Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Sis en Sas. De ruziestrooiers (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Sis en Sas. De ruziestrooiers
Afbeelding van Sis en Sas. De ruziestrooiersToon afbeelding van titelpagina van Sis en Sas. De ruziestrooiers

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

Scans (18.52 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Illustrator

Ron Flu



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

fabel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Sis en Sas. De ruziestrooiers

(1975)–Thea Doelwijt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 31]
[p. 31]

7.
Een vreemde uitnodiging

‘Hoe zit het met je plan?’ vroeg Witte Bom aan Latje.

Ze lagen uit te blazen onder Moesje Manjaboom. Ze waren moe van het ruzie maken en uitschelden. De Vijanden waren vanmorgen al vroeg begonnen!

‘Het is nog steeds een half plan,’ zei Latje knorrig. ‘Het is echt niet zo gemakkelijk om een heel plan te bedenken.’

‘Sanderie,’ vloekte Hatsjee. ‘Waarom vermoorden we ze niet gewoon?’

‘Voor vermoorden moet je ook een plan hebben,’ wist Witte Bom. ‘Wat is dat halve plan van je, Latje? Misschien kunnen we je helpen om het af te maken.’

‘Oké,’ zei Latje. ‘Ik zal het jullie vertellen. Waar is Ma Dodo?’ (Want natuurlijk mocht Ma Dodo er niets van weten. Ze zou het nooit goed vinden.)

‘Ze is binnen,’ zei Hatsjee. ‘Ze is bij die mensen.’

‘Oké. Luister,’ zei Latje. ‘Luister, wat we kunnen doen. Vannacht, als Ma Dodo slaapt, dan staan we stiekem op en dan kleden we ons stilletjes aan. Maar... voordat we gaan slapen, moeten we iets gaan drinken met meneer Poort.’

‘Sanderie,’ vloekte Hatsjee weer. ‘Wat is dat voor een gek plan?’

‘Hou je mond,’ zei Latje. ‘Anders vertel ik niet verder.’

‘Ja, laat Latje uitspreken,’ zei Witte Bom.

‘Weet je wat we doen?’ zei Latje. ‘We vragen aan mevrouw Markoesa of we een vrucht van haar mogen hebben. Dan maken we een lekker sapje en dan zeggen we:

[pagina 32]
[p. 32]

Meneer Poort, wilt u proeven? We hebben een heel lekker sapje gemaakt.’

‘Maar waarom dan?’ zeurde Hatsjee.

‘Omdat we niet de straat op kunnen, als meneer Poort wakker is, sufferd. Omdat we een slaapmiddeltje in dat sapje moeten doen, uilehond.’

Grauw, deed Hatsjee. ‘Slappe lat, je bent zelf een suffe uilehond.’

‘Hou op,’ zei Wiltte Bom. ‘Als jullie ook ruzie gaan maken, kunnen we de Vijanden nooit verslaan.’

‘Hij hoeft me niet uit te schelden,’ pruttelde Hatsjee.

‘En jij moet leren luisteren,’ zei Latje.

‘Vertel nu verder,’ drong Witte Bom aan.

‘Oké. We gooien stiekem een aspirientje in dat glas markoesasap. Want jullie weten, dat meneer Poort nooit slaapt. Hij moet altijd het erf beschermen. Maar als hij ons sapje heeft gedronken...’ Latje lachte. ‘Haha, dan snurkt hij als een aap. En dan sluipen wij tussen zijn spijlen door en dan staan we op straat.’

‘En dan?’ vroeg Hatsjee.

‘Verder weet ik het nog niet,’ gromde Latje. ‘Ik heb toch gezegd, dat ik een half plan heb.’

‘Pssst,’ zei Moesje Manjaboom.

Witte Bom, Latje en Hatsjee keken omhoog.

‘Pssst, ik heb iets voor jullie.’

‘O? Wat dan?’ vroegen ze alle drie tegelijk.

‘Ik was het bijna vergeten,’ kraakte Moesje Manjaboom. ‘Ik word oud, ik word vergeetachtig. Maar ik heb een briefje voor jullie. Hier!’

[pagina 33]
[p. 33]

‘O! Een briefje! Wat leuk! Van wie is het? Lees eens voor, Latje,’ riep Witte Bom, die nog niet zo goed kon lezen.

Latje draaide de enveloppe om en om. ‘Er staat geen afzender op,’ zei hij. ‘Maar er staat wel op: Voor Witte Bom, Latje en Hatsjee.’

‘Maak nu open,’ drong Witte Bom aan.

Latje scheurde de enveloppe open en begon te lezen.

‘Lukelu, wat lees ik nu???’ riep hij verbaasd uit.

Op datzelfde moment zei Bruintje, een paar erven verder: ‘Pierelier! Wat lees ik hier!’

De Vijanden zaten bij elkaar om het plan van Bruintje te horen. ‘We geven Witte Bom, Latje en Hatsjee vannacht een waarschuwing,’ had Vijand nummer I (dus Bruintje) gezegd. ‘Vannacht vullen we onze waterpistolen met rode waterverf. Als onze ouders slapen, sluipen we weg.’

‘Ik kom nooit weg,’ zei Bakra somber. ‘Mijn moeder slaapt heel licht. Ze hoort het altijd, als ik opsta.’

‘Dan ga jij maar niet mee,’ zei Bruintje.

‘Als we bij meneer Poort zijn,’ ging hij verder, ‘dan spuiten we alles rood. En met die rode verf schrijven we op de brievenbus: Wij nemen wraak! Dit is jullie bloed!’

‘Psst,’ had juffrouw Grasspriet toen opeens geroepen. ‘Ik heb een briefje voor jullie.’

Bruintje had de brief aangepakt, opengemaakt en toen had hij verbaasd gezegd: ‘Pierelier! Wat lees ik hier!’

‘Beste Vijanden,’ las Bruintje hardop voor aan Bakra. Panter, Mollie en de andere Vijanden.

[pagina 34]
[p. 34]

‘Wij geven vannacht een feestje. Om twaalf uur. Bij Moesje Manjaboom. Wij willen de strijdbijl begraven. Komen jullie ook? Groetjes van Witte Bom, Hatsjee en Latje.’

Op datzelfde moment las Latje: ‘Beste Latje, Witte Bom en Hatsjee. Wij geven vannacht een feestje. Om twaalf uur. Bij Moesje Manjaboom. Komen jullie ook? Sis en Sas hebben altijd allerlei lelijke dingen over jullie gezegd, maar wij geloven ze niet meer. Zullen we vrienden worden, in plaats van vijanden? P.S. Deze uitnodiging is ook voor Ma Dodo. Tot vannacht! Groetjes van Bruintje, Panter, Bakra en Mollie, jullie vroegere Vijanden.’

‘We gaan niet. Het is een valkuil,’ zei Latje.

‘Jullie gaan wel,’ zei Moesje Manjaboom streng. ‘Bij mij is nergens een valkuil.’

‘We gaan niet,’ zei Bruintje op datzelfde moment. ‘Het is een valkuil.’

‘Jullie gaan wel,’ zei juffrouw Grasspriet streng. ‘Moesje Manjaboom heeft geen valkuilen. Ik kom jullie om vijf voor twaalf halen.’

Witte Bom, Latje en Hatsjee, en Bruintje, Bakra, Panter en Mollie, ze durfden niet tegen te spreken. Maar ze vonden het allemaal een beetje raar en ook een beetje griezelig.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken