Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zwendelaars? (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zwendelaars?
Afbeelding van Zwendelaars?Toon afbeelding van titelpagina van Zwendelaars?

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.48 MB)

Scans (3.76 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zwendelaars?

(2001)–Johan Diepstraten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 49]
[p. 49]

17.

Het onderzoek zat muurvast. Koen van der Wiel trommelde met zijn vingers op het bureau. De zoektocht naar de auto had niets opgeleverd. De processtukken gaven geen nieuw inzicht. Het afluisteren van de telefoongesprekken van het kantoor Ouwerling, Ouwerling en De Zeeuw was onbegonnen werk.

Koen van der Wiel had met verbazing aangehoord wat David hem door de telefoon vertelde. Een brief uit het hiernamaals met de mededeling dat Hans van Lelyveld de vader was van David Ouwerling? Zo dol had hij het nog nooit meegemaakt. Hij had er de stukken nog een keer op nageslagen. Vandaar het proces van Hans van Lelyveld tegen Marijke Ouwerling over de erkenning van het vaderschap. Stom dat hij juist dit over het hoofd had gezien. Misschien was dit de opening waar hij naar zocht.

David had voorgesteld om samen te werken. Koen van der Wiel grinnikte terwijl hij aan het telefoongesprek terugdacht. Veertien jaar en zo doortastend, dat mocht hij wel.

David en Saskia waren de belangrijkste getuigen van het ongeval. Via hen kon hij wellicht verder komen. Hij had er geen trek in om die strafpleiters Paul de Zeeuw en Hendrik Ouwerling rechtstreeks aan te pakken. Hij zou geen schijn van kans maken tegen die gewiekste advocaten.

Hij had een afspraak met David en Saskia gemaakt. Ze zouden alle foto's en brieven meenemen. Natuurlijk zou hij samenwerken, maar dan wel onder zijn voorwaarden.

 

‘Ik heb het jullie al eerder gezegd,’ begon Koen van der Wiel. ‘Als we dat boek hebben, Zwendelaars, dan weten we waarschijnlijk wat de motieven van Hans van Lelyveld waren voor zijn gedrag.’

‘We hebben het adres van de uitgever.’ David liet de brief zien

[pagina 50]
[p. 50]

die Van Lelyveld aan de heer Bergwerf had geschreven. Hij vertelde er niet bij dat hij deze in de computer had gevonden toen hij met Saskia die eerste keer in de boswachterswoning was geweest.

‘Uitgeverij De Wereld in Rotterdam.’

‘Zou die uitgeverij dat boek afstaan?’ vroeg Saskia.

‘In het belang van het onderzoek krijgen we alles voor elkaar.’ Van der Wiel glimlachte zelfverzekerd.

‘Kun u het graf laten openen?’ vroeg David.

‘Wat vraag je me nou?’

‘Het kan toch zijn dat Hans van Lelyveld...’

‘David, luister. Wie deze brief heeft gestuurd, weet ik niet. Maar één iemand niet. Zet dat uit je hoofd. Hij is dood en begraven. Laten we de foto's bekijken.’

Saskia had de foto's in een bepaalde volgorde op het bureau gelegd.

‘Hier heeft u niets aan,’ zei David. ‘Saskia wilde naar Kralingen, maar wat schieten we daar mee op?’

‘Geen gek idee,’ zei Van der Wiel. ‘Ik wil Hans van Lelyveld beter leren kennen. Het liefst ging ik naar zijn kantoor. Als je praat met zijn collega's leer je veel over het slachtoffer. Dat kan helpen.’

‘We zouden naar de plekken kunnen gaan die op de foto's staan,’ stelde Saskia voor.

David haalde zijn schouders op.

‘Wie zijn “we”?’ vroeg Van der Wiel.

‘David en ik.’

‘Nee, nee, vanaf nu doen jullie zulke dingen niet meer zonder mij,’ zei Van der Wiel. ‘Het idee trekt me wel. Misschien lopen er mensen rond die zich die geschiedenis herinneren.’

‘Onzin,’ zei David. ‘Zelfs zijn zus wist van niets.’

‘Dat zegt veel over de man. Hij was een eenling. Met zijn familie heeft hij niet eens het geheim gedeeld dat hij de vader van jou dacht te zijn. Dat is inderdaad merkwaardig.’

‘Dus u gelooft Hans van Lelyveld?’ vroeg Saskia.

‘Het is niet aan mij om daarover te oordelen, dat heeft de rechter al gedaan. Maar één ding is zeker: Hans van Lelyveld zelf geloofde erin. Anders was hij nooit hier gekomen. Dat is belangrijk voor het onderzoek.’

[pagina 51]
[p. 51]

‘Verdenkt u Marijke en mijn vader?’ vroeg Saskia.

‘Ik probeer achter motieven te komen. De rest is voor later.’

‘Maar dat betekent dat wij eraan meewerken om mijn vader te beschuldigen.’

Saskia zei het op zo'n opgewonden toon dat ze er bijna van ging stotteren.

‘Of om ze te ontlasten, zo kun je het ook zien,’ antwoordde Van der Wiel. ‘Alleen de waarheid telt. Maar je hebt gelijk: misschien is de uitkomst minder prettig dan je zou willen.’

‘Ik hou ermee op,’ zei Saskia. ‘Dit is belachelijk. Dit vertel ik tegen mijn vader.’

‘Wat vertel je dan?’ vroeg David. ‘Ik wil ook wel naar mijn moeder gaan om alles te vragen en uit te laten leggen, maar die zegt toch niets.’

‘Weet je wel waar je mee bezig bent?’ Saskia's stem sloeg over. ‘Achter de rug van mijn vader om zijn we bewijzen tegen het kantoor aan het verzamelen. Dat kan toch niet.’

‘Je ziet het verkeerd,’ suste Van der Wiel. ‘We proberen alleen een beter beeld te krijgen van het slachtoffer. Omdat jullie ouders niet helemaal meewerken, doen we het zonder hen. Wat wil jij David? Wil jij Hans van Lelyveld leren kennen?’

‘Aan de ene kant niet. Wat interesseert mij die man. Het is zo verwarrend allemaal. Is hij een fantast of is hij echt mijn vader? Dat zou ik weer wel willen weten.’

‘Waarom zou je dat willen?’ vroeg Saskia. ‘Wat heeft het voor zin om zo'n oude geschiedenis op te rakelen?’

‘Wil jij stoppen dan? Jij wilde hem achtervolgen. Ik niet. Jij wilde toch naar Kralingen. Ik niet. En nu ineens...’

‘Mijn onderzoek gaat door, dat is mijn taak,’ zei Koen van der Wiel. ‘Ik zou het prettig vinden als jullie me zouden helpen. Maar ik dwing niemand.’

‘Ik blijf mijn vader toch als mijn vader zien,’ zei David. ‘Voor mij maakt dat verder niets uit.’

‘Zo eenvoudig is het niet,’ zei Koen van der Wiel. ‘Als Hans van Lelyveld je echte vader is, heb je ook iets van hem meegekregen. Daar moet je niet licht over denken.’

[pagina 52]
[p. 52]

‘Ik doe mee,’ zei David.

‘Ik denk er nog even over na,’ zei Saskia. ‘Het bevalt me eigenlijk helemaal niet.’

‘Dan stel ik voor dat we een plan de campagne maken.’ Koen van der Wiel pakte een vel papier uit de printer. ‘De werkopdrachten zien er als volgt uit.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken