Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (4,42 MB)

Lexicon van de poëzie (4,93 MB)

Lexicon van de retorica (1,60 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (3,58 MB)

Lexicon van literaire genres (13,26 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (15,36 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (2,33 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (19,90 MB)



Genre
sec - letterkunde

Subgenre
non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–anoniem Algemeen letterkundig lexicon

Vorige Volgende

wit-2

Etym: Eng. geestigheid, vernuft, verstand.

Term die sinds de renaissance met grote regelmaat opduikt in de Engelse literaire kritiek en in verschuivende betekenissen. In de 16de en 17de eeuw wees de term vooral op literaire inventiviteit, op het vermogen om op briljante, verrassende, paradoxale wijze woorden en ideeën met elkaar in verband te brengen (bijv. de poëzie van de metaphysical poets). Sommige critici in de 18de eeuw probeerden daarbij ‘true wit’ (vernuftige formulering van universele waarheden) van ‘false wit’ (oppervlakkig spel, woordenspel) te onderscheiden. Naarmate het begrip ‘imagination’ (dichterlijke scheppingskracht) in de romantiek burgerrecht verwierf, verengde de reikwijdte van wit tot de betekenis die het woord had in de 17de eeuw: een briljante en paradoxale stijl. Een uitspraak kan dan gelden als witty, of als een witticism, als ze kernachtig is en tot een verrassende en komische pointe leidt. Dergelijk epigrammatisch karakter kenmerkt de talloze boutades van Oscar Wilde, die beroemd was om zijn wit (bijv. ‘Work is the ruin of the drinking classes’).

Lit: C.L. Summers & T.L. Pebworth (red.), The wit of seventeenth-century poetry (1995) • M.J. Woods, Gracian meets Gongora: the theory and practice of wit (1995).

wit-1 woord(en)spel

thematisch veld:

Moderne stilistiek en taalkunde
Spel met taal

Vorige Volgende