Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kinderen der eenzame (1961)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kinderen der eenzame
Afbeelding van Kinderen der eenzameToon afbeelding van titelpagina van Kinderen der eenzame

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.60 MB)

Scans (44.89 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kinderen der eenzame

(1961)–Jo van Dorp-Ypma–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

23 oktober

Met mannen is het kwaad vechten, ze verwachten, dat je op de grond, dat zij een man zijn en jij slechts een vrouw, direct hun zienswijze zult delen. Vanmorgen stonden twee schoolbestuursleden al voor het hek me op te wachten. Ik schrok, toen ik hen herkende. Wel had ik de secretaris en de voorzitter op de hoogte gebracht van het gebeurde met Jettie, maar dit waren twee anderen. Ik weet, dat een van hen een vooraanstaande plaats in Korvers kerkgemeenschap inneemt. Ik heb er nooit aan gedacht voor vanmorgen, toen ik hem bij ons schoolhek zag staan.

Ik ben de heren voorgegaan, naar mijn ‘spreekkamer’ die door hun lichamen en door hun gewichtigheid volkomen overvol was. Ik moest zelf op het kleine tafeltje gaan zitten. Het stond dwaas om boven de kop van de Groot, met zijn gewichtig ouderlingengezicht, dat hij voor deze gelegenheid trok, de plaat van de sneeuwpop te zien, die we van de winter plakten. Ik heb er naar gekeken en ik geloof dat die sneeuwpop zo'n soort talisman voor me geweest is. Tenminste ik was kalmer dan ik dacht. Ik voelde, dat mijn hart een tik oversloeg toen ik ze bij het hek zag staan, maar nu ik op de tafel zat en tegen de sneeuwpop knipoogde had ik echt het gevoel, dat dit mijn domein was. Mijn eigen terrein, zoiets als een voetbalclub die een beslissende thuiswedstrijd speelt.

Maar de aanval kwam nog onverwacht. Voordat ik kon vragen wat of ik voor de heren kon doen, kwam de Groot al met het betreurenswaardige feit, dat de

[pagina 27]
[p. 27]

betreurenswaardige toestand van de school aan het licht bracht. Ik had zeker wel vernomen, dat het kind van broeder Korver heel ernstig ziek was? Natuurlijk kon ik het bevestigen. Had ik niet vanmorgen voordat ik naar school ging in een cel opgebeld naar het ziekenhuis? Gelukkig was Jettie bij kennis gekomen maar nog zo zwak... Hoe graag had ik even bij dat bedje gestaan met een mooi plaatje in mijn hand, zo'n vrolijk gevalletje van een vlinder of een vogel en dat haar alleen maar laten zien.

Ik dwaal af in mijn schrift, als moeder mij hoorde vertellen zou ze zeggen, kind wat ben je weer wipperdewapperig, een uitdrukking, die we bewaard hebben uit de tijd, dat vader nog hoofd van een dorpsschool was.

Er is een vlek op mijn schrift gevallen. En toch wil ik doorschrijven, want anders lig ik vannacht weer wakker.

Ik knikte dus bij de woorden van de Groot, hij lijkt op een vis als hij spreekt, (de Groot praat nooit, hij vertelt ook nooit wat, hij SPREEKT).

Dit betreurenswaardige ongeval zou niet gebeurd zijn, als er meer toezicht in de klas geweest was, als ik niet met die drukte voor Sint-Nicolaas begonnen was.

Mijn oog ging naar de kast, waarin ettelijke fleurige dingen opgeborgen liggen, bladwijzers, die de kinderen aan hun ouders mogen geven, feestmutsen om de goede sint te ontvangen, en de van zwart papier geknipte maskers, grotesk en barbaars.

Wij moeten de viering van dit feest afkeuren, ging de Groot voort, en u ziet wat de gevolgen ervan zijn.

Ik werd woedend. In de voorlaatste bestuursvergadering was het goedgevonden. Maar daar was hij niet geweest, weet ik heel helder.

Ik kon me nu wel op de besluiten gaan beroepen,

[pagina 28]
[p. 28]

maar... als ik toch maar even naar Luiten gegaan was. Ik dorst niet, je moet mensen, die verdriet hebben niet met je eigen kleine pakje lastig vallen. Plotseling viel me iets in, zulke dingen worden je gegeven. Ik vroeg of de heren afgevaardigden waren van het schoolbestuur of dat ze privé kwamen. Het antwoord, dat de Groot gaf, was werkelijk het toppunt van listigheid gelijk der slangen. We zijn leden van het schoolbestuur zei hij, en als zodanig wilden we u vermanen dat zulke ongevallen niet meer voorkomen, en zeggen, dat u beter uw tijd moet besteden in een christelijke bewaarschool.

Juist toen hij dit antieke woord geuit had, werd er bescheiden op de deur geklopt, het klopje van een kind.

Ik deed open. Sientje Verlangen met haar lachende bruine ogen en haar gouden haar stond voor me. Juf of u even komt kijken, de boom zit in de lijst.

- Even wachten, meid, is tie mooi geworden? Sientje knikt verheugd. Hoe dikwijls heb ik niet deze woorden geuit, wanneer een kleuter me kwam waarschuwen, dat hun werk, dat ze met de hele klas gedaan hadden, klaar was.

Van Dijk, de andere bezoeker, die tot nog toe niets gezegd had, stond plotseling op.

- Als er iets moois is, wil ik het ook zien, mag dat wel? Dit laatste vroeg hij aan Sientje, die heel genadig knikte. Deze man houdt van kinderen en weet met hen om te gaan. Voor zijn fatsoen moest de Groot ook wel mee.

Even later bekeken we met zijn drieën de herfstboom. De drie roodbruine blaadjes die aan de voet op de grond lagen heeft Jettie nog gescheurd, ze had liever geel gehad zei ze me toen nog.

- Mooi hoor, prees van Dijk, maar de Groot keek me aan.

[pagina 29]
[p. 29]

- Wat doet u nu met dit ding, vroeg hij.

- Ophangen, zei ik, wat anders.

- Maar er zijn toch wel andere platen...

Ik weet wat hij bedoelde, en me bekroop de lust om het gesprek bij de herfstboom uit mijn klasseschrift voor te lezen, toen Steeffie, onze kleine dichter, me redde. Hij stak zijn vinger op. En heel verlegen klonk zijn stemmetje door de klas: Juffrouw mogen we nog eens zingen van de winden? Ik heb even moeten denken, maar Willy, die de klas had, kwam me te hulp. Dat hebben we ook gezongen, toen we de boom plakten, lichtte ze toe, weet u nog: Beveel gerust uw wegen. U koos het omdat Steeffie zo bedroefd was om de blaadjes, niet waar jong? Zacht strijkt ze Steeffie over zijn stofferhoofd. Steeffie straalt. Ik heb dit geschreven of het nu gebeurde, het was ook zo wonderlijk, die twee mannen in die klas, die daar op verzoek zong: Beveel gerust uw wegen.

Ze hebben ook niets meer gezegd, maar dat dank ik alleen aan Steeffie Goossens of...? We rekenen niet graag met leiding of zo. Toch was dit het.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken