Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hannes Brinker of de zilveren schaatsen (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hannes Brinker of de zilveren schaatsen
Afbeelding van Hannes Brinker of de zilveren schaatsenToon afbeelding van titelpagina van Hannes Brinker of de zilveren schaatsen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.55 MB)

Scans (29.38 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Illustrators

Maarten Oortwijn

Bert Bouman



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hannes Brinker of de zilveren schaatsen

(1970)–Margreet Bruijn, Mary Mapes Dodge–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 42]
[p. 42]

Nog eens: het ongeluk van vader Brinker!

Als een lopend vuurtje is het door het dorp gegaan.

‘Heb je het al gehoord? Weet je het al? De dokter, die vreemde uit Amsterdam, is bij Neel binnen geweest en daarna, ja het is heus waar, is hij de dijk op gegaan met die mevrouw van de ar. Ja en toen zijn ze niet direct naar Amsterdam doorgereden, nee, ze zijn bij Brinker geweest. Wie het niet geloven wil, die gaat het maar vragen. Maar waar is het, dat is zeker!’

Was het weer een meeuw, die dat nieuwtje zo gauw overbracht? Of was het een schaatsenrijder, die toevallig langs kwam? Ach, nieuwtjes gaan altijd zo snel door de wereld en zeker in zo'n klein dorpje als Broek!

‘Weet je het al? Heb je het al gehoord? Ik zal het je eens gauw vertellen!’

De buurvrouwen van Neel, de bakker, de smid, Aaltje en Bet, iedereen weet het nieuws al in een ommezien. Dus ook Geertje en Hannes.

Zij vertellen het echter niet verder, maar maken hun werk af, zo vlug als ze kunnen en dan gaat het in vliegende vaart over het ijs naar huis. Geertje op de slee en Hannes op de schaats.

‘Vlug Geert, geef mij het touw! Ik zal je wel trekken! Links, rechts, links, rechts, hoe eerder we er zijn, hoe beter!’

Vlug gaat het zo, samen. Daar is de boerderij van Pronk al. Ant staat op de dijk en roept hun iets toe. Maar ze luisteren niet en zwaaien alleen terug.

Daar zien ze het dak van hun huisje al en moeder, die vol ongeduld naar hen staat uit te kijken.

De schaatsen af en met de slee de dijk op.

‘Daar zijn we moeder! O, vertel ons toch eens gauw!’

Vlug gaan ze het huisje binnen.

Wat heeft moeder Brinker te vertellen?

 

Ze zitten nu alle drie bij de tafel, waar de aardappels in de pan

[pagina 43]
[p. 43]

staan te dampen. Voor ieder ligt al een vork klaar, maar gegeten wordt er nog niet!

‘Toe moeder,’ vraagt Geertje vleiend, terwijl ze haar hand op moeders arm legt. ‘Is het nu edit waar, dat die mevrouw en die dokter hier geweest zijn? Ze zeggen het allemaal in het dorp!’ Glimlachend kijkt moeder haar dochter aan en dan knikt ze Hannes toe. Haar gezicht staat ernstig, maar haar ogen glanzen. Ze moet even iets wegslikken. Dan gaat ze rechtop zitten.

‘Kinderen,’ zegt ze. ‘Die dokter heeft vader onderzocht en hij heeft gezegd dat hij misschien, ja heel misschien, helpen kan! Nee, nee, maak jullie je nu nog niet te blij, het is allemaal nog lang niet zeker... De dokter komt over een dag of wat terug en die mevrouw ook. Wat een goede vrouw is dat en zo vriendelijk...!’

Nu begint Hannes hevig te knikken. Ja, die mevrouw Ten Kate is zeker de liefste vrouw, die hij ooit gezien heeft, behalve zijn moeder vanzelf.

‘Maar wat zei de dokter nog meer?’ vraagt Hannes dan wat ongeduldig. Hij prikt een aardappel uit de pan en begint langzaam te kauwen, terwijl moeder verder vertelt.

‘Vader is zwak, zei dokter. Hij moet veel naar buiten en goed eten en drinken: vlees, melk, eieren en zelfs wijn! Maar waar halen we dat allemaal vandaan?’

Moeders gezicht staat weer zorgelijk als altijd. Samen met de kinderen verdienen ze nauwelijks genoeg om te blijven leven. Hoe in de wereld kan ze nu aan vlees en eieren, melk en wijn komen? Even steunt moeder met het hoofd op de handen. Er loopt een traan over haar wang.

Maar dan staat Hannes naast haar, met een hand op haar schouder. En Geertje strijkt met haar wang langs moeders mouw.

‘Kom nu moeder, maak u geen zorgen!’ zegt Hannes schor. ‘Ik ben er ook nog!’

‘En ik!’ klinkt Geertjes heldere stem hoog. ‘Ik zal heel hard werken. Nog veel harder dan anders en dan krijgt u alles wat vader nodig heeft. Alles, hoor moeder! En als die dokter dan komt met die mevrouw...’

[pagina 44]
[p. 44]

Maar opeens kan Geertje niet verder praten. Het lijkt wel of haar keel dicht zit. Ze wil zo graag helpen, zo heel erg graag. Maar ze weet ook wel, dat ze heel lang zal moeten werken voor ze genoeg geld heeft om al de heerlijkheden te kopen, die de dokter heeft opgenoemd.

‘Als we onze schat maar hadden...’ zucht ze zacht.

‘Als we het horloge eens verkochten?’ vraagt Hannes voorzichtig.

Maar nu schiet moeder weer recht overeind. Ze veegt haar gezicht met een heftig gebaar schoon. Ze kijkt weer flink, zoals altijd.

‘Het horloge verkopen? Dat nooit! Wat zou vader daar wel van zeggen? Nee, we zullen werken, jullie en ik. En het horloge verkopen, dat doen we nooit! Maar kom, de aardappelen worden koud!’

Zwijgend eten ze nu tot de pan leeg is. Dan ruimt Geertje de boel op en moeder helpt vader de bedstee in.

 

Deze avond gaan moeders breinaalden nog vlugger dan anders. En Hannes snijdt een mooie ketting van wilgehout. Wie weet, wie weet, wil Aaltje Fregeres die wel voor haar pronkkamer kopen! Geertje breit ook en vergeet nu zelfs te dromen. Maar wel ziet ze een tafel voor zich, vol eten en drinken. En daarachter zit haar vader, dik, blozend en gezond. Net als de vader van Antje, en die van Trijntje. Even zucht Geertje diep. Dan buigt ze zich met nog meer ijver over haar werk en breit de ene pen na de andere.

Nog een dag of wat en dan zal dokter Boekman weer komen.

O, als hij toch werkelijk eens zou kùnnen helpen!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken