Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tafel van den kersten ghelove. Deel 3A en 3B: Somerstuc (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tafel van den kersten ghelove. Deel 3A en 3B: Somerstuc
Afbeelding van Tafel van den kersten ghelove. Deel 3A en 3B: SomerstucToon afbeelding van titelpagina van Tafel van den kersten ghelove. Deel 3A en 3B: Somerstuc

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.97 MB)

XML (2.18 MB)

tekstbestand






Editeur

L.M.Fr. Daniëls



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tafel van den kersten ghelove. Deel 3A en 3B: Somerstuc

(1938)– Dirc van Delf–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

Dat .XLIX. capittel van Entekerst toecoemst, van sijnre hantieringhe ende hoe hi sal eynde ne- [176b] men. Item hier veel teykenen sijnre toecoemst ende wat hi bedriven sal mit sijn bedriechner.

6Ga naar margenoot6-257Ga naar margenoot6-44Die materie van Antecrists toecoemst is seer wiltGa naar voetnoot6 inden 7 propheten ende inder ewen gespreidet, daer die leerars haer

[pagina 616]
[p. 616]

8 glose ende bedudenisse hebben op gheseit. Antekerst beduut 9 ieghenkerst, want ante in latijn beduut ieghen in duutsche.

10Als hi mit name is iegen onsen heer Ihesum Cristum gespro-11ken, also sullen sijn ghedaenten ende formen, sijn leven ende 12 wanderinge, sijn leer ende werc, sijn staet ende sijn macht, 13 sijn sterven ende doot tieghen Cristum onghelijc wesen. Dat 14 eerste punt van Antekerst is van sijnre toecoomst ende die tijt 15 heeft drie teyken. Dat eerste teyken sijns toecoomsts is, als 16 die luden inder werlt werden also vol ongheloven, datsi lofte, 17 ewe ende eede int ghemeen niet en houden. So en salmen van 18 rechter loyen ende statuten niet in vonnissen spreken. Niement 19 en sal vanden anderen eede willen ontfanghen, noch sijn ghe-20loften, noch borghen gheloven. Der heren brieven en salmen 21 niet meer achten dan bladen, die van boemen ghewayet sijn. 22 Ga naar margenoot22Der heren zeghelen sullen stille legghen ende verroesten. So 23 sal die vader segghen totten soon, dijn deel si verre van mi. 24 Die man sal suchten in sinen bed ende en sals den ghenen niet 25 dorren [176c] openbaren, die dair slaept in sinen scoot. Dan 26 en sal nerghent ghelove seker wesen ende die een broeder sal 27 den anderen in sijn doot leyden. Dat ander teyken sijns toe-28Ga naar margenoot28coomst is, als die ganse werlt barnt in quaden vuer, van vulre 29 lust des vleischs, ghenuecht van gesichteGa naar voetnoot29 ende hovaerdicheit 30 des levens. Als dair verloren is suverheit der ioncfrouwen, dat 31 men cleyne maechdekijns int ghemeen sellen bruken, ende 32 scamelheit der echter vrouwen, die den breidel der vrouwe-33liker tucht sullen van hem werpen ende int ghemeen overspul 34 doen. Ende als vergaen is die waerheit vanden mannen, die op 35 loosheit den gansen dach sullen dencken. Ende als vergaen is 36 die heilicheit vanden papen, die dan ongheoorlofde dinghen 37 biden altaer sullen doen tieghen der ewen. Ende als vergaen 38 is die rechtveerdicheit vanden heren, datsi om gonste, om lede,

[pagina 617]
[p. 617]

39 om miede, om vrese dat recht verkerenGa naar voetnoot39. Ende als vergaen is 40 tucht ende eer vanden hofluden, dat is van edelen luden, datsi 41 op leliken woorden ende vule wercken der oncuuscheit hoirre 42 tucht toe-brenghenGa naar voetnoot41. Als alle die werlt aldus in alle horen staet 43 is verstoort, mit recht heeft hi eer, vrede ende waerheit, recht 44 ende hoveschede verbuert. Dit teyken scrijft Ysidorus. Dat 45 Ga naar margenoot45-54derde teiken sijns toecoemst is, als een twidracht coemt tus-46schen den twie swaerden die God tot allen recht hiet hier op 47 aerden, tusschen die gheestelike hant ende die wairli- [176d] 48 ke hant, als tusschen den paeus ende den keyser. Ende als 49 voort coemt van desen twien een afgaenGa naar voetnoot49, dat die werelt en is 50 hoorre ghien onderdaen ende niement ban van den paeus noch 51 vanden keiser recht ontfaen en sal, so sal die daech Gods aen-52staen ende gheopenbairt werden dat kint der quaetheit, dat 53 sal wesen Antekerst. Dit teyken bescrijft Paulus, dat wi dair 54 niet of en sullen werden vervaert, eer dit is ghesciet.

55Ga naar margenoot55-64Dese Antekerst sal comen vanden gheslachte van een vanden

[pagina 618]
[p. 618]

56 twaleven gheslachten van Ysrahel, als die patriarcha Iacob 57 propheteerde. Ende sal ghewonnen worden in overspul ende 58 in sonden ende gheboren worden inder stat van Babylonien. 59 Ende inder gheboorten sal hi doer sijnre moeder lichaem bre-60ken als een viperGa naar voetnoot60 doet. Die bose gheesten sellen eyghentliken 61 besitten, als of hi sijn siele wair ende mit sijnre aert sal hi op-62wassen ende op-ghevoet werden. Daer-na sal hi comen tot 63 Iherusalem ende laten hem besniden ende sal segghen totten 64 Ga naar margenoot64-70ioden, dat hi die waer Messyas is, die hem inden ewe vanden 65 propheten is ghelovet, ende so sullen si alle an hem vallenGa naar voetnoot65 ende 66 Salomons tempel, die die Romeyns braken, weder op tymme-67ren, ende daer sal hi ingaen sitten ende laten hem aenbeden 68 ende verheffen hem, als of hi God waer. Dan so sal hi vanden 69 gueden menschen ende vanden gueden enghelen verlaten wer-70den.

71Ga naar margenoot71-85Dat ander punt is van sijnre ghedaente, forme ende ghestan-72tenisse van sijnre [177a] phisonomien, seit SalomonGa naar voetnoot72, datmen 73 in sijn moeten ende aensichte kennen sal gruwelic te wesen, 74 als een lijflic duvel: sijn oghen sullen blincken als sterren uut 75 sinen hoofde, dat men sal ontsien ende voor hem vervaert 76 wesen, uut sinen monde sullen hanghen barnende lampen,

[pagina 619]
[p. 619]

77 (Glosa:) dat men groot verwonderen sal hebben van sijnre 78 scoenre behendigher sprake, sijn haer ende vlechten sullen 79 barnen als flammen, (Glosa:) als hi die werlt al mit ghe-80nuechten sal ontfanghen; uut sijnre nase sal een roick als eens 81 ovens uutgaen, (Glosa:) dat men sijn wonder voor al die werlt 82 sal ruken ende vernemen. Sijn adem sal wesen als verwaeyedeGa naar voetnoot82 83 colen, (Glosa:) also sal hi die werelt in quaetheit ende in son-84de verwecken. Alse cluwenGa naar voetnoot84 sullen legghen in sinen halse ende 85 strotte van loeghen, blasphemy ende vloecken. Int openbaer so 86 sal hi eerst voort volc enen heilighen schijn toghen, op-dat hi 87 Ga naar margenoot87-101te lichteliker mach bedrieghen int heymelick. In slaepcameren 88 sal hi oncuusch mit vrouwen wesen, des hem seer sal lusten, 89 ende in gulsicheit van overaet ende dranc. Hi sal so traech 90 ende sat wesen ende slaperich in gulden bedsteden also lan-91ghe, dat hem die heren selden sijn aensicht moghen scouwen. 92 Hi sal wesen so nydichGa naar voetnoot92 ende so hatich, datmen niement van 93 scoonheden ende edelheit van vroemheit en sel [177b] moghen 94 voir hem prisen. Hi sal wesen so vermeten, dat hi die iaren, 95 die tijt ende loop des hemels sal onderwinden te wandelen. 96 Alle rechte loeye ende statuten sal hi weder spreken, hi sel 97 sijn beelde doen aenbeden ende mit sijn teyken alder luden 98 voirhoofden doen prenten, hi sal soe woedich ende soe toor-99nich wesen, dat hi tieghen alden oversten sal overmoedelic 100 spreken ende segghen: Mi is die macht ende mijn is die wra-101ke ende alle dinc sijn gherekent in minen scat.

102Ga naar margenoot102-119Dat derde artikel is, hoe hi die werlt sal tot hem verkeren.

[pagina 620]
[p. 620]

103 Die propheet seit, dat hi sal legghen inden wech als een ser-104pent, die sijn hooft mit vier hoornen op recht. Die eerste 105 hoirn sal wesen sijn listighe spraec ende lose predicaedse. Hi 106 sal die oude eeuwe ende die niewe soe verwilderen ende om-107keren mitten starcsten argumenten, dat die leerre der ewen 108 sullen daer toe moeten swighen; sijn stemme sal clincken, 109 sijn woerden sullen wesen suet, sijn sinnen subtijl ende dusent 110 consten van reden so sal hi voirt brenghen. Sijn predicaren 111 sullen alle die werelt over wanderen, men salse in allen steden 112 ontfanghen, si sullen so heilich scinen, gheel, magher, wair-113achtighe ypocriten; si sullen die scrifture tot haren vreemden 114 sinnen beduden ende des salmen hem ghemeenlic gheloven. 115 Der heiligher kercken sacramenten salmen dan niet [177c] 116 achten. Ende dit sal ghescien, want dat volc inder tijt sal so 117 ghemeenlic wesen van sinnen, datsi op sulke fabulen sullen 118 achten ende niement en sal die waerheit lief hebben, mer al 119 Ga naar margenoot119-130hem selven minnen. - Die ander hoorne sal wesen sijn val-120sche werck van mirakel. Mitter zwarte conste, nigromancia, 121 so sal hi vreemde wonder teyken doen, stienen sal hi spreken 122 doen ende latenGa naar voetnoot122, tvuer vanden hemel neder doen comen, die 123 boemen doen bloyen ende weder dorren, die zee van stormen 124 bulghenGa naar voetnoot124, die sterren van boven doen neder vallen; die bose 125 gheest sal op sijn iongheren comen ende doen spreken mit veel 126 tonghen; hi sal die doden doen opstaen ende verrisen ende 127 veel natuer inder formen doen verwandelen, aertbevinge, aert-128scoren, helle, veghevier tonen, ende daer en sal niet wesen, des 129 hi van sijnre macht niet en sal beroemen, op-dat hi hem heer 130 Ga naar margenoot130-142alre dinghen moghe bewisen. - Die derde hoorne sal wesen 131 mildicheit van gaven. Hi sal vinden alle die verburgen scat, 132 die inder aerden of inder zee mach wesen. Ende want dan ionc

[pagina 621]
[p. 621]

133 ende out op ghiericheit sal werden ghekeert, so sal hi alle her-134ten mit gaven tot hem trecken. Hi sal die edelste ghesteente 135 wriven in sijnre hant, ende overscoenliken pollijst sal hise 136 den heren in corven senden, ende die rike der [177d] werlt 137 riker maken. Hi sel hovedaghen houden in wijngaerden ende 138 in tenten, scoenre van wersscappen dan dede die coninc Assue-139rus. In toghen sijnre maiesteit gheens ghebrecs en sal bi hem 140 wesen ende dair-om sal hi der armen patroen hieten. Dese 141 sekerheit van guede, van eren, van weelden, sal hi alle sijn 142 Ga naar margenoot142-156vrienden duerende lonen. - Die vierde hoorne sal wesen sijn 143 tiranscap ende tormenten; hi sal wesen als een leeuwe in sijn-144re culen, die daer laghen leit. Een leeuwe van macht, een cule 145 van loesheit, een laghe ende een strick van onghenaden boven 146 alle tyrannen, so sal hi manierGa naar voetnoot146 van torment bedencken. Hi sal 147 vanden vreseliken dieren die menschen al levende <laten> 148 verslinden; hi sal die ghewonde ende die ghequetste laten 149 helen ende salven, op-datsi weder nuwe pijn moghen liden. 150 Hi sal metalen ossen ghieten ende setten se int vuer, ende 151 werpen die luden in haren buken, want als die luden dan 152 roepen ende screyen, dat die ossen scinen te balckenGa naar voetnoot152 ende dat 153 dat volc daer-om moghen lachen ende gheen iammer daer-op 154 en crighen. So sellen die martelaren meer liden, dan si ye 155 deden; ende wair dat God dese tijt niet en cortede, het soude 156 in sorghen wesen of hem yement soude teghen hem behouden.

157Ga naar margenoot157-173Dat vierde artikel is van sijnre heerscappie ende van sinen 158 [178a] ghesinde ende wat heren hi voeren sal. Dese drie pun-159ten machmen wel uuter scrifturen mercken. Die macht sal 160 wesen so over groot ende vermeten, dat hem sal duncken yser 161 als caf ende stroe, metael als vermolsent hout, die zee achten

[pagina 622]
[p. 622]

162 ofse aerde waer, die woeste wildernisse als een spacierende 163 wechGa naar voetnoot162, die helle ende verdoemenisse, ofse waer sijn carkerGa naar voetnoot163 ende 164 vanghenisse. Hi sal maken vier heil-weghenGa naar voetnoot164 ende vrie coop-165straten over al die werelt; hi sal één sprake doen onder alle 166 tonghen, één mont doen gaen onder alle volc; één wichte, 167 mate ende rekenscap in alre comenscap; één eeuwe onder 168 ioden, heyden ende kersten. Hi sal hem noemen die grote 169 keiser, die alle die werlt regiert in eenre yseren roede, die 170 als een aerden vat sijn vianden mach breken; hi sal glorieren, 171 dat hi als eens voghels nest heeft al die werlt in sijnre hant, 172 die hi den sinen ende haren roef deylen salGa naar voetnoot172; hi sal versmaden, 173 Ga naar margenoot173-200datmen yement heer noemen sal of god dan hem alleen. Dat 174 ghesinde dat hi hebben sal, toghet sinte Ian in Apocalipsi .IIoGa naar voetnoot174. 175 capitulo. Dat die beeste die uter zee clam seven hoofden had-176de ende tien hoornen. Seven hoofden sijn seven ghecroende 177 coninghen, heren ende vorsten, dien hi die werlt sel deilen ende 178 bevelen. Tien hoornen sijn tienderhande gheslachten van qua-179den menschen, die quaetheit ende sonden teghen die tien 180 [178b] gheboden sellen op-rechtenGa naar voetnoot180. Hi sal oec hebben een drie-

[pagina 623]
[p. 623]

181voudige stringhe in sijn hant, daer hi al die werlt mede sal 182 meten: hi sal die quade trecken tot hem mit gaven, die 183 gueden overmits tormenten, die simpele mit sijnre predicacien 184 ende miraculen. Hi sal hebben sevender hande vergadert huus 185 ghesinde. Die coninghen, heren ende vorsten, op-dat hi mit 186 wapender hant die weder-strubbighe bedwingt. Die bisscopen 187 ende prelaten, op-dat hi mit nuwen ghelove ende heilichdom 188 die kerstenheit mach bedrieghen. Die meesters ende conste-189naers, op-dat hi <mit> vreemder consten van hemels loop, 190 van medicinen, van recht moghe sijn saken vertoghen. Die 191 sprekers ende dichters, op-dat hi mit sophistighenGa naar voetnoot191 woorden 192 moghe alle verstaen besluten ende indoen. Die gheveynsde hei-193lighe moniken, lollaerden ende ypocriten, opdat hi mit ghe-194meenliker wise van heilicheden die heilighe kercke moghe 195 vernederen. Die toevenaers ende die nygromanticos, op-dat hi 196 mit wonderliken vertoghen der dinghen der menschen sinnenGa naar voetnoot196 197 moghen bedrieghen. Die quade felle stockers ende pinighers, 198 op-dat hi van veel manieren van tormenten die kerstene moghe 199 vervaren. Aldus so en sal ghien staet wesen, si en sal van hem 200 Ga naar margenoot200-212ghevalschtGa naar voetnoot200 werden mit mit hem sijns willen te leven. Dat ghe-201wapende heer, dat hi van macht voeren sal, scrijft die pro-202pheet Ezechiel ende sijn oec genoemt [178c] in Apocalipsi, dat 203 hi te stride vergaderen sal Gog ende MagogGa naar voetnoot203, dair hi alle sloten 204 der heilighen sal mede doer trecken. Dese twie volken ghe-205noemt sullen wesen die rode Ioden, die de grote Alexander 206 inden berghe Caspios liet besluten, ende dan sullen si sonder

[pagina 624]
[p. 624]

207 ghetal als sant des meers uut ghelaten worden. Dat volc sal 208 wesen sonder ghenade, heymelic scalc, openbair wreet, ver-209keert van sinnen, hoverdich van machte, ghesellen der werlt, 210 bondekijnsGa naar voetnoot210 te barnen inder hellen. Dese sellen mit macht die 211 vier enden der werlt bedwinghen ende onder Entekerstes rike 212 ende ghewalt bringhen.

213Ga naar margenoot213-230Dat vijfte artikel is van sinen wedersake, vander tijt sijns 214 regiments ende van sinen eynde. Die wederpartye van Ante-215kersts sullen wesen Enoch ende Helyas. Enoch was een out 216 vader. God nam hem op vander harder aerden ende setten 217 in dat paradijs. Helyas was een propheet ende God voerden 218 in enen vuerighen waghen totten anderen. Ende dese sullen 219 comen prediken ende prophetieren dusent twee hondert sesGa naar voetnoot219 220 ende tseventich daghen lanc; dat is bi drie iaer als Cristus 221 leerde. Dese sullen der vader herten bekeren totten kinderen 222 ende die kinderen totten vaderen, dat is: dat oude testament 223 totten verstaen des nuwen. Ende die Ioden sullen hem bekeren 224 tot Cristum. Dese twie tughen sullen wesen vol heilicheden, 225 als oliven, ende luchten als twie candelaren, vol leer der hei-226ligher kercken, ghecleet mit sacken, predikenden penitencien 227 ende self sullen sise doen. Antekerst [178d] selse verslaen ende 228 si sullen drie daghenGa naar voetnoot228 legghen inder straten, datse niement en

[pagina 625]
[p. 625]

229 sel dorren begraven. Ende als si stincken, so sullen si weder 230 Ga naar margenoot230-241opstaen ende clymmen openbaerlic in dat paradijs. Die tijt 231 sijns regiments sal wesen drie iair ende een half. Int eersteGa naar voetnoot231 232 iaer sal hi toghen gheveynsde heilicheit, int anderde iaer der 233 heren mildicheit, int derde iaer der tyrannen wreetheit, int 234 leste halve iaer werden die duvelen uut ghelaten te scaden 235 also veel, als si willen. Also sorchliken tijt sal dat wesen, dat 236 die ghelovighe menschen liever coren te sterven dan te leven. 237 Men sal dan niet prediken, noch die lerars en sellen die scrif-238ture niet beduden. Men sal die kercken roven ende die ker-239sten bannen, men sal copen noch vercopen dan die tgetal van 240 Antekerst naem dracht in sijnre hant als een bolletGa naar voetnoot240. Dese tijt 241 sal God corten om der uutvercoren wille.

242Ga naar margenoot242-257Dat eynde dat Antekerst nemen sal, sel hem wesen alte

[pagina 626]
[p. 626]

243 scandelic. Hi sel comen ende setten sijn pavlioen opten berch 244 van Oliveten int oest, dair Ihesus op-clam, ende hi sal berenGa naar voetnoot244, 245 of hi ten hemelwaert woude opclymmen. Ende als hem die 246 duvelen op-voeren inder lucht, so sal die enghel Michael teghen 247 hem vechten ende doetslaen mitten gheest godliker lippen. 248 Ende die duvelen sellen laten vallen daer inder aerden ende 249 aldus sal hi worden bedrogen. Als dit die Ioden sien, sullen 250 si hem bekeren ende viertich da- [179a] ghen penitencie doen, 251 eer si ghedoopt werden. So sal die heilige kerck hair vernuwen 252 ende alle menschen één wesen. Die vrienden ende navolghers 253 Antekersts sullen segghen: Al is onse vorste doot, wi hebben 254 nochtan vrede ende sullen eten ende drincken ende wiven trou-255wen ende eer si toesien, so sal God onversiens ende oversciesGa naar voetnoot255 256 ten oordel comen: totten ghetrouwen vrienden eer, ende 257 cleenGa naar voetnoot257 tot horen vromen. Amen.

margenoot6-257
Met dit hoofdstuk worden de eschatologische beschouwingen ingezet, - over het laatste oordeel, de hel, het vagevuur en den hemel - waarmede onze auteur zijn uitvoerige verhandeling besluit. Eerst verhaalt Mr. Dirc in den breede ‘van Entekerst toecoemst, van sijnre hantieringhe ende hoe hi sal eynde nemen’, waarbij hij, wat de hoofdzaak betreft, het Compendium heeft gevolgd. Ook de Leg. aur. heeft hem bijdragen geleverd. De overeenkomst met het verzamelwerk Der Sielen Troest, dat vermoedelijk uit de tweede helft der 15e eeuw stamt, is waarschijnlijk terug te voeren op het Compendium Theologie, dat door den compilator daarvan in zijn proloog onder de bronnen wordt genoemd.
margenoot6-44
bron onbekend.
voetnoot6
wilt: ongeregeld.
margenoot22
Vgl. Mich. 7:5-6.
margenoot28
Vgl. I Joes 2:16.
voetnoot29
ghenuecht van gesichte: oogenlust (concupiscentia oculorum).
voetnoot39
dat recht verkeren: het recht verdraaien.
voetnoot41
hoirre tucht toebrenghen: hun eerbaarheid verspelen.
margenoot45-54
Comp. VII, c. 7: Antequam Dominus veniat ad judicium, regni Romani fiet destructio. Nam sicut dicit Glossa super Apostolum (II Thess. 2:3-4). Prius erit discessio ab utroque imperio, qua completa aderit Antichristus. Verscheidene exegeten, Tertullianus, H. Hieronymus, de Pseudo-Ambrosius, Primasius, Sedulius verklaren dezen afval eveneens in politieken zin, voorzoover de volken zich afscheiden van het Romeinsche rijk, waaraan ze waren onderworpen, maar de bedoeling van S. Paulus is veeleer te wijzen op den grooten afval van het ware geloof.
voetnoot49
afgaen: afvallig worden (discessio ab utroque).
margenoot55-64
l.c. Hic (Antichristus) ex parentum seminibus, sed post conceptum descendet spiritus malignus in matris uterum, cujus virtute et operatione deinceps puer nascetur, aletur, adolescet, propter quod et filius perditionis vocabitur. Nascetur autem in Babylonia de tribu Dan, sicut dicit Glossa super Apostolum. Post hoc veniet in Hierusalem, et circumcidet se, dicens Judaeis se esse Christum illis promissum, unde plebs Judaea specialiter ei adhaerebit.... donec Enoch et Elia praedicantibus, qui ex illis fuerint salvandi, ad Christum revertantur. Angelus bonus deputabitur primo Antichristo ad custodiam, sed quando ita obstinabitur in peccato, quod dicet se esse Deum... tunc primo deferet cum Angelus ex toto, nec habebit cum postmodum ad promotionem, sed ad accusationem. De toevoeging: ‘als die patriarcha Jacob propheteerde’ is gegrond op Gen. 49:17. Toen Jacob aan zijn zonen de toekomst voorspelde, zei hij tot Dan: Fiat Dan coluber in via, cerastes in semita, etc. Daarom zegt Comp. VII, c. 9: Merito comparatur Antichristus Cerasti, qui est serpens cornutus. - Dat hij ‘sal ghewonnen worden in overspul’ vermeldt het Comp. niet, maar wel vinden we dit in vele andere geschriften over den Antichrist. Deze meening berust op II Thess. 2:3, waar hij ‘homo peccati’ wordt genoemd. In Der sielen Troest lezen we: ‘ende sall geboren worden tonechte’; volgens Van den leven ende overganc des alder boesten ende quaetsten Antekerst - Utrecht 1539 - werd hij geboren uit den omgang van een zekeren Scalcus met zijn dochter Ulcas, die op straat van dezen knaap verlost werd, daarbij stierf, en wier lijk op vreemde wijze verdween. Zie Troelstra, Stof en Methode der Catechese in Nederland vóór de Reformatie, - Groningen, 1903 - blz. 240.
voetnoot60
viper: adder. Mnl. vipra, mnd. viper, in Ndl. van de 17e eeuw: viper. Zie Vd. IX, 529; - gheesten, lees: gheest.
margenoot64-70
Comp. VII, c. 8: Confitebitur enim se verum filium Dei, et filium hominis, ita ut in templo Dei sedeat tamquam ipse sit Deus, et se faciet adorari. Judaei namque templum quod Romani destruxerunt, reaedificabunt.
voetnoot65
an hem vallen: zijn partij kiezen, aan zijn dienst zich wijden.
margenoot71-85
Niet in Comp. In plaats van Salomon lees: Job 41:9-13: Oculi ejus, ut palpebrae diluculi; de ore ejus lampades procedunt, sicut tedae ignis accensae; de naribus ejus procedit fumus, sicut ollae succensae atque ferventis; halitus ejus prunas ardere facit, et flamma de ore ejus egreditur; in collo ejus morabitur fortitudo, et facies ejus praecedit egestas.
voetnoot72
Salomon, lees: Job.
voetnoot82
verwaeyede: aangewakkerd door den wind.
voetnoot84
cluwen: kluwen.
margenoot87-101
Vgl. Comp. VII, c. 8: Antichristus erit luxuriosus et in concupiscentiis feminarum... in aperto tamen per hypocrisim simulabit sanctitatem, ut facilius decipere possit,... in tantam elevabitur superbiam, quod leges et ceremonias mutare conabitur, vel cursum temporis,... ad majorem Dei contumeliam faciet imaginem suam adorari, et omnes suo charactere signari in manu dextera et frontibus suis.
voetnoot92
nydich: afgunstig.
margenoot102-119
l.c. c. 9: Merito comparatur Antichristus Cerasti qui est serpens cornutus: quia quatuor cornibus armabitur, scilicet callida persuasione, miraculorum operatione, donorum largitione, et tormentorum exhibitione. (De ‘propheet’ is de aartsvader Jacob - Gen. 49:17). Primus ergo modus subvertendi homines erit callida persuasio. Praedicabit enim legem novam pravam esse, et legem Christi pro posse destruet. Praedicatores enim sui discurrent per universas partes mundi.... ipsi autem bonos se simulabunt et tamen mala suadebunt.
margenoot119-130
l.c.: Secundus modus subvertendi erit per fallacia miracula, quia per artem magicam illa faciet. Magica arte statuam facit loqui et futura praedicere; et faciet... ignem de coelo descendere in terram... faciet arbores cito florere, arescere; mare turbari; naturas in diversas figuras mutari; mortuos etiam in conspectu hominum suscitabit.... Malignum spiritum faciet super eos descendere, ut loquantur variis linguis.
voetnoot122
doen ende laten: als causaal hulpww. met actieve en passieve bet.
voetnoot124
bulghen: zwellen.
margenoot130-142
l.c.: Tertio decipiet per munera. Ipse namque Antichristus inveniet thesauros absconditos, per quos ad sequendum se inclinabit plurimos; ditabit enim bonis divites hujus saeculi, et tunc eorum falsam felicitatem ad decipiendum alios ostendet.
margenoot142-156
l.c.: Quarto compellet per minas et tormenta, quos aliter vincere non poterit... De hoc modo (Comp. heeft dit onder de ‘secundus modus subvertendi’) decipiendi dicitur in Psalmo: Insidiatur in abscondito, quasi leo in spelunca sua. (Ps. 10:9). Glossa: recte Antichristus comparatur leoni existenti in spelunca: quia in eo vis et dolus operatur; vis enim per leonem, dolus per speluncam intelligitur.... Antichristus autem sicut erit crudelior omnibus persecutoribus, ita sancti tunc temporis fortiores erunt omnibus retro martyribus... Tanta vero, sicut ait Dominus tunc erit tribulatio, ut in errorem ducantur, si fieri potest, etiam electi. - Matth. 24:22. Alles is in de Tafel breeder uitgewerkt.
voetnoot146
M: manier; S-O: wise.
voetnoot152
balcken: bulken, loeien.
margenoot157-173
bron niet bekend.
voetnoot162
spacierende wech: wandelweg. Het part. praes. heeft hier betrekking op een znw., dat niet het onderwerp der werking is en een eenigermate passieve bet., zooals: loopende eerde: begane grond. Vgl. eng. walking stick. Stoett2, § 256.
voetnoot163
sijn carker, met klemtoon op het pronomen poss.
voetnoot164
heil-weghen, lees wschl.: heirweghen, ofschoon ook op een andere plaats in de Tafel die lezing voorkomt (Winterstuc, blz. 87, r. 187), waar ze echter als via salutis is te verklaren. Zie Wdb. der Ned. Taal, i. v. VI, 486: Heerwegen werden verstaan, die weegen, daar die koopman of varende man, te wagenen van die een stad in d'ander, ofte van dat een groot Dorp totten anderen vaart, Utr. Placaatb. 2, 1063 b. Vgl. hiermede Winterstuc, blz. 297, 6: coopstraten, als vertaling van: ‘vias publicas’.
voetnoot172
die hi ... deylen sal: die hij onder de zijnen en onder hen, die zij hebben buitgemaakt, zal verdeelen; - versmaden: verachtelijk van de hand wijzen.
margenoot173-200
l.c.: c. 10: Unde in Apocalypsi (13:1) Vidi de mari bestiam ascendentem, habentem capita septem et cornua decem. Glossa: id est Antichristum habentem capita septem, id est: principes universos; cornua decem, id est: eos qui impugnant decalogum.... Attrahet autem malos per munera, bonos per tormenta, simplices per praedicationem et miracula.... Habebit secum magos et maleficos, reges quoque et principes. We vermoeden dat hij ook hier uit een meer direkte bron heeft geput.
voetnoot174
IIo, lees: XIIIo.
voetnoot180
oprechten: tot stand brengen, d.i. plegen, (impugnant).
voetnoot191
sophistighen: spitsvondige (niet bij Vd.).
voetnoot196
M: die, lees der..
margenoot200-212
l.c. cap. 11: Alii dicunt, quod per Gog et Magog (Ezech. 38 en 39 en Apoc. 20:8) intelligitur exercitus Antichristi, qui in fine saeculi veniet ad expugnandam Ecclesiam... De Gog et Magog dicunt quidam, quod sunt decem tribus intra montes Caspios clausae. Vgl. over dit laatste Hist. scol. (Migne, t. 198, col. 1498), waarvan cap. XXXIV van Alexanders Hystorie (uitgave Dr. S. Hoogstra) blz. 96 een vertaling is. Hieruit blijkt het verband met de geschiedenis van den Antichrist: Egredientur tamen circa finem mundi, magnam hominum stragem facturi.
voetnoot200
ghevalscht: bedorven door met hem en volgens zijn wil te leven.
voetnoot203
Gog ende Magog; Gog is de koning van het land Magog (d.i. land van Gog), waar het barbarenvolk der Scythen woonde, van wier woeste aanvallen ook Palestina, kort vóór Ezechiël, veel te lijden heeft gehad. Ze zijn de verpersoonlijking van de vijandige machten, die op het eind der dagen het uitverkoren volk zullen bestrijden.
voetnoot210
bondekijns: houtbundels.
margenoot213-230
l.c. cap. 12: Venient Elias et Enoch... De eorum praedicatione et sancta conversatione dicitur in Apocalypsi (11:3): dabo duobus testibus meis, et prophetabunt diebus mille ducentis sexaginta, id est tribus annis, sicut ipse Christus praedicavit, amicti saccis... et convertent, sicut dicit Malachias (4:6), corda patrum in filios - Glossa: ad instructionem praeteritorum de fide Salvatoris, inquantum et ipsi crediderunt - et cor filiorum ad patres eorum - Glossa: quia suscipient fidem, quam illi habuerunt. Unde et Christiani et Judaei tunc in Christum pari religione consentient.... Praedicantes poenitentiam et exemplum ostendentes... Hi sunt duae olivae et duo candelabra (Apoc. 11:4) - Glossa: id est lumen dantes aliis. Tandem Antichristus occidet eos in Hierusalem et jacebunt corpora eorum in plateis tribus diebus et tribus noctibus cum dimidio, quia nullus audebit corpora eorum sepelire propter metum Antichristi. Occisores autem eorum erunt valde laeti propter mortem eorum; post dies autem tres et dimidium resurgent, et eorum occisores audient vocem talem: Elias et Enoch ascendite huc, et ascendent in coelum in nube.
voetnoot219
1276, lees: dusent twee hondert ende sestich, volgens Apoc. 11:3, dat zijn de 42 joodsche maanden van 30 dagen (13:5). Onze auteur hield zich aan jaren van 365 dagen.
voetnoot228
drie daghen, lees: d. d. ende een halve. (Apoc. 11:9).
margenoot230-241
l.c. c. 13: Regnabit Antichristus, sicut dicit Glossa super Apostolum (II Thess. 2:8), tribus annis cum dimidio.... l. c. c. 9: Solventur enim daemones, qui modo ligati sunt, ne possint nocere quantum vellent. Fideles quoque illo tempore non praedicabunt, quia tamquam excommunicati habebuntur tunc boni. Nihil vendetur eis, nec emetur ab eis, nisi habeant characterem, id est signum aliquod ad litteram, ut adhaerentes sibi cognoscantur et alii interficiantur - Marc. 13:20.
voetnoot231
twie (ook in S-O), lees drie, want 42 maanden = drie en een half jaar. Ook de verdere tekst wijst daarop. Het is heel opvallend, dat ook Der Sielen Troest (Troelstra, II, blz. 242) derdehalff iaer in plaats van vierdehalff heeft. Vgl. Daniël, 7:25 en 12:8, waar wordt gezegd, dat de vervolging onder Antiochus Epiphanes, die steeds als het type gold van godsdienstige vervolgingen, duren zal: ‘één tijd en tijden en een halve tijd.’
voetnoot240
bollet: men zal slechts koopen van hen en verkoopen aan hen, die het getal van den naam van Antichrist op zijn hand als een vrijbrief (billet?) draagt. Dat getal is volgens Apoc. 13:18 zeshonderd zes en zestig.
margenoot242-257
l.c. c. 14: Potestate sua Dominus occidet Antichristum, sicut dicit Glossa super Apostolum (II Thess. 2:8), sive per se, sive per Michaelem. Occidetur autem in monte Oliveti, in papilione et solio suo, in loco circa quem Dominus ascendit in coelum. Interfecto autem Antichristo non statim veniet Dominus ad judicium; secundum Glossam super Danielem (12:8) concedentur quadraginta quinque dies ad refrigerium Sanctorum, et ad conversionem et poenitentiam subversorum. Quantum autem spatium sit inter illos 45 dies et finem mundi, nemo scit. Ministri vero Antichristi post mortem illius gaudebunt, ducentes uxores et dicentes: Licet princeps noster mortuus sit, habemus tamen potestatem, pacem et securitatem, et cum talia dixerint, repentinus eis superveniet interitus. Judaei vero tunc convertentur ad fidem et sancta Ecclesia usque ad finem pacificata, quiescet, quia tunc fraudulentia et saevitia diaboli penitus ubique deficiet. - In Van den leven ende overganc des alder boesten ende quaetsten Antekerst lezen we: Dan sal hy setten sijnen stoel in eenen vergulden tente... op den berch van Oliveten, van welcken berch is onse here Jesus Christus warachtelijken opgeclommen boven alle hemelen... Ende hy sal aensienlick (= zichtbaar) opgenomen worden doir dat behulpe der duvelen, ende sal ghevuert werden in die lucht metter swerten consten... Zie Troelstra, l.c. blz. 242. In ander verband, als een der wonderteekenen, waardoor hij het volk trachtte te misleiden, verhaalt Comp. c. 9: Item per artem magicam similabit se mortuum et feretur a daemonibus in aera, quasi ascendat in coelum, et sic putabitur ab hominibus resurrexisse. Dat de engel Michaël hem zal ‘doetslaen mitten gheest godliker lippen’ berust op II Thess. 2:8: Et tunc revelabitur ille iniquus, quem Dominus Jesus interficiet spiritu oris sui.
voetnoot244
beren: den schijn aannemen.
voetnoot255
overscies: plotseling.
voetnoot257
cleen: weinig tot hun voordeel. Soms is dit woord een verzachtende uitdrukking voor ‘in het geheel niet,’ zoo ook mhd. en mnd., dus: in het geheel niet tot heil van de volgelingen van den Antichrist.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken