Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zwendelaars? (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zwendelaars?
Afbeelding van Zwendelaars?Toon afbeelding van titelpagina van Zwendelaars?

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.48 MB)

Scans (3.76 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zwendelaars?

(2001)–Johan Diepstraten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

2.

‘Hij zit daar maar te staren,’ zei David. ‘Kom hier staan, dan kan hij je niet zien.’

Saskia sloop naar het zolderraam en keek naar buiten.

De zwerver zat aan de overkant van de weg op een bankje. Onafgebroken tuurde hij naar boven. Hij bewoog alleen om af en toe een slok te nemen uit een fles wijn.

Sinds de begrafenis een week geleden zat hij daar. David kon er de klok op gelijk zetten. Iedere middag rond halfvier hinkte de zwerver naar de boomstam en bleef tot etenstijd zitten. Als David voor het raam verscheen, wenkte de man, maar David deed alsof hij hem niet zag.

‘Hij is wel vasthoudend,’ zei Saskia. ‘Wat moet hij toch van je?’

David pakte de envelop van het bureau en haalde er voor de zoveelste keer deze week het briefje uit.

Beste David,
Je kent me niet, maar ik moet je dringend spreken.
Over iets van vroeger wat voor jou heel belangrijk is.
Kom na de begrafenis naar het monument van de onbekende soldaat in het Slingerlandbos. Honderd meter verderop staat een boswachterswoning waar ik tijdelijk woon. Je hoeft niet aan te bellen, de deur staat altijd open.
Laat dit briefje niet aan je moeder zien. Marijke Ouwerling en haar confrères houden al veertien, vijftien jaar de deksel op de doofpot.
Tot vanmiddag,
Hans van Lelyveld

David was niet gegaan. Waarom zou hij ook? Om te horen dat zijn vader een oplichter was? Het idee alleen al. Zijn vader stond bekend

[pagina 8]
[p. 8]

als een van de beste strafpleiters. Advocatenkantoor Ouwerling was een begrip. Dat kwam door zijn vader en moeder, maar ook door oom Hendrik en de vader van Saskia, die met zijn vieren een maatschap vormden.

Maar vreemd vond hij het briefje wel. Hoe kende die zwerver de voornaam van zijn moeder? En wat bedoelde hij met de confrères? ‘Die zwerver is een geestelijk gestoorde, een mislukte econoom. Nu komt hij wraak nemen,’ had zijn moeder gezegd.

 

‘Hij heeft me gezien,’ zei Saskia. ‘Kijk, hij staat weer te zwaaien.’

David ging achter zijn bureau zitten. Op de verbouwde zolderkamer stonden twee grote bureaus: één voor David en één voor Saskia. Iedere middag fietste Saskia met David mee en dan maakten ze samen huiswerk.

Pas om halfzeven kwamen de ouders van Saskia thuis. Net als de moeder van David die ook tot die tijd op het advocatenkantoor was. Nu de vader van David was overleden, overwoog zijn moeder om minder uren te werken.

Saskia pakte de hoorn van de telefoon, drukte een nummer en zei tegen de telefoniste van het advocatenkantoor: ‘Ja, met Saskia, hij zit er weer.’

‘Het was niet nodig,’ zei David. ‘Kijk maar.’

Een patrouilleauto van de politie stopte naast het terrein. Twee agenten liepen naar de zwerver. Gewillig liet hij zich wegsturen.

‘Ben jij nou helemaal niet nieuwsgierig?’ vroeg Saskia.

‘Nee. Wat moet ik met die man?’

Maar sinds David dat briefje had gelezen, maalde het toch in zijn hoofd. Er was iets met de zwerver. Was het de blik in zijn ogen? Of toch die glimlach? Hij zag er haveloos uit, maar iets klopte er niet aan hem. David wist het bijna zeker.

Hoe vaak David het briefje ook had gelezen, hij wist niet wat hij ervan moest denken. Iets van vroeger wat belangrijk voor hem was?

‘We zouden hem kunnen zeggen dat we geen prijs stellen op zijn dagelijkse bezoek,’ zei Saskia.

‘Dat heeft hij zo ook wel gemerkt.’

[pagina 9]
[p. 9]

‘We spreken hem aan. Hij mag zeggen wat hij kwijt wil en we laten hem beloven dat hij je nooit meer lastigvalt.’

David aarzelde.

‘Kom op, we gaan hem op de fiets achterna.’ Saskia griste haar fietssleuteltje van het bureau en liep naar beneden.

 

‘Wie het eerst bij de brug is.’

David spurtte over het fietspad langs het riviertje de Slingerland. Saskia liet hem gaan. Zij speurde het weiland af.

Het fietspad maakte een grote bocht. De zwerver zou natuurlijk een stuk afsnijden en door de weilanden lopen, de kortste weg naar het monument. Dan zou hij de provinciale weg oversteken en in een paar minuten bij de boswachterswoning zijn.

 

Saskia had goed gegokt. In de verte zag ze David die de bocht had genomen. Hij fietste recht op de brug af. Rechts van haar liep de zwerver tussen de koeien. Hij had bijna het prikkeldraad bereikt.

Ze rekende uit dat ze hem kon inhalen voordat hij in het bos zou verdwijnen. Saskia zette flink aan.

David had zijn fiets op de standaard gezet en rustte uit tegen de brugleuning. Hij zag Saskia aankomen. Ze wees. David keek.

De zwerver duwde het prikkeldraad naar beneden en stapte eroverheen. Aan de rand van de provinciale weg wachtte hij tot een witte sportauto voorbij was.

‘Te laat,’ zei Saskia tegen David. Ze boog zich over haar stuur en hijgde uit. ‘Ik spreek hem liever niet in het bos.’

‘Dat maakt toch niets uit. Kom mee.’

Op dat moment trok de langzaam rijdende sportwagen plotseling op, week uit naar rechts en schepte de zwerver.

Heel even, misschien twee tellen, herinnerde David zich later, lag de zwerver op de motorkap voordat hij in de berm van de weg belandde.

De auto remde niet. Hij reed vol gas weg.

Saskia gilde.

 

David trok zijn trui uit en legde hem onder het hoofd van de zwer-

[pagina 10]
[p. 10]

ver. Het linkerbeen van de man lag verdraaid onder zijn lichaam. Hij ademde zwaar. Over zijn gezicht stroomde bloed. David probeerde het te stelpen met de sjaal van Saskia.

‘Ga hulp halen, snel, daar bij het Japanse restaurant.’

Saskia rende.

De zwerver opende zijn ogen.

‘David.’

‘Niet bewegen. Er komt hulp.’

‘In de hut ligt een boek,’ zei de zwerver. ‘Dat is voor jou.’

‘Rustig maar,’ zei David. ‘Dat komt wel een keer.’

De zwerver schudde met zijn hoofd.

‘Alles staat erin. Over Marijke en Marc en Paul en over...’

‘Dat komt later wel,’ zei David.

‘Ze zeiden dat ik alles moest wissen. Dat heb ik gedaan. Maar je kunt het vinden. Niks zeggen, ssst.’

De zwerver probeerde zich op te richten. ‘Zijn ze hier?’

‘Wie bedoelt u?’

‘Ze gonzen in mijn hoofd. Ze zijn er weer.’

Hij maakte slaande bewegingen boven zijn hoofd. ‘Weg, weg jullie.’

Er kwam wat schuim uit zijn mondhoeken. Zijn ogen draaiden. Toen richtten ze zich weer op David.

‘Het moet er zijn. Ergens. In het Blauwe Huis. Daar moet je het zoeken.’

‘Wat bedoelt u?’

‘Waar ik woon. Niet in de computer. Dat mocht niet van ze. Dan zouden ze heel boos worden.’

David merkte dat de man nu rustiger werd.

‘In het boek staat alles. David, lieve David, lees het.’

Toen verloor hij het bewustzijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken