Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 3. Liederen over trouw en ontrouw in de liefde, verleiding en verlating (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 3. Liederen over trouw en ontrouw in de liefde, verleiding en verlating
Afbeelding van Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 3. Liederen over trouw en ontrouw in de liefde, verleiding en verlatingToon afbeelding van titelpagina van Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 3. Liederen over trouw en ontrouw in de liefde, verleiding en verlating

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.45 MB)

Scans (11.84 MB)

XML (0.49 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 3. Liederen over trouw en ontrouw in de liefde, verleiding en verlating

(1991)–A.J. Dekker, Marie van Dijk–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 120]
[p. 120]

13
Het was op een mooie zomerdag

Samenvatting

Een jongen ontmoet in een bos een meisje dat hij, ondanks de waarschuwingen van haar moeder zich niet met mannen in te laten, weet te verleiden tot intimiteiten met alle gevolgen van dien.

Toelichting

Van dit lied werden negen opnamen gemaakt die eerder op grond van de melodieën dan van de teksten kunnen worden verdeeld in twee groepen (A en B). De melodie van groep A is verwant aan die van Dicht bij de Leek en daaromtrent (zie deel 2, lied 32; zie ook de liederen 14 en 23 in dit deel), met welk lied ook tekststrofen uit beide groepen overeenkomen, zoals bij voorbeeld de volgende uit een A-variant:

8
 
En na negen maandjes en een dag
 
Kwam er een kleintje voor den dag.
9
 
En nu kun je eens zien hoe die jongens zijn
 
Mooi op het oog, maar vals in schijn.
10
 
En nu kun je ook zien hoe die meissies zijn
 
Hoe ze ook gauw te verleiden zijn.
 
 
 
(Koevorden 1963; zie ook liedvoorbeeld B, str. 7 en 8)

Hoe gemakkelijk het plukken van een roos, beeldspraak voor ontmaagding, kan leiden tot moord, ofwel hoe een motief kan veranderen, is in de B-varianten duidelijk te volgen. Drie varianten (uit Nieuw Schoonebeek, Boxtel en Venraay) geven, als de roos is geplukt, de gebruikelijke gang van zaken weer: de manspersoon laat het meisje ‘zitten in het ongeluk’, een term waarmee zo al geen ongehuwd moederschap, dan toch tenminste verloren onschuld [= verloren eer] wordt aangeduid. Hetzelfde kan worden bedoeld met de terminologie in de betreffende strofe van een in Veldhoven opgenomen versie

[pagina 121]
[p. 121]
(7)
 
Toen hij die roos had afgeplukt
 
Stak hij het meisje in een ongeluk

wanneer de tweede regel als verduidelijking van en aanvulling op de symboliek in de eerste regel wordt beschouwd. Daarnaast ligt de associatie met steken of gestoken worden voor de hand; men plukt geen rozen zonder zich aan de doornen te verwonden. Een letterlijke interpretatie echter van de tweede regel (het meisje wordt zodanig gestoken dat ze ernstig gewond raakt) biedt een logische aanvulling op het verhaal in een in Zevenbergen opgenomen versie. Daarin ontbreekt de roos, zowel de aanvankelijk gesignaleerde als de later geplukte. Wel is er, zoals in de overige B-varianten, sprake van ongeluk, nu ‘haar ongeluk’ waarin ze is ‘blijven staan’; dan, zonder verdere toelichting, is er opeens een moordenaar, hetzij een symbolische (van haar onschuld), hetzij een echte:

(6)
 
Toen is het meisje meegegaan
 
En in haar ongeluk blijven staan.
(7)
 
Ziet daar die moordenaar nu eens gaan
 
Hij heeft geen rust meer om te staan.

Bij nader inzien blijk het hier te gaan om een contaminatie met het lied Een jongeling van achttien jaar, een eind-negentiende eeuwse smartlap die in een van de komende delen van Onder de groene linde nog ter sprake zal komen, waarin de volgende regels voorkomen:

 
Ga naar margenoot+ Maar toen hij haar had van haar eer ontrukt
 
Liet hij haar achter in een diepe druk

en, nadat hij in de daaropvolgende strofen zijn van hem zwangere vriendin mee naar buiten heeft gevoerd om haar met zeven messteken van het leven te beroven:

 
Ga naar margenoot+ Ziet zoo een moordenaar daar eens lopen,
 
Geen rust of duur meer om iets te hopen
[pagina 122]
[p. 122]

Lied
A. Het was op een mooie zomerdag

Evenals in strofe 1 worden in iedere strofe de tekstregels telkens herhaald.

Opname oktober 1959



illustratie

1
 
Het was laatst op een zomerdag, zomerdag
 
Het was laatst op een zomerdag,
 
Dat ik in 't bos een schaduw zag
 
Dat ik in 't bos een schaduw zag.
2
 
Ik dacht van wie zou die schaduw zijn, schaduw zijn
 
Een alderliefst meisje kwam nader tot mijn.
3
 
Mijn arrem kind, ach schrik maar niet, schrik maar niet,
 
Ik ben een jongeling zoals gij ziet.
4
 
Want mijne moeder sprak tot mij, sprak tot mij,
 
Dat ik met geen man alleen mag zijn.
5
 
Mijn kind geloof je moeder niet, moeder niet,
 
Want zij vertelt je de waarheid niet.
6
 
Je moeder is maar een oud wijf, een oud wijf,
 
Die houdt zo gaarne van tijdverdrijf.
7
 
Het meisje ging het bos weer in, bos weer in,
 
Dat was de jongeling naar zijn zin.
[pagina 123]
[p. 123]
8
 
Toen zij daar zat in 't lange gras, lange gras,
 
Wist zij voor 't eerst wat liefde was.
9
 
Weet je niet hoe die jongens zijn, jongens zijn,
 
Mooi op het oog maar vals in schijn.

Gezongen door Neeltje Pietertje Warbout-de Vries (1891-1978) te Rockanje. Voor meer gegevens over haar: zie lied nr. 9.

B. Het was op enen zomerdag

Evenals in strofe 1 wordt in iedere strofe de tekst in zijn geheel herhaald. De melodie is in de onderstem.

Opname 12 oktober 1967



illustratie

1
 
Het was op enen zomerdag
 
Toen ik in de zon een schaduw zag.
 
Het was op enen zomerdag
 
Toen ik in de zon een schaduw zag.
2
 
En raad eens wat die schaduw zei?
 
Ach bekoorlijk meisje, kom bij mij.
3
 
Neen, want mijn moeder heeft gezegd:
 
Gaat nooit met jongens, want ze zijn zo slecht.
4
 
Ach meisje gelooft uw moeder niet,
 
Wat zij vertelt is de waarheid niet.
[pagina 124]
[p. 124]
5
 
Toen zijn ze samen naar het bos gegaan
 
Waar zij een rode roos wist staan.
6
 
Toen zij die roos hadden afgeplukt
 
Liet hij haar zitten in het ongeluk.
7
 
Nu kun je zien, hoe die meisjes zijn,
 
Hoe gauw dat zij te verleiden zijn.
8
 
Nu kun je zien, hoe die jongens zijn:
 
Lief van gezicht, maar vals van schijn.


illustratie

Gezongen door Petrus Franciscus Maria Janssen (1911-1971) en zijn neef Gerardus Hendrikus Johannes Marie Janssen (geboren 1933), beiden afkomstig uit Venray. In de jaren vijftig kreeg Gerardus Janssen van zijn hier genoemde oom een knoppenklavier (accordeon) met de belofte dat hij hem op het instrument zou leren spelen. Dat is ook gebeurd en geleidelijk heeft de neef de plaats van zijn oom ingenomen in een orkestje dat ‘De Peelzwervers’ heette.

Over zijn ervaringen als muzikant vertelt de heer Gerardus Janssen in Bijlage 1.

B′. Het was op een mooie zomerdag

Opname 23 september 1967



illustratie

[pagina 125]
[p. 125]
1
 
't was op een mooie zomerdag
 
Toen ik in 't bos een schaduw zag,
 
't was op een mooie zomerdag
 
Toen ik in 't bos een schaduw zag.

Gezongen door Paulina Timmermans-van Gils (1899-1982) te Boxtel. Haar vader was boer en kwam uit Gilze-Rijen. Haar moeder was afkomstig uit Oirschot.

Data en plaatsen van opname

A

00 11 1952 Westkapelle
00 00 1958 Westkapelle
00 10 1959 Rockanje
07 05 1963 Coevorden

B

23 06 1962Ga naar voetnoot* Veldhoven
09 09 1967 Nieuw Schoonebeek
23 09 1967 Boxtel
12 10 1967 Venray
06 02 1970 Zevenbergen



illustratie

margenoot+
(str. 1, r. 3-4)
margenoot+
(str. 6, r. 1-2)

voetnoot*
Opname Will Scheepers

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • oktober 1959

  • 12 oktober 1967

  • 23 september 1967


lied

  • Naar de Nederlandse Liederenbank