Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Algemeen letterkundig lexicon (2012-....)

Informatie terzijde

Titelpagina van Algemeen letterkundig lexicon
Afbeelding van Algemeen letterkundig lexiconToon afbeelding van titelpagina van Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (5.97 MB)

Lexicon van de poëzie (8.51 MB)

Lexicon van de retorica (3.19 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (6.00 MB)

Lexicon van literaire genres (18.94 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (22.09 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (4.89 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (23.36 MB)

XML (11.77 MB)

tekstbestand



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

jongleur

Etym: Fr. acrobaat, goochelaar, minstreel < Lat. jogulator, joculator = grappenmaker, entertainer < jocus = scherts.

Van oorsprong (middeleeuws-)Latijnse benaming (joculator), vanaf de 8ste eeuw gebruikt voor rondtrekkende beroepsspeellieden, die naast acrobatiek, muziek en variété ook de voordracht van literaire (epische) teksten verzorgden. De jongleurs zijn de opvolgers van de histriones en mimi uit het antieke Rome. De term jongleur is Frans en het fenomeen jongleur is vooral uit Frankrijk bekend. Hun repertoire is grotendeels verdwenen omdat het niet bewaard werd in bibliotheken. Waarschijnlijk vormen de jongleurs een belangrijke schakel in de geschiedenis van het toneel en heeft een deel van de mondelinge overlevering van het niet-religieuze theater via de jongleurs plaatsgevonden. Ook in de ontwikkeling en de verbreiding van het chanson de geste hebben jongleurs een grote rol gespeeld.

In de 13de eeuw wordt de productie van langere epische werken meer en meer door clerken verzorgd; de jongleur verliest zijn literaire functie als voordrager van epiek en is niet meer te onderscheiden van de groep van de toneelspelers, goochelaars etc. De opvolger van de jongleur in het orale literaire circuit is de minstreel, die waarschijnlijk voor een andere vorm van literair amusement zorgde dan de epiek schrijvende clerken. Blijkens de uitvallen van Jacob van Maerlant naar deze ‘menestrele’ zal er tussen beide groeperingen felle concurrentie geweest zijn. Aangenomen mag worden dat hun repertoire bestond uit zelf gemaakte of door anderen vervaardigde korte (lied)teksten die ze voor eigen gebruik vaak ingrijpend wijzigden.

In de loop van de 14de eeuw verdwijnt de term minstreel uit de rekeningboeken van de vorstenhoven: alleen instrumentbespelers, zangers en (sprook)sprekers blijven over. Het begrip sprookspreker duidt ook een beroepsvoordrager aan, maar het is niet duidelijk of de term betrekking heeft op voordragers van het type jongleur of van het type minstreel.



illustratie
Rondtrekkende jongleurs in de marge van een 10de-eeuws handschrift. [bron: R.L. Erenstein (red.), Een theatergeschiedenis der Nederlanden (1996), p. 1]


Lit: P. Wareman, Spielmanndichtung:Versuch einer Begriffsbestimmung (1951) • M. Valency, In praise of love (1958) • B. Hunningher, The origin of the theater (1955) • E. Faral, Les jongleurs en France au Moyen Age (19702) • H. Pleij, ‘Volksfeest en toneel in de middeleeuwen II’ in De Revisor 4 (1977) 1, p. 34-41 • R. Knorringa, Het oor wil ook wat (1980), p. 34-40 • F.P. van Oostrom, Het woord van eer (19965), p. 32-45 • J. Reynaert, ‘Literatuur in de stad?’ in F.P. van Oostrom & F. Willaert (red.), De studie van de Middelnederlandse letterkunde: stand en toekomst (1989), p. 93-108 • W. Noomen, Le jongleur par lui-même: choix de dits et de fabliaux (2003).

jongensboek jōruri
thematisch veld:

Auteurs en vertolkers
Literaire en muzikale vertolkers

Klank en oraliteit
Orale overlevering

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken