Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Algemeen letterkundig lexicon
Toon afbeeldingen van Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (4,42 MB)

Lexicon van de poëzie (5,01 MB)

Lexicon van de retorica (1,62 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (3,59 MB)

Lexicon van literaire genres (13,34 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (15,45 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (2,36 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (19,90 MB)

XML (11,37 MB)

tekstbestand



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

cultuursprookje

Benaming voor een sprookje dat niet uit de mondelinge overlevering stamt, maar speciaal – vooral sinds de romantiek – uit bewondering voor en in navolging van het naïeve volkssprookje is geschreven. Men spreekt daarom ook wel van kunstsprookje, literair sprookje of over nieuwe sprookjes in tegenstelling tot de oorspronkelijke volkssprookjes.

Bekende auteurs van cultuursprookjes zijn o.m. Hans Chr. Andersen, Wilhelm Hauff, E.Th.A. Hoffmann, Clemens Brentano, Novalis, Ludwig Thieck, Oscar Wilde en Th. Storm. In het Nederlandse taalgebied schreven o.a. Frederik van Eeden (De kleine Johannes, 1887), Louis Couperus (Fidessa, 1899), Godfried Bomans (Sprookjes, 1946), Louis Paul Boon (Grimmige sprookjes, 1957) en Annie M.G. Schmidt (Misschien wel echt gebeurd, 1997) kunstsprookjes.



illustratie
Illustratie van Axel Mathiesen uit het sprookje ‘Het kleine meisje met de zwavelstokjes’ van Hans Christian Andersen. [bron: Sprookjes. Werelduitgave. Deel 1.  (1928), p. t.o. 148].


W. Spanner, Das Märchen als Gattung (1939) • M. Heijlen e.a., Vlaamse sprookjesschat (1996) • N.L. Canepa (red.), Out of the woods: the origins of the literary fairy tale in Italy and France (1997) • U.C. Knoepflmacher, ‘Introduction: literary fairy tales and the value of impurity’ in Marvels & tales 17 (2003) 1, p. 15-36.

cultuurlied cumulatieve bibliografie

thematisch veld:

Jeugdliteratuur
Kinder- en jeugdproza

Verhalende genres
Korte verhaalvormen: wonderlijk-verbeeldend

Vorige Volgende