Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dagen van honger en ellende (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dagen van honger en ellende
Afbeelding van Dagen van honger en ellendeToon afbeelding van titelpagina van Dagen van honger en ellende

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.67 MB)

Scans (10.91 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Vertaler

Wim Zaal



Genre

proza

Subgenre

roman
vertaling: Frans / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dagen van honger en ellende

(1970)–Neel Doff–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Mijn ouders

Vóór de onafwendbare, bijna stelselmatige verandering die de ellende ook de beste karakters doet ondergaan, waren mijn ouders, hun omgeving en opvoeding in aanmerking genomen, twee werkelijk zeldzame mensenkinderen. Ze waren beiden buitengewoon mooi, ofschoon volkomen verschillend van voorkomen en aard.

Mijn vader, Dirk Oldema, was een Fries van zes voet lang, slank en veerkrachtig als een berkeboom en onvoorstelbaar lenig. Hij had een frisse gelaatskleur, blinkend helderblauwe ogen, stralende tanden, licht kastanjebruin haar, bij het spreken een pittige, welluidende stem, en bij het zingen een lichte tenor waar de voorbijgangers voor bleven stilstaan. Zijn grootste genoegen was om 's avonds met al zijn kinderen rond de haard te zitten en in koor te zingen, of verhaaltjes uit zijn soldatenleven te vertellen, van toen hij trompetter was en een mooi paard had en hoe hij, terwijl de anderen het op een zuipen zetten, voor het hele regiment de kousen stopte om boeken te kunnen lenen. Dat was de enige tijd van geluk die hij in zijn leven gekend had.

Mijn moeder, afkomstig uit Luik, was klein van stuk,

[pagina 11]
[p. 11]

bruin, en van een prikkelende knapheid waarbij alles even fijntjes en welgemaakt was. Zij verslond avonturenromans zonder ooit één avontuur te hebben beleefd. Zij had meer gevoel voor luxe dan huishoudelijk inzicht, wat zich ten gevolge van haar povere opvoeding uitte door bijvoorbeeld een hoed met rode en witte bloemen te dragen op een slordig hoofd met haar, of lakschoenen bij kousen vol gaten. Zij vond het heerlijk om met Mina, mijn oudere zuster, winkels te gaan kijken, in de etalages de prachtigste jurken voor ons allemaal uit te zoeken, zich daarover op te winden en over de smaak en de keuze te bekvechten alsof zij het echt gekocht had. Moeder en Mina kwamen allebei met gloeiende hoofden thuis en zetten de discussie voort bij een kop koffie met suiker.

Een der grootste attracties van die mooie dingen zou geweest zijn, de buurvrouwen en tantes de ogen uit te steken. Bij gebrek aan al dat moois kleedde moeder, wanneer ze een nieuwe hoed had of een jurk bij een uitdrager had opgedaan, het kleinste kind zo netjes als maar kon, en ging er dan breedvoerig mee lopen wandelen in de straat waar een van de kennissen of tantes woonde die dan moesten ploffen van nijd. Zij wiegde met de heupen en speelde met het kind; ze deed daarbij alsof ze niemand zag, maar met een schuin oog bespiedde ze alles en achteraf vertelde ze ons hoe tante een tipje van het glasgordijn had weggeschoven, maar zich had verborgen, en dat ze nicht Kaatje had gestuurd om moeders kleren te bekijken. Dat tante groen was uitgeslagen van jaloezie, toen zij moeder en kind zo netjes opgedoft zag, was een ding dat zeker was.

Toch was moeder heel goedhartig en ik heb wel ge-

[pagina 12]
[p. 12]

zien dat zij, ondanks haar eigen misère, haar zondagse jurk aan diezelfde buren leende om hem naar de lommerd te brengen. Als mensen een beetje aardig tegen haar waren, gaf zij zich gauw gewonnen, al te veel zelfs, want het kwam voor dat zij hele dagen bij anderen doorbracht en het huishouden en de kleintjes aan hun lot overliet. Zij was meer slim dan verstandig en had eigenlijk een luxe-popje geweest moeten zijn: daar had ze alle aanleg voor.

Wanneer zij ons in haar armen wiegde, zong ze altijd Maria-liedjes: ‘Maria, zuivre hemelkoningin’, en dan was er sprake van een ‘gewaad van blauwe zijde’. Ik heb haar alleen horen zingen toen ik nog klein was, later had de ellende het haar afgeleerd. Ik weet nog goed hoe gevoelig en bekoorlijk haar stem was, en zelfs toen moeder oud werd bleef haar spreekstem zo buigzaam en haar lach zo jeugdig, dat je in haar bijzijn rustig en opgewekt werd.

Vader was met haar getrouwd toen hij het leger verliet en gendarme werd; wat hem vooral had overgehaald om dat beroep te kiezen was zijn liefde voor paarden. Moeder, die op haar dertiende jaar wees was geworden en van toen af haar brood had verdiend als kantwerkster, wist niets, maar dan ook niets, van het huishouden. Van de vroege ochtend tot de late avond had zij kant moeten klossen; zij stond alleen van haar lage stoeltje op om aan tafel te gaan en dadelijk na het eten hervatte zij het jachtige werk dat haar op den duur een oogknipperen bezorgde, waaruit ik leerde opmerken wat er in haar omging. Het eerste maal dat zij voor vader klaarmaakte bestond uit aardappels met lijnolie als saus inplaats van raapolie. Hoe kon het ook anders? Zij had nooit vrijheid ge-

[pagina 13]
[p. 13]

kend, en nu zij getrouwd was mocht ze best wat buurten bij de andere gendarme-vrouwtjes; en als mijn vader dan van zijn ronde thuiskwam, vond hij niets op tafel, en vaak genoeg moest hij zich weer in 't zadel zetten zonder te hebben gegeten. Dan nam hij op de pleisterplaatsen de borreltjes aan, die men de gendarmes graag aanbood om op goede voet met hen te blijven, en op de terugrit zat hij aangeschoten op zijn paard. Hij werd verschillende keren overgeplaatst en per slot van zaken ontslagen.

Daarna werd hij jachtopziener, maar hij gaf dat vak uit eigen vrije wil weer op. Het was hem onmogelijk een man op te brengen die nooit vlees kreeg en op zijn eigen land een konijn had geschoten. Als mijn vader een schot hoorde dat hem verdacht leek, maakte hij een omweg, en 's nachts ging hij de boer waarschuwen dat hij verplicht was om 's anderendaags proces-verbaal op te maken en het geweer, dat onder de knolrapen verborgen was, in beslag te nemen.

Toen werd hij, nog altijd uit liefde voor de paarden, koetsier bij deftige families; maar daar moest hij zijn snor voor afscheren, wat hij zo vreselijk vond dat hij er niet bleef. Hij ging bij stalhouderijen werken en zakte in 't eind af tot huurkoetsier. De eerste keer dat hij op de bok van een aapjeskoets klom schaamde hij zich over zijn tegenspoed, maar later dacht hij er anders over en zei dat huurkoetsiers arbeiders waren, maar herenkoetsiers knechten.

Moeder kon dagenlang zonder eten blijven en had daar praktisch geen hinder van, terwijl vader verschrikkelijk onder die ontberingen leed, en als er wat geld in huis kwam, was er prompt ruzie over. De een wou alles

[pagina 14]
[p. 14]

voor voedsel uitgeven, de ander was van plan om een deel voor kleren of andere noodzakelijke dingen te besteden. Ook had moeder altijd een oude kous en deed allerlei dingen in 't geniep, die mijn vader woedend maakten.

Die twee mensen, zo verschillend van ras en karakter, waren getrouwd om hun schoonheid en uit liefde; het was een huwelijk waarin twee ongerepte mensen elkaar beminden en negen kinderen kregen. Maar voor het overige was er weinig in hun smaak en karakters wat overeenstemde, en met de armoede als ondergrond was een onoplosbare warboel het gevolg.

Nergens heb ik zo vaak over mooie dingen horen praten als bij ons thuis. Als wij ons voorstelden rijk te zijn, bespraken wij allereerst wat wij dan zouden leren, en hoe schitterend wij ons zouden inrichten. En al waren wij nog zulke hongerlijders, het eten kwam pas op de laatste plaats.

Ik herinner mij een zondagmiddag dat vader moeder wilde voorlezen. Zij had toen juist weer een kind aan de borst. Het werd hem echter onmogelijk gemaakt door de bovenburen die bezoek hadden en zich vrolijk maakten en zongen, waarbij ze met de voeten de maat stampten en met de messen tegen de glazen tikten. Vader had al een paar keer vloekend zijn boek dichtgeslagen, toen op de deur werd geklopt. Het was de buurvrouw, die mijn ouders kwam uitnodigen om de pret met hen te delen.

‘Ik zei tegen mezelf, de buren hebben nooit niks, die gaan van verveling maar lezen. Nou, als u ervoor voelt om mee te doen...’

Vader bedankte, maar een beetje uit de hoogte, met

[pagina 15]
[p. 15]

wat minachting en ergernis omdat de buren meenden dat hij zich met zulke minne pleziertjes zou kunnen vermaken. De vrouw ging nogal beteuterd weg.

In de vrije natuur werd mijn vader door zo'n heftige vreugde overweldigd dat de tranen hem in de ogen sprongen; alles boeide hem daar, tot het gekwaak van de kikkers in de poelen toe, en als wij ze met stenen wilden gooien, zei hij: ‘Jullie verstoort het praten van de dieren, en ze kunnen zich in hun taal zo goed uitdrukken! Zij hebben net zoals wij hun gezin met kinderen, maar ze hebben vast niet zoveel ellende, anders zouden ze niet zo vrolijk zijn.’

Van na mijn negende of tiende jaar herinner ik mij niet veel meer, waar ik met plezier aan terugdenk. De tegenspoed verliet ons huis niet meer, ze groeide bij ieder nieuw kind, en het verval en de moedeloosheid van mijn ouders maakten de dagen van honger en ellende steeds talrijker.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken