Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het leven van Frank Rozelaar (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het leven van Frank Rozelaar
Afbeelding van Het leven van Frank RozelaarToon afbeelding van titelpagina van Het leven van Frank Rozelaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.87 MB)

Scans (16.35 MB)

XML (0.79 MB)

tekstbestand






Editeur

Harry G.M. Prick



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het leven van Frank Rozelaar

(1982)–Lodewijk van Deyssel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

aant.Maandag, 14 Februarie 1898, ochtend

Ga naar margenoot+Nu ben ik zoo ellendig en verward. Ik heb iets gedaan dat het schoone leven mijner ziel heeft verstoord. Toch dacht ik dat het goed was. Ik smeek U, laat dit van mij weggaan. Laat mij dat licht behouden, dat nog even schijnt, en waarbij ik zie, dat het goed was wat ik deed. Gij hebt mij geleerd op U te vertrouwen en dat ik doen moest alleen dat wat van zelf gaat. Zoo dra ik dus zoo ver ben, dat ik van zelf doen kan wat ik nu nog niet van zelf kon doen, zal ik het doen. Ik heb aan twee menschen verdriet gedaan; maar heb ik mij zelf niet nog meer ellende hierdoor aangedaan?

O, laat mij de stilte weder mogen hooren, en weêr beluisteren de kleine en de groote geluiden. Laat mij weêr het een en ander mogen zien.

Ik heb het zoo zacht mogelijk gedaan. Ik wist toch dat het goed was. Dít kón ik nog niet doen. En ik moet immers niet doen wat ik niet kan.

Wat klonk mijn stem mij toen met stijven harden klank. Hoe smartvertrokken was het aangezicht mijner geliefde. Ik had haar reeds gezien met vreemd bloed-rood in het gelaat.

[pagina 238]
[p. 238]

aant.

Zoo bescheen de smart-zon haar reeds voor die nog was opgegaan. Den ganschen nacht heeft hare ziel geweend. En bij haar ontwaken stonden haar oogen smart-gezwollen ofschoon niet zíj hadden geweend. O God, ben ik haar dan reeds zoo nabij, dat Gij dus weent in haar om mijn ellendigheid.

margenoot+
*

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken