Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jongens en wetenschap. Deel 1 (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jongens en wetenschap. Deel 1
Afbeelding van Jongens en wetenschap. Deel 1 Toon afbeelding van titelpagina van Jongens en wetenschap. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.86 MB)

Scans (75.16 MB)

XML (0.40 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
jeugdliteratuur

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/algemeen


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jongens en wetenschap. Deel 1

(1946)–P. van Denenberg–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 71]
[p. 71]

We knutselen het Model

illustratie

van het Zweeftoestel «Piloot I»

Wat jullie, jongens, over zweefvliegen moeten weten, hebben jullie in het betreffende artikel van dit boek wel gelezen. Wie het nog niet gedaan heeft moet het artikel instuderen voor hij met de bouw van ons model begint; hij zal zich dan met veel meer begrip van de zaak aan dit interessante knutselwerk zetten. Hebben jullie dan je zweefvliegtuig kant en klaar voor de eerste start, dan kennen jullie tenminste de eerste principes van de zweefvlucht die jullie model in de ruimte kan voltrekken. Jammer genoeg kunnen jullie daarbij niet de rol van piloot spelen, maar alleen die van de geestdriftige toeschouwer. Maar wat geeft het, als jullie vogel in vergelijking met een echt zweefvliegtuig, ook uiterst klein is? Zien jullie eenmaal het model zweven in de blauwe lucht, dan wordt het in jullie verbeelding tot een groot, knap zweefvliegtuig dat jullie met des te groter geestdrift nakijken omdat het toch onder eigen handen ontstaan is. Weldra zul je inzien dat het model niet alleen een heel prettig stuk speelgoed is, maar dat het ook zonder moeite in de wetten van de vliegmechanica, en aerodynamica inwijdt.

En nu gaan we aan 't bouwen. Denk er aan dat de eerste pioniers van het vliegwezen hun machines ook eigenhandig hebben gebouwd, en dat, voor menig groot piloot, de vliegmodelbouw het uitgangspunt van een schitterende vliegeniersloopbaan geworden is. Het hier beschreven model heet ‘Piloot I’ en werd door experts voor vliegmodelsport van de Zwitserse Aeroclub gebouwd. De eigen vervaardiging levert zelf geen moeilijkheden voor jongens die niet erg handig zijn in dit soort werk.

[pagina 72]
[p. 72]

Het daarvoor te gebruiken materiaal is in alle huishoudens te vinden:

1 figuurzaag met het daarbij behorende plankje;

1 kleine vijl van 10-12 cm lengte, 1 cm breedte en 1,5 mm dikte;

1 zakmes;

1 schaar;

1 dubbele decimeter, 1 potlood, tekenkarton en carbonpapier.

Als lijm kun je gewone timmermanslijm gebruiken, koude lijm of een tube lijm. Koude lijm geeft het voordeel dat ze tamelijk goed tegen water bestand is.

Het nodige materiaal, zoals spalkhout en denne- of grenenhout, kan bij een schrijnwerker gehaald worden. Voor het bespannen van de vleugel, evenals voor het hoogteroer en het richtingsroer gebruiken we dun perkamentpapier of middeldik schrijfmachinepapier. Een betere bespanning is zijden batist. Misschien vinden jullie wel een restje van zulke stof om de vleugel de bespannen. Ook kun je in een speelgoedwinkel, een papierhandel of een ijzerwarenhandel het nodige materiaal kopen.

Lijst van de onderdelen

Nr. Aantal Benaming Materiaal Afmetingen in mm
1 1 Rompplank Spalkhout 3
2 1 Rompbrug Grenenhout 4×12×520
3 1 Hoogteroeromlijsting Spalkhout 1,8-2
4 2 Hoogteroerbrug Grenenhout 2×5×190
5 1 Richtingsroer Spalkhout 1,8-2
6 2 Steunen voor hoogteroer Spalkhout 1,8-2
7 16 Vleugelribben Spalkhout 0,8-1
8 2 Vleugelhoofdbrug Grenenhout 2×5×700
9 1 Vleugelneusbrug Grenenhout 2×5×700
10 1 Vleugeleindbrug Grenenhout 2×5×700
11 1 Vleugelsteun Spalkhout 1,8-2
12 2 Vleugelomlijsting Spalkhout 1,8-2
13 2 Steunen Grenenhout 2×5
14-15 2 Vleugelbevestiging Spalkhout 1,8-2
16 1 Richtingsroer Tekenpapier  
17 1 Schroef met moer   3
18   Loden of ijzeren schijven    
    Diversen: lijm, papier, cellonlak en gummiband.    

[pagina 73]
[p. 73]

De bouw van het model richt zich helemaal naar onze beschrijving. Die moet je eerst goed bestuderen voor je begint d.w.z. je moet het hele model eerst in je verbeelding opbouwen.

Beschrijving van de bouw.

Algemene Opmerking. De opbouw van het model gebeurt in volgorde van de nummers die op de lijst van de onderdelen voorkomen. De dubbele pijlen geven de richting aan van de houtvezels.

 

Romp: De romp bestaat uit deel 1 en 2, daarbij komt nog het hoogteroer en het richtingsroer. Deel No 1 wordt op 3 mm dik spalkhout getekend (de juiste maten zijn aangeduid op fig. 1) en met de figuurzaag uitgezaagd, waarbij de gleuf voor het gewicht en de opening niet vergeten mogen worden.

Deel No 2 is een lijst uit grenenhout van 4×12 mm dikte en 52 cm lengte. We maken ze van voren wat puntig, achter snijden we een 2 mm brede en 23 mm diepe gleuf uit, zoals fig. 2 boven, toont. Deel 2 wordt nu op deel I gelijmd en met 4 kleine spijkers vastgemaakt. Het is van belang dat de twee delen rechthoekig op elkaar liggen (zie fig. 2 onder).

 

Hoogteroer en richtingsroer: Deel 3 en 5 worden evenals deel 6, 12, 14 en 15 door opleggen van doorzichtig kalkeerpapier op fig. 3 afgetekend, op 1,8-2 mm dik spalkhout gekalkeerd en met de figuurzaag uitgesneden. De vleugelomlijsting No 12 moet, zoals de figuur laat zien, 2 maal vervaardigd worden. In de hoogteroeromlijsting No 3 lijmen we de beide, nauwkeurig volgens de tekening gesneden lijsten No 4 van 185 mm lengte kruisgewijze over elkaar, zoals je op fig. 4 ziet. Er moet op gelet worden dat het roer niet krom wordt. Daarom leggen we het, na het lijmen, op een papier, dat door een gewicht goed gedrukt wordt of dat we op een effen vlak vastspijkeren. Aan het richtingsroer No 5 lijmen we, als op fig. 5, de beweeglijke stuurklep; geknipt uit tekenkarton No 16.

 

De vleugel: De vleugel bestaat uit deel 7-13. De vleugelribben No 7 kalkeren we volgens fig. 6 op 0,8-1 mm dik spalkhout, en knippen ze met de schaar uit. Deze eerste rib dient dan als model voor het tekenen van de 15 eendere ribben. Als we alle ribben uitgeknipt hebben leggen we ze op elkaar en spijkeren we alles met twee dunne spijkers vast. We bewerken dan de boven- en de onderkant met schuurpapier of met een vijl, tot alle oneffenheden glad zijn. Pas nu zagen we de uitsnijdingen uit van de bruggen.

[pagina 74]
[p. 74]


illustratie
Fig. 1. De romp




illustratie
Fig. 2. Boven: de rompbrug; het zweefvliegtuig van opzij


[pagina 75]
[p. 75]


illustratie
Fig. 3. Deze delen worden op 1,8 tot 2 mm. dik spalkhout gekalkeerd en met de figuurzaag uitgesneden


[pagina 76]
[p. 76]


illustratie
Fig. 4. De omlijsting van het hoogteroer met de ingelijmde lijsten. Onder: de beide lijsten




illustratie
Fig. 5. Richtingsroe in dezelfde grootte te bouwen




illustratie
Fig. 6. Een vleugelrib in oorspronkelijke grootte


[pagina 77]
[p. 77]


illustratie
Fig. 7. Boven: de helft van de vleugel met de drie brugen, van boven gezien. Onder: vleugelhelft van voren gezien


[pagina 78]
[p. 78]

De vleugelhoofbrug wordt uit twee lijsten van 2×5 mm aan elkaar gelijmd. Daarvoor maken we een spijkermodel zoals je op fig. 7 en 8 ziet, door 7 spijkers in V vorm in een plank te timmeren. Op beide lijsten van 70 cm lengte tekenen we het midden, we bestrijken elke kant met lijm, leggen deze tegen elkaar en drukken ze tussen de spijkers in (goed op het midden letten). Met wasgoedknijpers worden de bruggen samengeperst. Na het drogen van de lijm heeft de brug No 8 de gewenste V vorm. De neusbrug No 9 en de eindbrug No 10 maken we in het midden even nat en dan leggen we die ook in het spijkermodel, tot ze droog en dus gebogen zijn.

De vleugel bouwen we zoals op fig. 7: de ribbenafstanden, van 4,5 cm elk, worden op de drie bruggen getekend, de ribben No 7 met lijm op de vleugelhoofdbrug No 8 gestoken en de neusbrug No 9 in de voorste ribbegleuf gelijmd. Op de uiteinden van de ribben wordt wat lijm gestreken, de eindbrug ingezet en met wasgoedknijpers geperst, zoals fig. 9 laat zien.

Tussen de twee middenribben worden de twee steunen No 13 gelijmd. De vleugelsteun No 11, fig. 3, wordt nu aan de steunen No 13, aan de eindbrug No 10 en aan de ribben vastgelijmd. De beide vleugelomlijstingen No 12 moeten ingezet worden zoals de tekening aanwijst. De uitstekende vleugelbruggen No 9 en 10 moeten afgesneden worden volgens de vorm van de rand.

Als de lijm droog is wordt de hele romp met vijl en schuurpapier netjes schoongemaakt.

De twee plaatjes No 14 en 15 voor de vleugelbevestiging moeten met spijkers en lijm op de rompbrug vastgemaakt worden.

 

Het bespannen: Het bespannen van vleugels en stuur gebeurt met Japans of speciaal bespanpapier. Op het hoogteroer en het richtingsroer wordt aan weerszijden papier gelijmd en met een scheermes langs de houtrand afgesneden. Voor het bespannen van de onderkant van de vleugel snijden we 2 papierstroken, 11 cm breed en 35 cm lang. We bestrijken de eindbrug, de vleugelribben, de randboog op 3 mm breedte met lijm, de neusbrug aan de voorkant, evenals de vleugelsteun en plakken nu het papier zonder rimpels op. Het uitstekende papier wordt met het scheermes afgesneden. De bovenkant bespannen we van de ene middenrib tot de laatste zonder de randboog. De randboog en het vrijblijvende deel in het midden worden speciaal overtrokken. De hele papierovertrek wordt nu met een spons eventjes bevochtigd en te drogen gezet. Daardoor spant het papier al enigszins.

[pagina 79]
[p. 79]


illustratie
Fig. 8. Hoe de hoofdbrug met behulp van een spijkerpatroon gelijmd wordt




illustratie
Fig. 9. De eindbrug wordt met de ribbenuiteinden gelijmd en met wasgoedknijpers bij elkaar gehouden




illustratie
Fig. 10. Steunen die tussen de twee middenribben gelijmd worden


Het impregneren: Het drenken van het papier gebeurt met cellonlak. De vleugel en de roeren worden tweemaal bestreken. Voor het drogen van het lak wordt de vleugel op tafel gelegd, de vleugelplank belast en aan weerskanten onder de laatste vleugelribben een houtklomp of een boek. van 42-45 mm hoogte gelegd en daarna bezwaard. Zo moet de vleugel 24 uur drogen.

 

Het hoogteroer: Het hoogteroer wordt na het drogen en persen op de vereiste plaats op de rompbrug No 2 vastgemaakt. Opdat het

[pagina 80]
[p. 80]

hoogteroer nauwkeurig op de brug No 2 ligt, worden de beide steunen No 6, er tussen gelijmd. Het richtingsroer No 5 wordt in de gleuf van de rompbrug en aan het hoogteroer vastgelijmd. Door het gat in de romp trekken we een gummiband en knopen hem. De vleugelsteun wordt nu met deze gummilus op de romp gestoken en ook in bevestiging No 14 en 15.

 

De proefvlucht: Voor de proefvlucht moet het zwaartepunt van het model de vereiste ligging hebben. Hiertoe bevestigen we met een 3 mm schroef in de gleuf aan de romp wat loden of ijzeren schijven tot het model, als het aan de vleugelhoofdbrug No 8 ondersteund wordt, ietwat naar voren helt. Dan is het model klaar voor het vliegen. De eerste starten worden op de vlakte gedaan tot het model, uit de hand gestart, over een afstand vliegt van 20 tot 25 m. In geval het te steil tegen de grond vliegt, verbeteren we het, door het metalen gewicht naar achteren te verschuiven. Vliegt het model golvend dan wordt het loden gewicht naar voren geschoven. Bij de proefvlucht geldt het oude principe: proberen gaat boven studeren. Het model wordt steeds tegen de wind gestart. Als het eerst op de vlakte goed ingevlogen is wordt het vanaf het heuveltje gestart. Door het verplaatsen van het richtingsroer No 16 kan het in cirkels vliegen.

Natuurlijk zal nu niet ieder van jullie alleen willen starten, want pas in een gemeenschappelijke wedstrijd zullen jullie de genoegens van de vliegmodelsport volop kunnen genieten. Het is een prachtig gezicht als een heel dozijn of nog meer jongens op een zacht glooiende helling tonen, wat hun zelfgebouwd zweefvliegtuig kan presteren, wanneer het, behoorlijk gestart, aan de wind wordt toevertrouwd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken