Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Algemeen letterkundig lexicon (2012-....)

Informatie terzijde

Titelpagina van Algemeen letterkundig lexicon
Afbeelding van Algemeen letterkundig lexiconToon afbeelding van titelpagina van Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (5.97 MB)

Lexicon van de poëzie (8.51 MB)

Lexicon van de retorica (3.19 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (6.00 MB)

Lexicon van literaire genres (18.94 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (22.09 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (4.89 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (23.36 MB)

XML (11.77 MB)

tekstbestand



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

speelhuis

Begrip uit de dramatheorie voor een aan alle vier kanten afgesloten ruimte (veelal met gordijnen) op het toneel van de rederijkers. Het speelhuis is kleiner dan het toneelplatform en er zo op geplaatst dat ervóór, en vaak ook ernaast, ruimte overblijft. Als het toneelstuk dat vereiste, was het speelhuis voorzien van een bovenverdieping. Het speelhuis had verschillende functies: als een spel van zinne een toog of tableau vivant bevatte, werden die in het speelhuis opgesteld. Daarnaast waren er drie andere gebruiksmogelijkheden:

•Er kon aan een handeling op het voortoneel een tweede handeling worden toegevoegd die zich tegelijkertijd (simultaantoneel) maar op een andere plaats afspeelde;
•Men kon het spel laten verspringen naar een andere plaats van handeling waar het kon worden voortgezet met (grotendeels) andere personages;
•Het voortoneel kon vergroot worden door er een compartiment aan toe te voegen. Tussen de zo ontstane ruimten bestond continuïteit, zodat personages de grens ertussen in woord en daad konden overschrijden.


illustratie
Tableau vivant in een speelhuis (1496). [bron: R.L. Erenstein (red.), Een theatergeschiedenis der Nederlanden (1996), p. 59].


Lit: W.M.H. Hummelen, ‘Typen van toneelinrichting bij de rederijkers’ in Studia Neerlandica 1 (1970-1971), p. 59-109 • W.M.H. Hummelen, ‘Het tableau vivant, de “toog”, in de toneelspelen van de rederijkers’ in Tijdschrift Nederlandse taal- en letterkunde 108 (1992), p. 193-222 • B.A.M. Ramakers, Spelen en figuren (1996).

speelhandeling speelmanspoëzie
thematisch veld:

Analyse van drama en theater
Theaterbouw en apparatuur

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken