Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Algemeen letterkundig lexicon
Toon afbeeldingen van Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (4,42 MB)

Lexicon van de poëzie (5,01 MB)

Lexicon van de retorica (1,62 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (3,59 MB)

Lexicon van literaire genres (13,34 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (15,45 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (2,36 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (19,90 MB)



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Leitmotiv

Etym: Du. leidend motief, leidmotief.

Door F.W. Jähns en H. von Wolzogen eind 19de eeuw in de muziekwetenschap geïntroduceerde term voor de vaste en telkens terugkerende muzikale patronen in het werk van resp. Carl Maria von Weber en Richard Wagner. Die vaste patronen worden gebruikt om bepaalde gebeurtenissen of optredende personages te begeleiden of aan te kondigen, zoals het Parcifal- of Graalmotief bij Richard Wagner of Prokofjefs diermotieven in Peter en de wolf (1936).

In de literatuurwetenschap reserveert men de term wel voor telkens terugkerende motieven in één werk om het op die manier af te zetten tegen het literair-historische motief. Sommigen (F.C. Maatje bijv.) verbijzonderen het gebruik van Leitmotiv tot de ‘woordelijke of bijna woordelijke herhaling’ (vgl. ook repetitio) van bepaalde tekstuele eenheden. Het Leitmotiv in deze laatste zin hoeft niet per sé een functie te hebben in de nadere bepaling van idee of thema. Een voorbeeld van een dergelijk Leitmotiv kan men vinden in veel balladen, maar ook in de karaktertekening van personages (vgl. Kapitein Pulvers typering in Jacob van Lenneps De lotgevallen van Ferdinand Huyck, 1840).

In het dagelijks spraakgebruik wordt de term vaak gebruikt voor het grondmotief of de ‘rode draad’ die men in een bepaald werk meent te herkennen.

Lit:  F.W. Jähns, Carl Maria von Weber in seinen Werken (1871; reprint 1967) • H. von Wolzogen, Der Ring des Nibelungen: ein thematischer Leitfaden durch Dichtung und Musik (1876) • L. Hotes, Das Leitmotiv in der neueren deutschen Romandichtung (1931) • B. Tomashevsky, ‘Thematics’ in T.L. Lemon & M.J. Reis (red.), Russian formalist criticism (1965), p. 61-95 • F.C. Maatje, Literatuurwetenschap (1970; 19774), p. 207-213 • E. Frenzel, Stoff-, Motiv- und Symbolforschung (19784) • M. Vervenne, Exodus: verhaal en leidmotief (1989) • E. van Boven & G. Dorleijn, Literair mechaniek (1999; 20032), p. 272.

leis lekendichtjes

thematisch veld:

Motieven en themata
Algemene terminologie

Vorige Volgende