Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Algemeen letterkundig lexicon
Toon afbeeldingen van Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (4,42 MB)

Lexicon van de poëzie (5,01 MB)

Lexicon van de retorica (1,62 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (3,59 MB)

Lexicon van literaire genres (13,34 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (15,45 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (2,36 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (19,90 MB)

XML (11,37 MB)

tekstbestand



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

atonale poëzie

Met de term ‘atonaal’, afkomstig uit de muziekwetenschap, wordt aangegeven dat een muziekstuk is gecomponeerd zonder een vaste grondtoon. Naar analogie met de atonaliteit in de muziek breekt de zgn. atonale poëzie resoluut met conventionele verwachtingen i.v.m. ritme, rijm en eufonie meer in het algemeen. Ook semantische en syntactische voorschriften worden principieel met voeten getreden. Het dadaïstische Lautgedicht (dadaïsme) is een consequente vorm van atonale poëzie: de vervorming op elk niveau is hier de norm.

In specifiek literair-historische zin wordt de term als aanduiding voor de poëzie der Vijftigers gebruikt. De benaming is hier afkomstig van de geschiedenismakende bloemlezing Atonaal (1951) van Simon Vinkenoog, waarin de volgende experimentele dichters voorkomen: Lucebert, R. Campert, H. Andreus, P. Rodenko, H. Lodeizen, J. Hanlo, S. Vinkenoog, G. Kouwenaar, H. Claus en J. Elburg. Een bekend atonaal gedicht is Jan Hanlo’s 'Oote' (1952), waaruit een fragment:

Oote oote oote
Boe
Oote oote
Oote oote oote boe
Oe oe
Oe oe oote oote oote
A
A a a
Oote a a a
Oote oe oe
(J. Hanlo, VG, 1970, p. 79)

Lit: J.H. Cartens, ‘Proeve van een essay over atonale poëzie: aantekeningen bij Hans Lodeizens’ Het innerlijk Behang’ in Roeping 28 (1952), p. 242-247 • H. Keller, Hotel Atonaal. Verslag van een romance (1994) • G. de Jager, ‘Atonaal en de gevolgen: vormprincipes in de moderne poëzie’ in Literatuur 5 (2000), p. 266-275.

atmosfeer atrament

thematisch veld:

Lyrische en poëtische genres
Experimentele vormen

Moderne stilistiek en taalkunde
Historische stijlvormen

Vorige Volgende