood verkleurde het blosje
 
En zij zuchtte menig keer.
8
 
't Blosje was weldra verdwenen
 
Dat de schoonste dikwijls kleurt.
 
't Lieve meisje was tevreden
 
En de schipper opgebeurd.
9
 
Lieflijk blies de wind in het zeiltje
 
En het schuitje snelde voort.
 
't Meisje zong een aardig deuntje
 
En de schipper zong accoord.
10
 
Beiden zijn nu saâm gestrengeld
 
Door de banden van de min
 
Want het schalkse Cupidootje
 
Trad met hen het schuitje in.

Albertje Nijborg-Rademaker (1905-1972) te Annen. Haar ouders woonden ook in Annen. Haar vader was vrachtrijder en kleine boer.

B. Lieve schipper vaar mij over

Op deze melodie worden op Terschelling verschillende andere liedteksten gezongen; men zou om die reden van een ‘passepartout-melodie’ kunnen spreken.

[pagina 139]
[p. 139]

Opname 27 oktober 1976



illustratie

1
 
Lieve schipper vaar mij over
 
Naar dat gindsen dorpjen heen.
 
Ik zal u een halssnoer geven,
 
Ik zal u een halssnoer geven
 
En deez' kostelijken steen.
2
 
Liefje ik vaar u niet over
 
Voor geen halssnoer noch geen steen,
 
Neen voor zullek een kleinigheden,
 
Neen voor zullek een kleinigheden
 
Vaar ik u daarginds niet heen.
3
 
Lieve schipper vaar mij over
 
'k Zal u geven een gouden ring
 
En daarbij een aardig liedje,
 
En daarbij een aardig liedje
 
Dat ik onder 't varen zing.
[pagina 140]
[p. 140]
4
 
Liefjen ik vaar u niet over
 
Voor geen ring noch voor geen lied,
 
Neen voor zulk een kleinigheden,
 
Neen voor zulk een kleinigheden
 
Vaart gij in mijn schuitje niet.
5
 
Lieve schipper vaar mij over,
 
'k Zal u geven wat u behaagt,
 
Ja, ik zal u alles geven,
 
Ja, ik zal u alles geven
 
Wat g'uit goedheid van mij vraagt.
6
 
Mag ik u een kusje geven
 
Op uw rozenrode mond?
 
Voor een kusje, lieve schone,
 
Voor een kusje, lieve schone,
 
Vaar ik u de wereld rond.
7
 
't Arme meisje stond verlegen,
 
Sloeg haar oogies blozend neer.
 
Zachies zonk zij in zijn armen,
 
Zachies zonk zij in zijn armen
 
En hij kust' haar keer op keer.
8
 
Zachies zijn zij heen gevaren
 
Langs de baren van de zee
 
En dat schalkse Cupidootje,
 
En dat schalkse Cupidootje,
 
Bracht hen aan een vasten ree.
9
 
Zachies woei de wind in 't zeiltjen
 
En het scheepje snelde voort.
 
Meisje zong een aardig liedje,
 
Meisje zong een aardig liedje,
 
En de schipper zong 't akkoord.

De zanger van dit lied, Jord Spanjer (1899-1979) te Hoorn, werd geboren in Lies (Terschelling). Hij was boer. Meer dan vijftig liederen heeft hij voor ons gezongen. Hij zong in een zeer gedragen stijl. Van wie hij deze liederen geleerd heeft is niet bekend, maar aangenomen mag worden dat ze in de jeugdjaren van de heer Spanjer in zijn omgeving op Terschelling algemeen bekend waren. Hij had een bijzondere belangstelling voor de

[pagina 141]
[p. 141]

liederen en bleef ze verzamelen.

In huiselijke kring zong hij veel en begeleidde hij op de mondharmonika bij het dansen. In de periode dat de liederen in de vergetelheid raakten zong hij ze nog op bruiloften en andere feestelijke bijeenkomsten. Door zijn repertoirekennis heeft hij een rol gespeeld in de totstandkoming van de zanggroep OOST op Terschelling. Om dezelfde reden is hij voor ons liedonderzoek van groot belang geweest.

C. Lieve schipper vaar mij over

Opname 10 december 1966 (eerste van de zes opgenomen strofen)



illustratie

1
 
Lieve schipper vaar mij over,
 
Lieve schipper vaar mij over
 
Naar dat gindse dorpje henen,
 
Naar dat gindse dorpje henen.

Johanna Verlaak-Gommans (geb. 1891) te Helden. Zie lied 1 voor meer gegevens over haar.

[pagina 142]
[p. 142]

D′. Lieve schipper vaar mij over

Opname 9 mei 1966 (eerste van de zes opgenomen strofen)



illustratie

1
 
Lieve schipper vaar mij over
 
Naar dat gindse dorpje heen.
 
Ik zal u een halssnoer geven
 
En een kostelijke steen
 
Si-om-si trioliola
 
Si-om-si trioliola
 
En een kostelijke steen.

Cato Kirkels-Creemers werd in 1906 in Stramproy geboren. Haar vader, een timmerman, en haar moeder kwamen eveneens uit Stramproy. Ze was enkele jaren caféhoudster. Haar liederen leerde ze van haar ouders en van kennissen en cafébezoekers. Ze noteerde de teksten in enkele schriften.

D″. Lieve schipper haal mij over

Jo Daan (Wieringer land en leven in de taal, 1950) maakte destijds geen gewag van deze melodie, noteerde in Wieringen alleen de Ierse (It's the last rose of summer) die via de opera Martha van Friedrich von Flotow (première Wenen 1847) bekend is geworden.

[pagina 143]
[p. 143]

Opname mei 1960



illustratie

1
 
Lieve schipper haal mij over
 
Naar het gindse dorrepje heen.
 
Ik zal u een halssnoer geven
 
En een kostelijke steen.
 
Haal mij over stil en zacht
 
Ik ga slapen goedenacht.

Gezongen door mevrouw J.M. Bogaard-Steigstra (1880-1974) te Weesp. Ze komt oorspronkelijk uit Wieringen en heeft daar het lied geleerd.

D‴. Lieve schipper vaar mij over

Nog een melodie uit Terschelling, waar Jaap Kunst al drie andere melodieën, waaronder die van Jord Spanjer, van dit lied noteerde. Deze vierde is geleend van het lied Wer will unter die Soldaten (tekst van Friedrich Güll (1836), melodie van Friedrich Kücken (1855), een Duits kinderlied dat zo populair werd dat het in het officiële soldatenrepertoire terechtkwam. Daar werd de melodie van het lied op haar beurt weer voor andere soldaten- en strijdliederen gebruikt.

[pagina 144]
[p. 144]

Opname 1965 (eerste van de acht opgenomen strofen)



illustratie

1
 
Lieve schipper vaar mij over
 
Naar dat gindse dorpje heen,
 
Naar dat gindse dorpje heen.
 
Ik zal u een halssnoer geven
 
En een kostelijken steen.

Aaltje Bakker-Kooijman (1882-1966) te Midsland.

Data en plaatsen van opname

A

10 01 1953 Bobeldijk
06 02 1954 Assen
28 10 1954 Oost-Souburg
24 11 1956 Volendam
28 10 1959 Koudekerke
16 04 1963 Daarle
00 03 1966 Volendam
29 10 1966 Annen
27 10 1976 Hoorn (Tersch.)

B

00 00 1950 Hoorn (Terschelling)
14 04 1966 West-Terschelling
07 03 1968 Oost-Vlieland
26 10 1976 West-Terschelling
27 10 1976 Hoorn (Terschelling)
27 10 1976 Hoorn (Terschelling)

C

21 11 1959 Vlissingen
10 12 1966 Helden
24 02 1967 Temeuzen

D

00 05 1960 Weesp
00 00 1965 Midsland
09 05 1966 Stramproy

[pagina 145]
[p. 145]


illustratie

Vermeldingen/Literatuur

Böhme 1895, 547-548 (D‴: Böhme 1895, 432-433); Brandts Buys 1875, [79-81]; Daan 1950, 328-329; Groen 1930, 103; Haan 1944; Haan 1957, 94-95, 202-203; Kunst 1951, 210-213; Veurman/Bax 1944, 129-130.

eind1.
Haan 1944.
eind2.
N. Beets, Proza en Poezij; verzameling van verspreide Opstellen en Verzen. Haarlem 1840, p. 163-165.
eind3.
E.J. Potgieter, Verspreide en nagelaten poëzij; 1828-1874. Derde druk, Haarlem 1896. Deel 1, p. 209-210.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 29 oktober 1966

  • 27 oktober 1976

  • 10 december 1966

  • 9 mei 1966

  • mei 1960


lied

  • Naar de Nederlandse Liederenbank