Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Refreinenbundel (1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van Refreinenbundel
Afbeelding van RefreinenbundelToon afbeelding van titelpagina van Refreinenbundel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.08 MB)

Scans (7.35 MB)

XML (0.94 MB)

tekstbestand






Editeur

C. Kruyskamp



Genre

poëzie

Subgenre

refreinen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Refreinenbundel

(1940)–Jan van Doesborch–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[LXXI] Refreyn

 
MEn seyt, en tis een oude doctrijne,
 
tis quaet met droeuer herten blije te sijne.
 
hoet is, nootsake doet veel dinghen,
 
nochtans mi dunct tis noch meerder pijne
5[regelnummer]
een vrolic herte in droeuen schijne,
 
Ga naar margenoot+ want lust der natueren wilt altijt springhen.
 
die hem int een oft int ander moet bedwingen,
 
wat groter ongenuecht rust hem van binnen
 
die sinen eyghen wille moet verdringhen
10[regelnummer]
contrarie den appetijt der sinnen.
 
mer bouen al na mijn bekinnen
[pagina 131]
[p. 131]
 
so ist segghen, al ist dattet ghebueren moet:
 
tis quaet weygeren datmen gheerne doet.
 
 
 
Men seit dat weygeren staet den vrouwen wel; Ga naar eindvs. 14
15[regelnummer]
tis waer, ic prijst, schaemte doet dit beuel,
 
mer anders so sijnt al vremde cueren.
 
begheerte te weygheren is groot ghequel,
 
tis een gheveynstheyt en ooc niet el
 
dan een bespottinge der eygen natueren.
20[regelnummer]
al moet lief om liefs wille dat besueren,
 
therte spreect dicwil teghen den mont
 
ende ooc vrouwen sijn haest tot elcker hueren
 
verkeert, dus moetmen wachten tijt en stont. Ga naar eindvs. 23
 
sulc weygert, twaer haer nochtans een vont, Ga naar eindvs. 24
 
mer ic wet wel, ic bens wel vroet,
 
tis quaet weygeren datmen geerne doet.
 
 
 
Het is die costume ic moet vercleren,
 
wanneer men vrouwen biedt haer begheren
 
Ga naar margenoot+ dat si hem aldermeest weigeren dan,
30[regelnummer]
ia recht oft si hem souden verweren,
 
wel wetende datmen hem niet sou deren
 
makende een sulcken samblant nochtan.
 
voorwaer dit verwondert so menighen man
 
die hem niet en weygert tot die vrouwen
35[regelnummer]
so verre als hi dat volbringhen can;
[pagina 132]
[p. 132]
 
haer begheerte blijft al behouwen.
 
dus meen ic dat die vrouwen wesen souwen,
 
mer neensi nochtan, tmaect eenen verwoet
 
te weygeren datmen geerne doet.
 
 
40[regelnummer]
Prince, die te seer weygeren haer
 
blijuen somtijts verachtert wel .vij. iaer
 
en beschamen menighen armen bloet.
 
ic prijse wel dat weygeren int openbaer
 
voor clappers en beroemers, mer voorwaer
45[regelnummer]
beleefde ruyters huesch en van moede goet,
 
dezen ist quaet te weygeren datmen geerne doet.
[tekstkritische noot]3. doet, S.: veracht.
4. mi - meerder, S.: dunct mij veel ander.
5. in, S.: mit.
7. die, S.: Daer; int: in d-(2 ×); bedw.: dwingen.
8. wat, S.: Och wat; rust: ryst.
9. verdringhen, S.: met droefheyt menghen.

margenoot+
[f. 98 r°]
[tekstkritische noot]12. ist segghen, S.: soe segic.
13. weygeren, S.: te weygheren (evenzoo in de volgg. str. behalve in de laatste waar het omgekeerde het geval is).
14. dat ontbr. bij S.; vrouwen: vroukens.
15. dit, S.: dat.
16. so ontbr. bij S.
18. tis een ghev., S.: Want het is beuijnstheit; ooc ontbr.
19. dan, S.: ende.
20. dat, S.: wat.
22. S.: Vrouwen sin verkeert oeck telker uren.
27. dus, S.: dies; wachten: verwachten.
28. sulc, S.: Die sommighe; haer: hem; wont: vont.
25. wel, S.: certeyn, wel: oeck.
27. die cost., S.: castumelic; ic moet: ende ic wilt.
30. verweren, S: weren.
31. men hem, S.: hen.
32. een ontbr. bij. S.
33. dit, S.: dat; so ontbr.
34. weygert tot die, S:. weijgheren voerden.
35. volbringhen, S.: vermoeghen.
eindvs. 14
vgl. den stok van nr. LXXII bij ABN.: ‘Dweygeren staet den meyskens met allen wel’.
eindvs. 23
verkeert: veranderd van opinie.
eindvs. 24
twaer ... vont: zij zou het toch wel een buitenkansje vinden; vgl. XVI, 7.
margenoot+
[f. 98 v°]
[tekstkritische noot]37. meen, S.: waen; vrouwen: meyskens oec.
38. tm. e. verw., S.: segic seer soet.
41. somtijts en wel bij S. verwisseld.
43. dat ontbr. bij S.
44. en ontbr. bij S.
45. van moede ontbr. bij S.
46. Dezen, S.: Dien; te ontbr.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken