Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzamelde werken. Deel 6. Lyrisch en verhalend proza, ethiesch-mystische varia, reisindrukken, schetsen en aanteekeningen (1920)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzamelde werken. Deel 6. Lyrisch en verhalend proza, ethiesch-mystische varia, reisindrukken, schetsen en aanteekeningen
Afbeelding van Verzamelde werken. Deel 6. Lyrisch en verhalend proza, ethiesch-mystische varia, reisindrukken, schetsen en aanteekeningenToon afbeelding van titelpagina van Verzamelde werken. Deel 6. Lyrisch en verhalend proza, ethiesch-mystische varia, reisindrukken, schetsen en aanteekeningen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.40 MB)

Scans (13.50 MB)

ebook (3.03 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
reisbeschrijving
schetsen
verhalen
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzamelde werken. Deel 6. Lyrisch en verhalend proza, ethiesch-mystische varia, reisindrukken, schetsen en aanteekeningen

(1920)–Lodewijk van Deyssel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 235]
[p. 235]

Een begrafenis

In een kamertje, des avonds, terwijl de kleine lamp midden op de tafel brandde, had zij mij reeds gezegd, - en haar zachte ròze gelaat in angstige droefheid werd oneffen gelijk muursteen, in haar oogen waren tranen, zoodat zij waren als vensters met zwarte gordijnen in regentijd, en zij sprak zoo fluisteremd alsof haar stem uit een ver huis kwam, waar iets plechtigs gebeurde - dat hij toch zoo heel anders was geworden.

Dit was een droevig teeken. Zijn handen waren kleiner en wit als heeren-handen. En hij was zoo zacht in zijn manier en weende den geheelen dag, de ziekenzusters hadden nooit een zooveel schreyen zien, men wist niet waarvandaan hem al de tranen kwamen, hij was nu ook zoo teer tot zijne vrouw en zeide: ‘Kom je vandaag niet weêr?.... Het zij zoo.... Ik zie je wèl graag komen.’

 

* * *

 

Hij was den laatsten dag toch zoo mooi om te zien geweest. Roosvormige roode blos op zijne blanke wangen. En in zijn licht-blauwe oogen een heel bizondere uitdrukking.

Ik ben er heen gegaan in een rijtuig, waarin alles zwart was, het vloerkleed en de banken en de wanden.

Ik ben gekomen aan een huis, dat met zijn ròze steenen muren en glazen vensterdeuren in een zilverig wit daglicht stond. Vele menschen stonden dicht aan elkaâr gedrukt aan het hek, aan beide zijden.

Een man in het zwart gekleed en wiens hoofd met een hoogen zwarten hoed gedekt was, heeft de deur

[pagina 236]
[p. 236]

van het rijtuig geopend en langzaam vele met zilverborduursel versierde, met zwarte stof bekleede, trappetreden voor mij neêrgespreid.

Een man met witten bef en zwarten steek op, en die ook met frisch rood doormarmerde wangen had, groette met den steek en opende mij zwijgend de glazen deur van het huis.

Ik ben binnengetreden en eerst gekomen door een vertrek, dat geheel verlaten was; toen ben ik trappetreden opgegaan en door een tweede glazen deur plotseling gekomen in de doodekamer.

Het was een kleine kamer waar vele zware donkere gestalten, de hoofden aan-gebogen, zwijgend stonden en een enkele knielde; vóór hen was een open ruimte; aan de andere zijde daarvan lag, zeer verlicht door kaarsen op zilveren kandelaars, de doode recht ter neder. De wanden van dat, waar de doode plat in ter neder lag, waren wit aan de zijden, waarmede zij hem omgaven.

Hij was beeld-schoon, gekleed in wit rag-fijn, met smalle witte krullen bezoomd, rein overkleed.

Hij zag er uit gelijk toen hij een jongeling was, in dien tijd toen hij het groote leven ging beginnen; maar als een jongeling, die rimpelloos schoon is in zijn slaap en heeft de kleuren van een grooten lentedageraad.

Hij geleek van reine was, bestemd tot offerande, en de opgestoken vingers zijner handen waren als onbewegelijke kaarsen, waarlangs veel was reeds scheen gevloeid en die met onzichtbare vlammen brandden.

Zijn twee kinderen stonden daar. Zij hadden gladde, verweesde hoofden, blond van kleur. Zij schenen omgeven van verlatenheid en stonden met hun kleurige gezichten aan den zwarten muur der onbewegelijke schaar van vreemde mannen, terwijl hun vader zoo bizonder mooi als zij hem nooit hadden gezien en als een prachtig aangekleede jonge kameraad daar bij hen nederlag.

[pagina 237]
[p. 237]

Ik ben voorbijgegaan en door een donkerte in een ander weer dagelichter vertrek gekomen, waar het zeer naauw en klein was. Er waren verscheidene oude vrouwen, in zwarte kleederen gekleed en wier oogen binnen de vuurroode randen gevangen vogels leken achter gloeyend brandende vensterkozijnen. Een bijna blinde oude vrouw met laag afhangende mat ròze boven-oogleden schreed binnen, laag en log en lichtlijk heen en weder wanklend, en scheen door te willen gaan ofschoon het huis hier eindigde.

Een dorre jonge vrouw, met graauw gelaat, stond al-door aan de deur en schreide zeer.

 

* * *

 

Er zijn zes lakeyen gekomen in zwarte liverei. Die hebben van de jongetjes den vreemden lichtkleurigen prins, die hun vader nu was, weer weggenomen.

Als een verbazend en reus-achtig speelgoed hebben zij in een zwarte doos, die wel nòg grooter was dan de jongens, met hun armen wijd uitgestrekt, reiken konden, en die met zilvren schroeven zoo groot als een mansvinger was gesloten, hem weg-gedragen, naar een prachtigen zwarten praalwagen, die door met zwart fluweel bekleede paarden werd getrokken, met hooge zwarte pluimen op hun koppen.

 

* * *

 

Traag wankelde het zwarte glazige rijtuig, waarin wij zaten, door de ròze, zilver lichte en licht gouden straten, waar vele menschen gingen en samen praatten en somtijds een staan bleef en in het rijtuig keek.

Een man met droevig smeulende, diep in zijn hoofd teruggetrokken oogen, had mij gezegd dat het toch maar zoo gaauw gebeurd was. Toen zwegen wij aldoor en zagen neder op de zacht glansende zwarte dierenhuid, die roerloos neêrlag over ons.

[pagina 238]
[p. 238]

De eene jonge knaap zat daar. Hij was zeer blank en blond van haar, terwijl het om hem heen zoo zwart was.

De andere keek na eenigen tijd eens uit en fluisterde in zich zelf over een vriendje: ‘Kijk, dat is Hendrik, die daar gaat’.

 

* * *

 

Wij waren in een kille zonlichtlooze witte hal, waar krijtwitte ronde torens hoog opwaarts stonden om het dak te schragen. Wij hoorden zware stappen dof sloffen over de vloer. Toen stond er in het midden een dof zwart gevaarte, waarnaar wij allen zagen.

Er kwam een man met een zwarten baret schuin achter op den kop, en in een wijd stijf zwart gewaad gekleed, uit welks groote opening zijn maagre hals schuin naar voren opkwam, zoodat hij een grooten vogel geleek die, rechtop staande, snuffelend en morrend rondom het zwart gevaarte trad.

 

* * *

 

Maar nu betraden wij plotseling een lieflijken lentetuin. Rondom de blonde knapen waar zij gingen was zonnig groen en kleurige bloemen en gekweel van kleine vogels in de blauwe en witte lucht.

Het groote zwarte, dat de mannen droegen, maar dat nu zoo groot niet meer scheen, was laag tusschen ons allen in en werd behoedzaam in den bruinen grond gelegd.

Het bleef daar, achter ons, alleen, terwijl wij allen langzaam henen gingen.

 

* * *

 

Zij denkt er nu wel aan, dat als het 's nachts zeer donker is, waar geene lichten branden, en de koude wind waait, hij daar zeer stil ter neder ligt, in zwarte aarde, geheel alleen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken