Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Refreinenbundel (1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van Refreinenbundel
Afbeelding van RefreinenbundelToon afbeelding van titelpagina van Refreinenbundel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.08 MB)

Scans (7.35 MB)

XML (0.94 MB)

tekstbestand






Editeur

C. Kruyskamp



Genre

poëzie

Subgenre

refreinen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Refreinenbundel

(1940)–Jan van Doesborch–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[LI] Refreyn

 
O Quelende liefde seer suer van smake,
 
draeckich fenijn die mijn herte duerknaecht,
 
geplaecht moet zijn tgrief dair ic duer wake.
 
wrake ouer een die mi behaecht,
5[regelnummer]
ic claecht haer minlic al ben ic veriaecht,
 
versaecht is therte, sin ende moet,
 
die vloet van tranen mijn oogen beulaecht, Ga naar eindvs. 7
 
belaecht ben ic in Venus behoet.
 
een soet gesichte maect blijen gloet,
10[regelnummer]
mer spoet van ontrouwen is mi becleuen. Ga naar eindvs. 10
 
och sneuen doet mi die bloemen soet,
 
noyt goet en was mi lieuer beseuen
 
nochtans heeft mi die liefste begheuen.
[pagina 101]
[p. 101]
 
Al is verstandenis dit werck versmaende,
15[regelnummer]
mi altoos raende dat icse sou laten,
 
Ga naar margenoot+ natuere en cans niet sijn ontgaende
 
maer hout mi staende en segt bi maten Ga naar eindvs. 17
 
och oft Pigmaleon die doot most laten Ga naar eindvs. 18
 
latende ter straten sijn lief alleene,
20[regelnummer]
en oft Narcisius tot sijnder onbaten
 
door Venus haaten mits ionsten reene
 
verdranck hem seluen in een fonteene,
 
twaer veel te cleene sout elck beleuen Ga naar eindvs. 23
 
dat ic sou laten die schoonste greyne,
25[regelnummer]
al seg ict int pleyne het wert ghescreuen,
 
nochtans heeft mi die liefste begheuen.
 
 
 
O swaer gepeis, ghi doet mijn ogen drogen
 
vol Ialousien int herte versmoort.
 
mocht ic dat vrouken mijn vermoghen thogen,
30[regelnummer]
lazen neen ic, als dongetroost roep ic verstoort moort
 
van duchten dat si eens nijders woort hoort.
 
haer minlic confoort mach dit benouwen flouwen
 
mer tseyl van rouwen mi ouerboort sloort.
 
al ist discoort dat dicwil vrouwen brouwen, Ga naar eindvs. 34
35[regelnummer]
mer bider kerssouwen heb icse verheuen.
 
mocht ic noch troost aen hair aenscouwen bouwen
 
so ware al mijnen druck verdreuen;
[pagina 102]
[p. 102]
 
Ga naar margenoot+ nochtans heeft mi die liefste begheuen.
 
 
 
Prince, mijns liefs moet ic ontberen,
40[regelnummer]
tontberen van haer doet mi dus schrijen,
 
schrijen moet therte duer dit begheren,
 
tbegheren doet mi veel lijdens lijen,
 
lijen bi tijen is mi een verblijen,
 
verblijen doet hopen mer duchten beuen,
45[regelnummer]
beuen moet ic vol fantasien,
 
fantasie doet mi die mutse dus weuen, Ga naar eindvs. 46:
 
nochtans heeft mi die liefste begheuen.

[twee houtsneden naast elkaar]

[tekstkritische noot]2. dr. fenyn, S.: drake venynich; mijn: t-.
3. duer, S.: in.
7. beulaecht (S.), v. D.: belaecht.
9. blijen gloet, S.: blaken tgloit.
10. ontr. is mi, S.: ontroost heb ick.
11. die bloeme soet, S.: tlieffelick bloit.
12. mi lieuer, S.: lieuer dan.
13. heeft, S.: wilt; liefste: liefde (evenzoo in de volgende strophen).

eindvs. 7
beulaecht: hoewel van elders niet opgeteekend is deze lezing toch te verkiezen boven de oorspr. van v. D., daar het niet wsch. is dat de dichter tweemaal achtereen belaecht zou gebruikt hebben.
eindvs. 10
spoet: geval, lot. - is mi becleuen: is mijn deel.
[tekstkritische noot]16. S. voor en: die; niet: me.
17. segt (S.), v. D.: seg.
18. Och oft (S.), v. D.: oft v. laten: vaten.
19. latende, S.: doen hy sach.
21. haten (v. D.: daten) HA.: daden.
22. verdranck - in, S.: Verghinck ick van seluen als.
23. twaer veel, S.: en waert niet; soot - beleuen ontbr. HA.: Twaer my een groote schande beneuen.
24. sou laten die, S.: liet de.
25. S. na wert: voer.
27. S.: Och tswaer ghepeys doet mij myn oghen doghen.
28. int h. versm., S.: myn herte vergortt wort.
29. dat vrouken, S.: haer nae.
30. lazen neen ic ontbr. bij S.; roep: riep.
31. eens nijders, S.: nae eens anders.
32. mach - flouwen (S.), v. D.: doet tbetrouwen blouwen.
33. mer, S.: Want; mi - sloort: werpt my ouerboort voort.
34. al ist, S.: mer al eystse; brouwen: berouwen.
35. mer ontbr. bij S.
36. aen - bouwen, S.: in haer aenscouwen glouwen.
margenoot+
[f. 75 r°]
eindvs. 17
bi maten: van pas? vgl. XLVII, 16.
eindvs. 18
oft: (of) al. - laten: lees met S. vaten.
eindvs. 23
te cleene: verkeerd, ergerlijk.
eindvs. 34
discoort: onheil.
[tekstkritische noot]37. al mijnen druck verdr., S.: de vouwen myns drucks ghenesen.
38. heeftse mi, S.: wilt mij die liefte.
40/41. schrijen, S.: stryen.
41. therte, S.: ick.
43. mi een, S.: myn.
44. duchten, S.: suchten doet.
46. >doet, S.: doen; dus ontbr.
margenoot+
[f. 75 v°]
eindvs. 46:
zwaarmoedige gedachten maken mijn liefde zoo smartelijk.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken