Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Algemeen letterkundig lexicon (2012-....)

Informatie terzijde

Titelpagina van Algemeen letterkundig lexicon
Afbeelding van Algemeen letterkundig lexiconToon afbeelding van titelpagina van Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (5.97 MB)

Lexicon van de poëzie (8.51 MB)

Lexicon van de retorica (3.19 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (6.00 MB)

Lexicon van literaire genres (18.94 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (22.09 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (4.89 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (23.36 MB)

XML (11.77 MB)

tekstbestand



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

theater-2

Etym: Gr. theatron = schouwplaats < theaomai = ik aanschouw, ik kijk met bewondering.

Toen Wim Sonneveld in een van zijn cabaretvoorstellingen aan zijn publiek te kennen gaf dat wat ze zagen ’allemaal theater’ was, doelde hij niet op het gebouw, maar gebruikte hij de term voor alles wat op het podium van het theater-1 wordt geboden: drama, revue-1, cabaret, opera, operette, musical, varieté en wat dies meer zij. Het materiaal hiervoor is zeer ruim en omvat naast teksten ook akoestische middelen (muziek, geluid en verbale elementen als dictie e.d.) en visuele elementen (mimiek, gebaar, aankleding, decors, rekwisieten, belichting e.d.).

Kenmerkend voor het theater in deze zin is de gelijktijdigheid van productie en receptie, waardoor elke theateropvoering eenmalig en onherhaalbaar is, ook als het bijv. om hetzelfde toneelstuk of cabaretprogramma gaat. Een kerngegeven van de theatrale communicatiesituatie is dat acteurs door hun spel personages of objecten, geplaatst in een fictionele wereld, als levend creëren voor de toeschouwer. Die communicatie vindt plaats op twee niveaus: 1. Tussen de fictionele personages onderling in een fictionele wereld, ook wel het ‘innere Kommunikationssytem’ genoemd. 2. Op het niveau van de toeschouwer, nl. tussen de voor hem gecreëerde wereld op het toneel en hemzelf of het ‘aussere Kommunikationssystem’.

In elke periode en door elke theaterproducent worden uit het geheel aan theatrale middelen telkens andere specifieke aspecten als dominant aangewend om zo uitdrukking te geven een de eigen problematiek. Zo legde Artaud (théâtre de la cruauté) in zijn werk de nadruk op het non-verbale van het theater, terwijl bijv. de Franse classicistische traditie of Goethes Weimartheater juist het accent legden op de verbale of paraverbale aspecten (het zgn. teksttheater). Begrippen als theater en  theatraliteit (opgevat als de ‘specificiteit van het theater’) blijken dan ook doorgaans waardebepalende begrippen te zijn en zijn constant inhoudelijk in beweging.

De term theater in deze zin is ruimer dan toneel of drama en verwijst, anders dan het Franse woord théâtre niet naar een oeuvre van dramateksten.

In Nederland bestaat het Theater Instituut Nederland dat gevestigd is in Amsterdam (Sarphatistraat 53). Het instituut verzorgt online de theaterencyclopedie.nl. Van 1985 tot 1988 verscheen het Theatertijdschrift. In België is er het Vlaams Theater Instituut, het steunpunt voor de podiumkunsten in Brussel (Sainctelettesquare 19).

Lit: J.R. Taylor, A dictionary of the theatre (19755) • P. Pavis, Dictionnaire du théâtre (1980; herziene uitgave 2002) • E. Fischer-Lichte, Semiotik des Theaters, 3 vols (1983; Eng. Vert: The semiotics of theatre, 1992) • C. Tindemans, Drama en theater (1984) • M. Brauneck & G. Schneilin (red.), Theater Lexikon: Begriffe und Epochen, Bühnen und Ensembles (1986) • R.L. Erenstein (red.), Een theatergeschiedenis der Nederlanden (1996; reprint 2001) • Kritisch theater lexicon, afl. 1-18 (1996-2002) • K. Elam, The semiotics of theatre and drama (20022) • ‘Theater special’, speciaal nummer van Vooys 24 (2006) 3 • D. Krasner (red.), Theatre in Theory 1900-2000. An anthology (2008) • Ph.B. Zarilli e.a. (red.), Theatre histories. An introduction (20102) • D. Mamet, Theatre (2010) • B. Seidensticker, Das antike Theater (2010) • D. Kennedy, The Oxford companion to theatre and performance (2011) • K. Reilly, Automata and mimesis on the stage of theatre history (2011).

theater-1 theaterkritiek
thematisch veld:

Dramatische en performatieve genres
Algemene dramatische genres

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken