Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De warachtighe fabulen der dieren (1567)

Informatie terzijde

Titelpagina van De warachtighe fabulen der dieren
Afbeelding van De warachtighe fabulen der dierenToon afbeelding van titelpagina van De warachtighe fabulen der dieren

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (17.97 MB)

ebook (24.51 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Illustrator

Marcus Gheeraerts



Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek
fabel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De warachtighe fabulen der dieren

(1567)–Eduard de Dene–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 20]
[p. 20]

[Den Leeu ende Vos]

 
Wandelt wijselick ontrent,
 
Die ghy niet en kent.

 



illustratie

Deutro. 5. Psal. 24.

 
ZVlt ter rechter noch slijncker handt niet gaen, maer
 
Wandelen door den wech openbaer
 
Die D'heere heeft gheboden, op dat ghy moecht leuen
 
En op dat v wel gheschiede voorwaer
 
En de daghen dijns leuens moghen daer naer
 
Verlanghd werden eenpaer,
 
Int landt uwer uwer bezittijnghe verheuen:
 
Want Sheeren weghen zyn vul paeys en vrede,
 
Bermherticheyt ende warachtichede.
[pagina 21]
[p. 21]

Den Leeu ende Vos.

 
DEn Vos ghijngh wt om een proye naer zijnen aert
 
Zach van verrre den Leeu, dies hy de vlucht nam
 
Als van een leelick dier, want hy was vervaert,
 
Maer als hy den Leeu anderwerf int ghemoete cam
 
Vandt hy hem niet so quaet nochte gram:
 
Nochtans heeft hy hem van verren maer ghegroet
 
Want zulck (dachte hy) gaet dicmaels stil als een Lam,
 
Diemen wel te tijlick, en schadelick ghemoet.
 
 
 
¶ Den Leeu cam den Vos noch eens ofte tweemael ontrent
 
Doen wiert hy lancx om min bevreest naer t'betamen
 
Midts dat hy hem lancx om bet heeft ghekent
 
Ende als zy doen elck anderen noch naerder camen,
 
Zoo verstoutte hem den Vos, zonder vreesen oft schamen
 
Hem aen te spreken, als van ghelijcken zinne:
 
Ende zy caemen daer naer dickmaels te zamen
 
Men zeyt wel, dat onkennesse, maeckt onminne.
 
S'ghelijcx die by ghewoonte met groote lien verkeeren
 
Met der tijt zij daer aen vriendtschap hauwen
 
Diese eerst vreesden, achter aen minnen en eeren:
 
Want de ghewoonte leert alle dijngh zoo wy aenschauwen
 
Men sal niet schuwen, diemen mach betrauwen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken