Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van Aladdin tot Zwaan kleef aan. Lexicon van sprookjes: ontstaan, ontwikkeling, variaties (1997)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van Aladdin tot Zwaan kleef aan. Lexicon van sprookjes: ontstaan, ontwikkeling, variaties
Afbeelding van Van Aladdin tot Zwaan kleef aan. Lexicon van sprookjes: ontstaan, ontwikkeling, variatiesToon afbeelding van titelpagina van Van Aladdin tot Zwaan kleef aan. Lexicon van sprookjes: ontstaan, ontwikkeling, variaties

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.72 MB)

Scans (44.27 MB)

ebook (10.79 MB)

XML (1.58 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

sprookje(s)
non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van Aladdin tot Zwaan kleef aan. Lexicon van sprookjes: ontstaan, ontwikkeling, variaties

(1997)–A.J. Dekker, J. van der Kooi, Theo Meder–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De muis en de leeuw

Een leeuw heeft een muis, die hem in zijn slaap heeft gestoord, gevangen. De muis smeekt de leeuw hem te sparen en belooft als tegenprestatie hem te zullen helpen als dat ooit nodig mocht zijn. De geamuseerde leeuw laat hem daarop lopen. Later wordt de leeuw gevangen in een net. De muis bevrijdt hem nu door de touwen door te knagen.

 

Deze oude fabel met zijn zo overduidelijke moraal (veracht het kleine zwakke niet, het kan nog eens van pas komen) kent een westerse en een oosterse traditie. De westerse wordt voor het eerst grijpbaar in de Aesopeia van Demetrios van Phaleron (ca. 350 - ca. 280

[pagina 254]
[p. 254]

v.C.). Het verhaaltje kreeg een vaste plaats in de antieke fabelcorpora (bijvoorbeeld bij Babrius in de 2e eeuw n.C. en in de zogenaamde Pseudo-Dositheus in de 3e/4e eeuw n.C.), daarna ook in de middeleeuwse en moderne Europese fabel- en preekexempeloverlevering. In het Middelnederlands duikt de fabel voor het eerst op in de 13e-eeuwse fabelbundel Esopet (nr. 18). De overlevering ervan is tamelijk stabiel. Er duikt wel een enkele keer een afwijkende redactie op, maar die houdt nooit lang stand. Voorbeelden van zulke redacties zijn die in de aan Cyrillus toegeschreven Speculum sapientiae (13e eeuw? - ook in het Middelnederlands vertaald) en in de zogenaamde Romulus Nilantinus (11e eeuw). In de eerste wordt naast de leeuw ook nog een vos gevangen, maar de muis wil de laatste niet helpen. Hij heeft geen enkele reden om hem dankbaar te zijn. In de tweede bevrijdt de muis geholpen door vrienden en familie de leeuw uit een kuil door deze met aarde op te vullen.

Deze laatste redactie is vooral interessant omdat zij een brug lijkt te slaan naar qua datering oudere, waarschijnlijk in India ontstane oriëntaalse verhalen. Zo vinden we in verschillende bewerkingen van de met verhalen gelardeerde Indische vorstenspiegel Pancatantra, ontstaan tussen de 3e en de 6e eeuw, de kuil-redactie van ons verhaal met olifant(en) en muizen als handelingsdragers. Bijvoorbeeld: een olifant helpt een muis door hem uit een pot te bevrijden, door niet op zijn huis te trappen of door hem over een stroom te dragen. Kort daarop wordt de olifant in een valkuil gevangen of met andere olifanten aan een grote boom vastgebonden. Muizen ondergraven dan de wanden van de kuil en zorgen er zo voor dat deze instorten, of zij knagen de touwen door. Het laatste motief is ook in beeld gebracht op de in de 7e eeuw te dateren Mendut-tempel op Java.

Er circuleerden en circuleren nog in de Oriënt ook met de net-redactie vergelijkbare verhalen. In een op Indische bronnen teruggaand verhaal van ca. 400 in de Chinese boeddhistische geschriften-canon de Tripitaka bevrijdt een jakhals koning leeuw zo uit een bron, en op een medaillon op de stenen omheining van de stupa van Bharhut in India (ca. 2e eeuw) zien we hoe een schildpad de strik van een gevangen dier doorknaagt. Ook in andere Indiase verhalenbundels vinden we regelmatig verhalen over dieren (waaronder muizen) die in een strik of net gevangen vrienden bevrijden door dit vangtuig door te knagen. Een enkele hiervan heeft via Perzische, Arabische, Hebreeuwse en Latijnse bewerkingen en vertalingen ook de Europese literatuur bereikt, zoals bijvoorbeeld de fabel van de vriendschap tussen de muis, de rat, de schildpad en het hert, die onder andere bewerkt werd door Zacharias Heyns (1566-1638) in zijn Voorbeeldsels der oude wysen (eerste druk 1623), La Fontaine (1621-95) in zijn Fables choisis (xii, 15: ‘Le corbeau, la gazelle, la tortue, et le rat’; 1693) en Ludwig Bechstein (1801-60) in zijn Deutsches Märchenbuch van 1857 (at 233b, ‘The Birds Fly Off with the Net’). Anders dan in Azië, Siberië en Zuidoost-Europa bereikten deze verhalen echter niet de mondelinge overlevering.

Dit gebeurde wel met de westerse redactie van de muis en de leeuw, die in grote delen van Europa tamelijk getrouw werd opgenomen in de orale traditie, daarbij gesteund door een doorlopende en zeer omvangrijke reeks literaire bewerkingen, waarvan de versie van La Fontaine: ‘Le lion et le rat’ (Fables choisies ii, 11; 1668) als voorbeeld kan dienen. Buiten West-Europa wordt deze redactie meer gevarieerd en treden er ook andere, inheemse dieren in op. Noord-Amerikaanse

[pagina 255]
[p. 255]

Indianen hebben hem zelfs ingebed in regionale mythologieën. In Vlaanderen is de fabel niet uit de mondelinge overlevering opgetekend. In Nederland werd zij maar zelden genoteerd, al was (en is) zij hier zeker algemeen bekend: een vijftal recente Friese teksten maken dit ook duidelijk. Het gebrek aan optekening ligt niet aan de vertellers, maar aan de verzamelaars, die maar al te vaak hun neus ophaalden voor overmatig in druk verspreide verhalen.

Onduidelijk is nog waar deze fabel is ontstaan: in het westen of in het oosten. Eén theorie ziet het oude Egypte als land van oorsprong. De verdedigers hiervan baseren zich op een hellenistische bewerking uit de 2e eeuw van de zogenaamde Tefnut-legende, waarin de fabel naast een reeks andere verhaaltypen een rol speelt. Met deze andere typen wordt zij ook nu nog verbonden in de mondelinge overlevering van het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Het spoor van de Tefnut-legende lijkt terug te voeren tot ongeveer de 15e eeuw v.C. Een scherf uit die eeuw schijnt er een episode uit weer te geven, maar omdat deze legende een typische raamvertelling is - een verhaal dus waarin naar believen passende verhalen en motieven kunnen worden ingevoegd of weggelaten - is absoluut niet zeker of de fabel er ook toen reeds deel van uitmaakte. Zolang dit niet valt uit te maken, blijft dus de tekst in de Aesopeia van Demetrios de oudste bron en een herkomst uit het Oudgriekse cultuurgebied voorlopig het meest voor de hand liggend.

jurjen van der kooi

teksten: Bechstein 1967, pp. 263-266; Perry 1975, pp. 137-139; Stuiveling 1965, ii, nr. 18.
studies: at 75; dg nr. 387, vgl. ook nr. 424, 556; em vi, kol. 1023-1029; Schippers 1995, nr. 211, 216; Schwarzbaum 1979, pp. 87-95; Tubach 1969, nr. 3052; vdk p. 291.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken