Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–anoniem Algemeen letterkundig lexicon–collageEtym: Lat. colligere = bijeenbrengen, verzamelen. Term afkomstig van de beeldende kunsten om er een literaire techniek mee aan te duiden waarin op soortgelijke wijze gewerkt wordt met het samenvoegen van aan anderen ontleende elementen, zoals citaten (citaat), toespelingen, verwijzingen, uitdrukkingen, reclameteksten enz. Daarbij gaat het vaak om tekstfragmenten uit een ander taalregister die in een nieuw verband geplaatst worden. Collagetechnieken worden vooral toegepast door auteurs van de historische avant-garde (bijv. Paul van Ostaijen in Bezette stad, 1921) en het postmodernisme (bijv. J.F. Vogelaar in Kaleidiafragmenten, 1970). Zie ook flarf. Lit: K. Beekman, ‘Wetenschap, poëtika’s en experimentele literatuur’ in themanummer 'Tekstinterpretatie in discussie' van Spektator 6 (1976-1977) 4, p. 196-203 U. Weisstein, ‘Collage, montage and related terms’in Comparative literature studies 15 (1978), p. 124-139 J.P. Plottel (red.), Collage (1983) D. Dietrich, The collages of Kurt Schwitters: tradition and innovation (1993).
|
|