Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De crisis der humanistische staatsleer in het licht eener calvinistische kosmologie en kennistheorie (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van De crisis der humanistische staatsleer in het licht eener calvinistische kosmologie en kennistheorie
Afbeelding van De crisis der humanistische staatsleer in het licht eener calvinistische kosmologie en kennistheorieToon afbeelding van titelpagina van De crisis der humanistische staatsleer in het licht eener calvinistische kosmologie en kennistheorie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.13 MB)

Scans (12.03 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.56 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
non-fictie/filosofie-ethiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De crisis der humanistische staatsleer in het licht eener calvinistische kosmologie en kennistheorie

(1931)–H. Dooyeweerd–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]

Hoofdstuk I.
De crisis in de humanistische staatsleer en de moderne pogingen tot hare oplossing.

Inleiding.

De moderne staatstheorie bevindt zich reeds geruimen tijd in een crisis, die verre buiten het enge gilde der staatsrechts-beoefenaars de aandacht verdient en inderdaad in breeden kring met bezorgdheid wordt gadegeslagen.

Deze crisistoestand wordt het best geteekend als die van ‘een staatsleer zonder staat.’

Men spreekt op Nelson's voetspoor ook van het verschijnsel eener ‘rechtswetenschap zonder recht’. Maar deze beide zaken staan toch niet geheel op dezelfde lijn, ook al worde gaarne toegegeven, dat zij ten nauwste met elkander verband houden.

Immers de positieve rechtswetenschap kon nog steeds met een schijn van recht beweren, dat een onderzoek naar den zin des rechts buiten haar vakgebied ligt en voor de ontzieling van het rechtsbegrip de rechtsphilosophie verantwoordelijk stellen. Maar de algemeene staatsleer heeft geen borg meer, aan wie de schuldeischers de door haar onbetaalde rekening zouden kunnen aanbieden.

Ja, het is juist het meest verontrustend symptoom van de crisis der moderne staatsleer, dat men het essentieel verschil tusschen een rechtswetenschap zonder recht en een ‘staatstheorie zonder staat’ veelszins niet meer ziet, daar men reeds tot een algeheele inlijving van het staatsbegrip in het zin-functioneele rechtsbegrip gekomen is.

Volgens de door mij ontwikkelde wijsgeerige theorie der wetskringen berust de afgrenzing der vakwetenschappen ter laatste instantie niet op de technische eischen eener rationeele arbeidsverdeeling, en evenmin in de onderscheiden kategorieën van het denken, als subjectieve, zij het al apriorisch-noodzakelijke methoden voor het ordenen onzer bewustzijnsinhouden, doch veeleer in de in eigen kring souvereine zinstructuur der wetskringen, waarmede de logische kring in de kosmische

[pagina 6]
[p. 6]

tijdsorde naar goddelijke ordinantie onverbrekelijk is samengevlochten.

Dat het recht inderdaad binnen een zinvollen wetskring is besloten, waarborgt de mogelijkheid eener rechtswetenschap als vakwetenschap, maar maakt het tevens onmogelijk, in haar vakwetenschappelijke begrippen iets meer te zien dan abstracties uit de volle tijdelijke werkelijkheid. De zin des rechts is slechts een functioneele zin, een in eigen kring souvereine zin-zijde der volle tijdelijke realiteit, die eerst boven den tijd haar religieuze zin-volheid vindt.

De tijdelijke werkelijkheid zelve is ons nimmer binnen de structuur van een enkelen wetskring gegeven, doch slechts in de individueele structuur van dingen, die in alle wetskringen gelijkelijk hun zinfuncties bezitten, een structuur waarin deze zinfuncties op individueele wijze tot een eenheid zijn samengevlochten. Een inlijving van de algemeene staatsleer bij een vakwetenschap, hetzij de rechtswetenschap, hetzij de sociologie of de historiewetenschap beteekent dus noodzakelijk een ontkenning van de realiteit van den staat als zoodanig en daarmede de erkenning van het bankroet der staatstheorie.

Want de staten zijn geen subjectieve denkconstructies, maar ze zijn vóór alle theorie gegeven als individueele reëele verbanden, wier zinstructuur wetenschappelijke opklaring vraagt. Een staatsrechtswetenschap, die meent dit gegevene der naieve ervaring te kunnen wegredeneeren en den staat tot een fictie, een personificatie van het rechtssysteem proclameert, gaat zoo zeker hare grenzen te buiten als een physica, die ons zou willen diets maken, dat de natuur uit niets anders bestaat dan uit electronengolven.

De crisis der staatstheorie is slechts een symptoom van de diepere crisis in de humanistische levens- en wereldbeschouwing en als zoodanig van universeel wijsgeerige beteekenis. Ik meen daarom voor dit verschijnsel bijzondere belangstelling te mogen vragen.

Het is mijn bedoeling, allereerst nader het karakter van de crisis te bepalen en de oorzaken, die haar in het leven hebben geroepen, aan een onderzoek te onderwerpen. Daarbij willen wij in het bijzonder licht laten vallen op de realiteitsbeschouwing en kennistheorie die achter deze crisis werkzaam is. Daarna willen wij aan de hand van eenige belangrijke recente werken de pogingen onder de oogen zien, die van verschillende zijden zijn gedaan, om op de basis van het humanistisch wijsgeerig denken weer het staatsbegrip voor de algemeene staatsleer en de staatsrechtswetenschap beide terug te winnen. Eerst

[pagina 7]
[p. 7]

als wij uit de crisis van het humanistisch wetenschapsbegrip en het humanistisch persoonlijkheidsideaal zelve de principieele ondeugdelijkheid dezer pogingen hebben aangetoond, willen wij trachten de vraag te beantwoorden of het Calvinistisch wijsgeerig denken aan de staatstheorie een uitweg uit de tegenwoordige crisis kan wijzen en zoo ja, hoe wij dan het probleem in zake wezen, zin en structuur van den staat wetenschappelijk hebben aan te vatten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken