Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geen geraas of getier (1974)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geen geraas of getier
Afbeelding van Geen geraas of getierToon afbeelding van titelpagina van Geen geraas of getier

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.14 MB)

Scans (40.19 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

bloemlezing
verhalen
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geen geraas of getier

(1974)–Thea Doelwijt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Verhalen, gedichten, liedjes na de emancipatie vóór de tweede wereldoorlog


Vorige Volgende
[pagina 78]
[p. 78]

A.W. Marcus

Alexander Willem Marcus (1880-1953) was drukker van beroep. Hij was onder meer werkzaam bij drukkerij H.B. Heyde en later had hij zelf een kleine drukkerij in de Costerstraat.

Vermeldenswaard is dat ook zijn oudste broer, Joh. C. Marcus schreef, uitsluitend proza, beschouwingen die niet bijzonder leesbaar zijn in deze tijd. En dan was er nog een neef, O.C. Marcus, die ook al drukker was en boeken liet verschijnen (‘De Tijd’).

A.W. Marcus was een vroom man, actief in het verenigingsleven van de Hervormde kerk. Vele van zijn (vaak lange) gedichten ademen zijn Godsvrucht. Hij was ook wat men wel noemt een gelegenheidsdichter en voor zijn verzen gebruikte hij soms bekende melodieën.

Ook aktuele zaken hadden zijn belangstelling en dat hij niet heeft stilgezeten bewijst het aantal titels achterin zijn bundel ‘Schoone letteren - Dichtkundige Studiën’, H.B. Heyde, Paramaribo, 1928.

1905: Nieuwe Feestliederen - f. 0,10.
1908: Surinaamsche Rijm- en Dichtwerken - f. 0,60.
1909: De Bergrede (berijmd) - f. 0,50.
1910: Woelingen gedurende het eerste halfjaar 1910 - f. 0,25 (uitverkocht).
1913: Liederen voor het Gouden Emancipatiefeest - f. 0,10.
1914: Politieke- en Levensherinneringen - f. 1, - (uitverkocht).
1924: Gedachten in Gedichten - f. 1,-.
1925: De Politieke Bril - f. 0,75.
1927: De Emballagekwestie zonder einde - f. 0,25.

Dichtranken

 
In 't gehoor.
 
Uchtendspranken,
 
Reine klanken
 
Klinken in mijn kalm gemoed.
 
Melodieën,
 
Harmonieën,
 
Brengen mij het eêlste goed.
 
 
 
In reuk.
 
Letterfleuren,
 
Frisse geuren
 
Op des dichters kunstaltaar;
 
Deze bloemen,
 
Rijk te roemen,
 
Geuren in de geest zo waar.
 
 
[pagina 79]
[p. 79]
 
In 't gezicht.
 
Zie de beelden,
 
Die zij teelden!
 
't Zijn de wondren der natuur.
 
Alles streeft er,
 
Alles geeft er,
 
Stof tot danken ieder uur.
 
 
 
In 't gevoel.
 
Voel de zegen,
 
Door de regen
 
Van verheven hoge ideeën.
 
Deel dan mede,
 
In den vrede,
 
Klem u niet aan 't laag beneên.
 
 
 
In de smaak.
 
Smaak dan rustig,
 
Vredig, lustig
 
Letterkunst der schone taal.
 
Gunstelingen,
 
Mij omringen,
 
Aan het rijk verkwikk'lijk maal.

(Uit ‘Schoone letteren’ - 1928)

In de stilte

 
In de stilte woont de stilte,
 
Vindt zij zich in eenzaamheid;
 
In de stilte ruist de stilte,
 
Die tot stille denken leidt.
 
 
 
In de nacht- en ochtendstilte
 
Spreekt tot mij de hemelsfeer:
 
Zie uw God in Zijne werken,
 
Hij is van 't heelal de Heer.
 
 
 
In de stilte spreekt de stilte
 
Wat de drukte niet verstaat;
 
In de stilte roep ik stille
 
In mijn' raad'loosheid om raad.
 
 
[pagina 80]
[p. 80]
 
In de stilte wordt geboren
 
Nieuwe kracht uit moedloosheid;
 
In de stilte wordt geronnen
 
Macht, te keren futloosheid.
 
 
 
In de stilte wordt geschapen
 
't Weldoen, 's harten vreugd;
 
In de stilte wordt genoten
 
's Harten reine vreugd.
 
 
 
In de stilte wordt de vreze
 
Voor het kwaadbedrijf gevoed;
 
't Is het strijdperk, daarna zoenoord
 
Van karakter en gemoed.
 
 
 
In de stilte wordt de boosheid
 
Des vergelding weggevaagd;
 
En het mens-zijn wordt gekoesterd,
 
Dat vergeving met zich draagt.
 
 
 
In de stilte wordt gemeten
 
Elke daad, hoe groot, hoe klein;
 
In de stilte wordt verrekend
 
Als de rekening moet zijn.
 
 
 
In de stilte wordt genoten
 
Wat soms nietig schijnt en laf;
 
In de stilte roept het harte:
 
‘Keer nu stil tot Hem, Die gaf.’
 
 
 
In de stilte wordt gefluisterd:
 
‘Ach, de zielenood is hoog’;
 
Maar de stilte noopt mij nevens:
 
‘Richt u stil omhoog.’
 
 
 
In de stilte roept de ziele
 
Naar der wijsheid hoge raad.
 
't Is dezelfde milde stilte,
 
Die het harte overlaadt.
 
 
 
In de stilte vond ik vreugde
 
Waar geen stoff'lijkheid bij haalt,
 
Als de stilheid van de stilte
 
Met zijn stille glans me omstraalt.
 
 
[pagina 81]
[p. 81]
 
In de stilte vindt het harte
 
Stof tot treffend zelfverwijt;
 
In de stilte vind 'k mijzelve:
 
Mens, gij doet niet als ge zijt.
 
 
 
In de stilte toets 'k mijn wezen,
 
Vind ik mij zoals ik ben.
 
Geef mij, Heer, de heil'ge stilte,
 
Dat 'k mijzelve beter ken.

(Uit: ‘Schoone letteren’ - 1928)

Beschouwing van het heden
(1e couplet)

 
Hebt acht, o Surinames kindren,
 
Gods Woord keert nimmer ledig weer,
 
Geen mens kan hiervan iets vermindren,
 
De Heer waakt voor Zijn Woord en eer.
 
‘Ik ben de Heer, gij zult Mij achten,
 
Gij zult mij dienen als Uw God,
 
Ik straf in drie tot vier geslachten,
 
Die tegenstreven Mijn Gebod!’
 
Zo spreekt Hij nog in onze dagen,
 
Tot hen, die naar het ‘waarom’ vragen.

(Uit: ‘Gedenkboek aan de woelingen gedurende het 1e halfjaar 1910’)

De andre kant
(1 couplet)

 
Plots'ling werd de roep vernomen
 
Uit Nickerie's Paradijs:
 
‘Olie uit de grond gekomen!’
 
Boren nu tot elke prijs.
 
Houdelet ging nu aan 't boren,
 
Monsters kwamen, zeer frappant;
 
Maar men moest, beteuterd, horen:
 
‘Dat ze zijn... van d'andre kant.’

(Uit: ‘Schoone letteren’ - 1928)

[pagina 82]
[p. 82]

Politieke coupletten
(1 couplet)

 
Bij 't koloniën-ministerie
 
smeert men ons steeds op het brood,
 
Dat wij arm zijn en armlastig
 
en geduriglijk in nood.
 
Dan bezorgt men ons commissies,
 
theorie, maar geen praktijk,
 
En als uitslag der commissie:
 
‘'t Volk is arm, maar 't land is rijk.’

(Uit: ‘Gedachten in gedichten’ - 1924)



illustratie

[pagina 83]
[p. 83]


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

landen

  • Suriname


Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Gedenkboek aan de woelingen gedurende het 1e halfjaar 1910

  • Gedachten in gedichten


auteurs

  • Alexander Willem Marcus

  • over Alexander Willem Marcus


datums

  • 1928