Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kinderen der eenzame (1961)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kinderen der eenzame
Afbeelding van Kinderen der eenzameToon afbeelding van titelpagina van Kinderen der eenzame

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.60 MB)

Scans (44.89 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kinderen der eenzame

(1961)–Jo van Dorp-Ypma–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 73]
[p. 73]

7 januari

Mijn bomen voor het raam schitteren van de rijp in de vele havenlichten. Het is steenkoud, maar ik kan er toch niet toe komen om de gordijnen dicht te trekken, ze zijn zo onwezenlijk mooi.

Vandaag is Ineke Luiten bij mij in de klas geweest. Luiten kwam haar zelf brengen met het verzoek of ze een paar dagen op school mocht zijn; zijn schoonzuster was zwaar verkouden en nu was er niemand om naar Ineke te kijken.

Ik heb de kleine hummel meegenomen naar meisjes die ze kent...

Jammer genoeg, kende Joke, die de jongste kinderen in haar klas heeft, Ineke niet. Ik dorst het kleine dier, dat me erg schuw leek in de vreemde omgeving, niet bij haar in de klas te geven. Meestal doe ik het wel, de groten zijn voor een bijna driejarig kindje al zo erg ‘groot’.

Zo nam ik Ineke maar in mijn klas. Ik zette haar apart aan een tafeltje, maar het dankbare trotse lachje, dat bijna altijd volgt, als ik aankondig, dat het kind een tafeltje helemaal voor haar alleen krijgt, bleef uit. Ineke was nooit een uitbundig kindje, maar nu heeft ze iets schuws, ik zou haast zeggen iets stiekems gekregen.

Het is een hard woord, dat ik neerschrijf. Ik heb er geen enkele grond voor, geen enkel bewijs, alleen een bloedrood hartje met een heldergele ster... en toch weet ik, dat dit woord waar is.

Ineke heeft het hartje van papier in haar schortzakje, waarop een onnozel opzittend hondje geborduurd is, gemoffeld. Gek, dat ik me dit borduurwerk herinner. Vroeger hadden de kinderen Luiten nooit handwerk op hun kleren, maar nu... op Inekes schort zat het

[pagina 74]
[p. 74]

leuke hondje, en Marjan had, zoals ik nu duidelijk voor me zie, een felgekleurd bloemenmandje op de zak van haar jurkje, het haalde het hele grauw-grijze geval op. Mevrouw Luiten kleedde de kinderen altijd praktisch aan. Zou tante Floor deze fleur hebben gebracht? Ik weet het niet. Ik had de kleine, vlugge manoeuvre van Ineke glad over het hoofd gezien. In de hoogste klas van de kleuterschool ben je niet meer op dergelijke vergrijpen aan het leermateriaal verdacht. In de eerste klas wel, daar steken we iedere keer de vermaning af, dat, als alle kinderen blokjes meenemen, er niets overblijft om de volgende dag mee te spelen, en als ze die blokjes zouden verliezen, dan waren er helemaal geen blokjes meer, wat verschrikkelijk jammer zou zijn. Meestal heeft deze pedagogische toespraak succes, het enige kind, dat er niet intrapte, was een van de vele spruiten Marei. Die gaf de oplossing, dat het niks niet erg was, dat er geen blokkies meer waren, dan moest de juffrouw maar een moordverhaal van Simson vertellen. Jopie Marel zal zich later wel door het leven slaan, desnoods als zijn romanheld, met een ezelskinnebakken, vermoed ik.

Maar ik schreef over Ineke. Greetje Burggraaf, een kind, dat alles ziet en alles klikt, zei opeens met haar meest harde klikstem door de klas: - O kijk eens, Ineke Luiten steekt zo maar een rondje in haar zak.

Ik moest er toen wel aandacht aan besteden. Maar toen ik naar het kind toe liep, dat stijf geschrokken van Greetjes harde stem in haar stoeltje zat, had ik niet kunnen vermoeden welke uitbarsting er het gevolg van zou zijn.

Ik zei nog tegen Greetje, dat Ineke nog zo heel erg klein was en dat ze niet wist, dat ze niets mee mocht nemen, maar het hielp niet. Ineke bleef als versteend zitten. Zelfs toen ik mijn hand op haar zorgvuldig gladgekamde krullen lei, en zei, dat ze niet

[pagina 75]
[p. 75]

bang hoefde te wezen, verroerde ze zich niet. Leg het maar weer op tafel, meisje. Ik hoor het mezelf zeggen, en ik weet dat het erg vriendelijk klonk.

Toen kwam de uitbarsting. Met een hijgschreeuw, die iets had van een dier dat in doodsnood schreeuwt, begon Ineke onbedaarlijk te huilen.

Ik heb haar op mijn schoot genomen, heb haar water laten drinken, maar niets hielp, het angstige, wanhopige huilen duurde zo lang, dat ik er ongerust onder werd, het was niet gewoon meer.

Juist toen ik er ernstig over dacht om het kind in vredesnaam maar naar huis te brengen en ik haar meenam naar de gang om haar aan te kleden (ik had haar al een poosje in mijn hokje gebracht) kreeg ze op de gang de herfstboom, die daar nog hing na de reparatie, in de gaten. Ze gleed van mijn schoot af en nog nasnikkend zei ze, dat ze die boom erg mooi vond, net zo mooi als de jurk die tante Floor voor haar aan het breien was. Toen hield ze plotseling haar mond. Ik was blij, dat er een aanknopingspunt was, en vroeg, terwijl we samen de boom gingen bekijken, naar die jurk. Ineke zei eerst niets, en toen fluisterde ze; ik mag hem niet mooi vinden van Marjan, anders wordt moesje in de hemel boos, en als ik stout ben ook.

Nu nog ben ik het niet met mezelf eens, of ik hierover met tante Floor of met Luiten zal gaan praten, of dat ik het hele geval maar op z'n beloop zal laten. Ineke was helemaal gekalmeerd, ze gaf me uit eigen beweging het hartje dat verkreukeld in haar schorthoekje zat, en ze zei, dat ze verder wilde plakken. Toch keek ze nog erg schuw naar Greetje Burggraaf en toen Marjan haar uit school kwam halen, knikte ze heftig ja, op de vraag van haar grotere zusje of ze zoet geweest was, met een verdacht rooie kleur op haar toetje. Gelukkig had Marjan het te druk met het bewonderen van de nieuwe broche, die Willy op haar

[pagina 76]
[p. 76]

zwartfluwelen bloese had (een allerliefst geciseleerd hertje van een dof goudkleurig metaal).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken