Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Refreinenbundel (1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van Refreinenbundel
Afbeelding van RefreinenbundelToon afbeelding van titelpagina van Refreinenbundel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.08 MB)

Scans (7.35 MB)

XML (0.94 MB)

tekstbestand






Editeur

C. Kruyskamp



Genre

poëzie

Subgenre

refreinen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Refreinenbundel

(1940)–Jan van Doesborch–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[XXXIX]

 
O Cracht van liefden, hoe sal ic gedogen
 
dat die rayen van mijns liefs minlike oogen
 
yemant anders toghen blijde ghelaet
 
en si mi so vierichlic hebben duervloegen
5[regelnummer]
dat die iuecht mijns leuens moet verdrogen;
 
hoe sal icx mi poghen om troost oft raet, Ga naar eindvs. 6
 
meer beminnick haer amoreuslijc saet
 
dan al dat menschelick voetsel ontfaet;
 
op deerde en staet gheen so vast int herte geprint.
10[regelnummer]
och en ist niet quaet te lijden, iaet,
 
Ga naar margenoot+ dat si mijnder liefden gheen gay en slaet,
 
och noyt so verblint.
 
al beminnicse seer, si acht mijns twint.
 
 
 
Meer beminnic haer amoreuse sede
15[regelnummer]
dan Troylus oyt Breseda dede
 
oft Paris mede die schoone Helena;
[pagina 82]
[p. 82]
 
Dauid en had noyt sulcken onvrede
 
door bersabeen sede, och mijns liefs schoonhede Ga naar eindvs. 18
 
sticht meerder onvrede, al acht sijt cleene,
20[regelnummer]
in mi, want si is so suuer, so reene,
 
mi dunct dat alle die goddinnen ghemeene
 
noyt en wrochten gheene so wijs ghesint.
 
hoe dat ic weene, sucht oft steene,
 
mijn liefde en gaet haer niet te beene, Ga naar eindvs. 24
25[regelnummer]
dits dat mi schint:
 
al beminnicse seer, si achtes twint.
 
 
 
Pyramis doch troost van liefden schoude,
 
Eurealus Lucresiam betroude Ga naar eindvs. 28
 
dies hem bedoude, haren troost voorwaer, Ga naar eindvs. 29
30[regelnummer]
Dydo minde Eneas sonder froude,
 
tghelijcx hair Medea door Iason benoude, Ga naar eindvs. 31
 
maer wient beroude dat laet ic daer.
 
Ga naar margenoot+ dese hadde doch troost van vrouwen, maer
 
ic saye al plumen teghen den wint,
35[regelnummer]
altijt lijdic duer haer druc en misbaer,
 
dits dat mi dwinct;
 
haren troost claer is mi onnaer,
 
want ict beuint Ga naar eindvs. 38
 
al beminnicse seer, si acht mijns twint.
 
 
40[regelnummer]
Lustighe Princesse, voorwaer ic wilde
 
dat ghi mi beminde, reyn Venus kint,
 
maer ick ben v te seer vander ghilde, Ga naar eindvs. 42
[pagina 83]
[p. 83]
 
dus waert mi leedt dat ict achter hielde.
 
ic beuoele wel, soot refreyn beghint,
45[regelnummer]
al beminnicse seer, si acht mijns twint.

[houtsnede rechts van den tekst]

[tekstkritische noot]2. minlike, S.: bruyn.
3. yemant anders, S.: een ander.
4. so vierichlic, S.: minlick.
5. leuens, S.: iuechts.
6. icx, S.: ic.
7. meer, S.: Want meer; haar amoreuslijc: dat vroulick. HA.: Meer is sy al mijns herten toeverlaet.
8. voetsel, S.: lijf.
9. int herte ontbr. bij S.
10. och ontbr. bij S.
12. och noyt so, S.: noijt dus.

eindvs. 6
mi poghen: moeite doen om te verkrijgen.
margenoot+
[f. 60 v°]
[tekstkritische noot]18. sede/och ontbr. bij S.
19. sticht, S.: stichtic; onvrede: onlede.
20. want ontbr. bij S.; suuer: suet.
21. mi, S.: Dat mij; goddinnen: goden.
22. S.: Nie wrachter eene in ghelijker formen of meer versint.
23. dat ic weene, S.: ic haer claghe; oft steene: ende weene.
27. schoude, S.: aenschoude.
29. dies, S.: die; bedoude, HA.: behoude.
31. S.: Medea bi jason des ghelijcks haer benoude.
33. doch ontbr. bij S.; maer: claer. Tusschen 53 en 54 bij S.: Ende ick merck openbaer.
34. teghen, S.: al tseghen.
35. en, S.: oft.
36. ontbr. bij S.
37. haren troost claer, S.: Den troost myns liefs.
eindvs. 18
bersabeen: Bathseba's; vgl. voor den vorm XLVIII, 44; S. XVII, 27; XL, 21, enz.
eindvs. 24
te beene: ter harte.
eindvs. 28
betroude: diende trouw.
eindvs. 29
hem bedoude haren troost: zij schonk hem haar gunst.
eindvs. 31
hair ... benoude: beangstigde zich, bekommerd was om -.
margenoot+
[f. 61 r°]
eindvs. 38
onnaer: niet nabij, dus: verre.
eindvs. 42
ghilde: het gilde der lichte en vroolijke gezellen; vgl. LXXIV, 28; S. CXVIII op den stok ‘Dees syn werdich in die Gilde gheschreven’; Ndl. Wdb. IV, 2351; Enklaar, Varende Luyden 103.
[tekstkritische noot]43. ict achter, S. ic v tachter.
44. Ic beuoele, S.: want ic gheuoil; soot: alst.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken