Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kinderen der eenzame (1961)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kinderen der eenzame
Afbeelding van Kinderen der eenzameToon afbeelding van titelpagina van Kinderen der eenzame

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.60 MB)

Scans (44.89 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kinderen der eenzame

(1961)–Jo van Dorp-Ypma–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

17 december

Vandaag voor het laatst bij Jettie geweest, morgen gaat ze weg. Ze zit nu hele dagen op, en liet me vol trots haar koffer zien, die bijna niet dicht kon, zoveel ging er mee.

We zaten samen verdiept in de beschouwing van de poppetjes op haar pyamaatje, ‘echte micky-mousen, ziet u wel juf’, toen haar moeder binnenkwam.

Ik kon na de begroeting niet nalaten haar te bedanken voor de heerlijke letter. En meteen gaf ik haar een oprecht compliment over Jetties uitzet. Het was ook boven alle lof verheven. Niet alleen degelijk, maar zo, dat een klein meisje, die spulletjes met plezier zal kunnen dragen. Een vestje met bloemetjes, en een echte trainingsbroek, schortjes met grote zakken, en een zondags jurkje met smokwerk. Ik heb zelden een stel kinderkleertjes gezien, waaruit zoveel toewijding en liefde sprak.

Mevrouw Korver is ook veranderd. Kon ze vroeger Jettie zo vluchtig een zoen geven, nu knuffelde ze het kind. Ze hadden samen geheimpjes over morgen, moeder zou fijn meegaan met de auto, en Jettie kreeg een

[pagina 59]
[p. 59]

grote reep chocolade voor onderweg, en moeder zou vragen, of ze een kerstklok aan haar bed mocht hangen van de zuster.

Het viel me op, dat vader bijna niet genoemd werd, maar ik kon me natuurlijk vergissen. Ik vergiste me niet. Ik wilde natuurlijk weggaan, toen Jettie gezelschap had, maar mevrouw Korver zei, dat ze het prettig vond om met me samen terug te fietsen.

Het werd nog een gezellig kwartiertje, en ik herkende Jettie haast niet meer. Ze was de laatste tijd toch al zo vooruit gegaan, en ik had gedacht, dat dat mijn goede invloed was. Misschien heb ik er aan meegeholpen, maar Jettie Korver had haar moeder ontdekt, en dat was de grootste, zo niet de enige oorzaak. Alles weten is alles vergeven, leerde ik vroeger, is een Frans spreekwoord. Ik zou het natuurlijk in het Frans moeten schrijven, maar dat wil me nog niet al te best uit mijn pen na mijn schooljaren.

Maar toch zit er een zeer grote kern van waarheid in, dat ondervond ik nu weer. Onder het naar huis fietsen legde mevrouw Korver haar hand op mijn arm. We fietsten door de avondstille straten van de stad, er was niet veel verkeer. - Ik wou u wat zeggen. Het leek haar moeilijk te vallen, want ze zweeg weer een poosje, toen ging ze aarzelend verder. ‘Bent u niet boos op ons?’ Ik zei haar, dat ik geen reden had om boos op hen te zijn. Toch wel, zei haar stille stem naast me, toch wel. We hebben het u op school zo moeilijk gemaakt. Pas toen ik dacht dat ik Jettie moest missen, heb ik dat ingezien. Zo moeilijk herhaalde ze nog eens. Jettie had het fijn bij u, thuis niet.

In de verte tingelde een bel. Ik had wel harder willen trappen om deze biecht niet te hoeven horen. Ik werd bang, bang voor het mensenverdriet, dat uit de moede stem klonk, voordat er nog een woord gesproken was. Maar we hadden nog wel tien minuten

[pagina 60]
[p. 60]

straat voor ons, voordat we het verkeer weer zouden bereiken. En de hand hield me vast.

En daarna hoorde ik het verhaal, van de vrouw, die met de verkeerde man getrouwd was. - Hij kon zo mooi praten en toen zei mijn moeder, doe het maar, want je wordt al een dagje ouder, en op het laatst deed ik het. Vader en moeder blij. Maar ik hield niet van hem, en ik hield ook niet van Jettie. Hij had het altijd over de dingen die hij zou doen, maar er gebeurde zo weinig juffrouw, er gebeurde zo weinig... En altijd maar naar vergaderingen, altijd... Ik kon wel eens een keertje op visite gaan, maar meestal zat ik thuis... en zo is het begonnen. Ik hoor nog haar woorden, en ik wil ze precies zo vasthouden in dit boek, opdat, wanneer later iemand dit eens mocht lezen, hij niet zal kunnen zeggen, zo schrijft een oude vrijster, voor wie de druiven zuur zijn.

Ik zat altijd thuis, zei mevrouw Korver, en toen begon ik voor het huis te zorgen. Ik was altijd al op mooie spulletjes, gek als jong meisje al op mijn kamertje thuis, maar zo als nu... nee dat heb ik nooit gehad... mijn meubeltjes werden mijn alles... ik had ook bijna niks anders juffrouw.

Zondags uit de kerk praatte mijn man zo geleerd over de preek, dat ik amper aan dorst te zeggen, wanneer ik er wat aan gehad had. En daarom, ook omdat mijn man elke dominee niks vond, en ik dat ook begon te vinden, begon ik ook in de kerk aan mijn spulletjes te denken. En toen werd Jettie geboren. Eerst was ik er zo blij mee. U had haar wieg moeten zien. Ik hoorde hoe haar stem helemaal opleefde. Helemaal rose zij, met van die kleine blauwe bloemetjes, zo lief, ach toch zo lief.

Maar toen Jettie groter werd, begon ze aan mijn spulletjes te zitten. En toen was het of ik meer om mijn spulletjes gaf dan om mijn kind.

[pagina 61]
[p. 61]

Een keer, toen ze met een theelepeltje een hele kras op mijn dresswar, ja zo zei ze het dresswar, maakte, heb ik haar toch geslagen, geslagen...

Na die tijd is zij bang van mij geworden, en toen kwam ze bij u op school. Ik kon weer voor mijn meubeltjes zorgen en ik kreeg een nieuw bankstel op afbetaling.

Ik had dat toch wel goed gezien, die ene keer, toen ik daar op visite was. Toen kwam het ongeluk zei mevrouw Korver zachtjes, en toen Jettie me sloeg in het ziekenhuis, toen begreep ik alles. Ook waarom ze niet naar huis wou.

Mijn man geeft me geen gelijk. Hij had vandaag geen eens tijd om Jettie goeiendag te zeggen. Hij zegt dat u de schuld heeft, vandaag nog, en toen ging hij weg, naar een gemeentevergadering, want de kerk gaat voor. Nooit zal ik het ontstellende sarcasme vergeten, waarmee ze het woord ‘kerk’ uitsprak.

En Jettie, heb ik toen gevraagd, om maar wat te zeggen.

Haar gezicht klaarde helemaal op.

Ja Jettie was zo blij dat u kwam. Ik heb Jettie terug gekregen en alles zal anders worden, anders worden juffrouw, dat beloof ik u.

Ik heb mevrouw Korver beloofd, dat ik nog eens bij haar zal komen praten. Komt u dan 's middags vroeg ze me, dat komt me het beste uit. Ik beloofde dat ik hieraan zal denken. Ik heb geen behoefte om het kerklid Korver te ontmoeten, geen enkele, die mag voor mijn part ‘meeleven’.

Ik kijk naar buiten, het is net of de takken van die iepen dreigen. Achter me speelt zachte muziek, de buren zitten samen. Het is koud, daarom por ik de haard op. Zelfs de kersttulpjes lijken verkleumd te zijn.

Kan het dan niet anders, moet een plaats in de kerk altijd gekocht worden ten koste van het gezin? Ik zie

[pagina 62]
[p. 62]

zoveel jonge moeders verzuren en verkommeren, omdat ze als hun jonge kinderen naar bed zijn, in de eenzaam stille huiskamer met hun stopmand bij de radio zitten, terwijl him man vergadert en nog eens vergadert. Het is zelfs zo, dat ze de raad, die Paulus aan de vrouwen geeft, om hun eigen mannen te vragen, niet kunnen opvolgen. Hun eigen mannen hebben het zo druk met alle Levensproblemen, dat ze de schuchtere vragen van hun vrouwen niet meer horen.

Wij roepen om terugkeer tot het gezin, we hebben gezinsweken, we strijden voor het gezin als Goddelijke instelling en als levende cel van de maatschappij. Maar we rafelen het gezin uit elkaar voor ‘de arbeid in Gods koninkrijk’ dat wil overgezet zijnde zeggen, ellenlange vergaderingen, waarin ieder zijn eigen advies zo gewichtig vindt, dat het nog uitgesproken wordt ook al heeft de buurman precies hetzelfde beweerd.

Nu eindig ik, want dergelijke beschouwingen helpen toch niet, die moeten gebracht worden, ter plaatse waar ze behoren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken