Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Refreinenbundel (1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van Refreinenbundel
Afbeelding van RefreinenbundelToon afbeelding van titelpagina van Refreinenbundel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.08 MB)

Scans (7.35 MB)

XML (0.94 MB)

tekstbestand






Editeur

C. Kruyskamp



Genre

poëzie

Subgenre

refreinen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Refreinenbundel

(1940)–Jan van Doesborch–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 9]
[p. 9]

[Refreynen in 't amoureus]

Ga naar margenoot+ [houtsnede]

Dan .ij. gelieuen versaemt in eenen wille

[I] Refreyn Ga naar eind[I]

[A]
 
HOe meer gefantaseert, hoe meer beswaert,
 
aert van castumen doet vast ancleuen. Ga naar eindvs. 1-2
 
Ga naar margenoot+ gescreuen staet in mijn herte een bloeme vermaert.
 
waert datse met mi wilde zijn gepaert,
5[regelnummer]
vergaert bleuen wij eewelic sonder sneuen. Ga naar eindvs. 5
 
dleuen is dat ic achte, hoe soudicse begeuen? Ga naar eindvs. 6
 
verdreuen houtse mijn ghepeysen al stille. Ga naar eindvs. 7
 
dus seggic ter eeren van haer verheuen:
 
gheen meerder vruecht ter werelt beseuen Ga naar eindvs. 9
10[regelnummer]
dan twee ghelieuen versaemt in eenen wille.
 
 
 
Ist niet oorboorlic groot te sijn gheboren? Ga naar eindvs. 11
 
verstoren moghen si alle quade gheruchten. Ga naar eindvs. 12
 
suchten, claghen, en steenen iagic verloren, Ga naar eindvs. 13
 
oorboren moet ict dleuen, ic hebt vercoren; Ga naar eindvs. 14
15[regelnummer]
tversmoren des doots salse wt mi doen vluchten. Ga naar eindvs. 15
 
verluchten ga ic mi in een prieel vol vruchten, Ga naar eindvs. 16
 
duchten so en heb ic van gheenen gheschille.
 
dus seggic als voren, ten sijn gheen cluchten: Ga naar eindvs. 18
 
gheen meerder vruecht in swerelts gehuchten Ga naar eindvs. 19
20[regelnummer]
dan twe ghelieuen versaemt in eenen wille.
 
 
 
Siet mi nv in deertsche weelde gheseten,
 
beten van confoort waren der herten goet;
 
doet se mi trouwe, ic derf mi vermeten
 
vergheten en sal icse, ic laet haer weten
25[regelnummer]
Ga naar margenoot+ versleten houtse puer mijn teghenspoet. Ga naar eindvs. 25
 
soet is dat leuen ic bens wel vroet,
[pagina 10]
[p. 10]
 
moet ic dan niet drayen der vruechden spille? Ga naar eindvs. 27
 
nemmermeer scheydic van haer een voet
 
want geen meerder vruecht onder shemels behoet
30[regelnummer]
dan .ij. gelieuen versaemt in eenen wille.
[B]
 
Al waeric bouen moyses in gesonden baerblikere, Ga naar eindvs. 1
 
al waer ic bouen Alexanders mogende machten,
 
al waer ic bouen Cresus van schatte rijckere,
 
al waer ic Dauids victorie een na strikere, Ga naar eindvs. 4
5[regelnummer]
al mochtic bouen Absolom schoonheyt verpachten, Ga naar eindvs. 5
 
al had ic alleen alle menschelike crachten
 
oft yngelic gedachten, so en soudic mi gewachten Ga naar eindvs. 7
 
bi dage bi nachten te minnen die ic moet achten.
 
lieuer soudict al versmachten, dan haer deruen Ga naar eindvs. 9
10[regelnummer]
want tis so oorboorlick liefs liefde verweruen.
 
 
 
Al warre die heel werelt mijne,
 
al waer elc gras met gulden platen,
 
al waer elck loofken van Rosmarijne,
 
al waer al eertrijck puer cristallijne,
15[regelnummer]
al waer al dwater wijn van garnaten, Ga naar eindvs. 15
 
al warent al Dyamanten die steenen vander straten,
 
Ga naar margenoot+ soe soudic eer haten, en al verwaten, Ga naar eindvs. 17
 
dan ic sou laten die bloeme van staten
 
die tot mijnder baten mijn vruecht sal eruen
20[regelnummer]
want tis so orboerlijc liefs liefde verweruen.
 
 
 
Als lief bi lief lieflijc begeert te sijne,
 
als lief liefs liefde in liefden volmaect,
 
als lieuer dan lief liefs liefden hout in verdwijne,
 
als dlieflic lief duer liefde en vreest geen pine,
25[regelnummer]
dan is lief bi lief lieflijc geraect.
 
als twe gelieuen versamen in een liefde naect,
[pagina 11]
[p. 11]
 
int vier dat blaect, hoemen daer waect
 
weet hijt diet smaect, ic bliue ghestaect Ga naar eindvs. 28
 
daer therte na haect, vrij sonder steruen
30[regelnummer]
want tis so oorboorlic liefs liefde verweruen.

margenoot+
[f. 5 v°]

eind[I]
Dit refrein bestaat uit de stukken van twee verschillende refreinen (A en B); wellicht ontbrak er in het hs. dat de drukker voor zich had een blad, waardoor het slot van het eerste en het begin van het tweede refrein verloren gingen.
eindvs. 1-2
De zin is ongeveer: ongestadigheid (in de liefde) brengt verdriet, standvastige trouw (daarentegen) doet vast verbonden blijven (met de geliefde).
margenoot+
[f. 6 r°]
eindvs. 5
sonder sneuen: onveranderlijk.
eindvs. 6
begeuen: verlaten, in den steek laten.
eindvs. 7
ghepeysen: droevige gedachten.
eindvs. 9
beseuen: (is) te bedenken.
eindvs. 11
oorboorlic: voordeelig, prettig.
eindvs. 12
si: t. w. zij die van hooge geboorte zijn.
eindvs. 13
iagic verloren: geef ik den schop.
eindvs. 14
oorboren: gebruiken, genieten van.
eindvs. 15
Hier moet alleen bijgedacht worden.
eindvs. 16
prieel: tuin, boomgaard; fig. vaak voor de geliefde.
eindvs. 18
cluchten: beuzelpraatjes.
eindvs. 19
swerelts gehuchten: de wereld. Vgl. VIII, 12.
margenoot+
[f. 6 v°]
eindvs. 25
versleten houtse: zij doet te niet(?).
[tekstkritische noot]31. HA.: Al waar ick bouen Samson in stercheyt baerlijck.
eindvs. 27
drayen der vreuchden spille: dansen van vreugde?
eindvs. 1
gesonden: gezondheid. - baerblikere: helderder schijnend, stralender. - mogende: machtig.
eindvs. 4
nastrikere: die nabijkomt, opvolger.
eindvs. 5
verpachten: beschikken over.
eindvs. 7
en soudic mi gewachten: zou ik niet aflaten.
eindvs. 9
soudict: less wellicht soudick.
eindvs. 15
wijn van garnaten: een soort van kruidenwijn; zie Mnl. Wdb. II, 922.
margenoot+
[f. 7 r°]
eindvs. 17
verwaten: vervloeken. - eruen: toebedeelen.
eindvs. 28
gestaect: vast, onveranderlijk; vgl. S. XXXIV, 5.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken