Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Klaes de Veehoeder. Zedenverhael uit onzen tyd (1854)

Informatie terzijde

Titelpagina van Klaes de Veehoeder. Zedenverhael uit onzen tyd
Afbeelding van Klaes de Veehoeder. Zedenverhael uit onzen tydToon afbeelding van titelpagina van Klaes de Veehoeder. Zedenverhael uit onzen tyd

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.50 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Klaes de Veehoeder. Zedenverhael uit onzen tyd

(1854)–Emmanuel van Driessche–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 48]
[p. 48]

V.

Luijaerd! zatlap! schreeuwde Wanne, Sus Langhes vrouw, terwyl zy hem duchtig met den bezemstok toffelde. Gy hebt in den winter de koe laten van honger sterven! en nu hebt gy de geit verkocht en het geld verdronken!

Inderdaed, Wanne had Sus zoo dikwyls den duivel aengedaen en Sus had dien duivel zoo dikwyls met een glas brandewyn moeten verjagen, dat het er nu by Sus Langhe dood arm uitzag.

De koe was den vorigen winter, by gebrek aen voedsel, gestorven; en nu had Sus de geit verkocht; en wat nog erger was, hy had het gewaegd - wat er ook van komen mogte - met het ontvangen geld drie dagen op schok te blyven.

Daerom toffelde Wanne Sus af; en zy had niet gansch ongelyk; men zal bekennen dat het toch leelyk gedaen was voor Sus,

[pagina 49]
[p. 49]

hunne laetste bestaenmiddelen - eene geit, die minstens eene pint melk daegs gaf! - in brandewyn op te drinken.

Ook bewees de houding van den dronkaerd dat het, by hem zoo dikwerf herhaelde, pligtverzuim, hem nu meer dan ooit berouwde. Sus ontving de stokslagen alzoo gedwee als een kafzak.

- En wat zullen wy nu doen? vroeg hem, op kalmeren toon, de vrouw, als zy tot zweetens moê geslagen was. Wy hebben geene bete broods in huis en geenen stuiver gelds in 't zak!

Sus zou waerschynlyk die moeijelyke vraeg niet hebben kunnen oplossen; maer een binnentredende persoon, die hem als een engel toegezonden werd, om hem van tusschen de twee vuren - de bezemstok en de moeijelyke vraeg - te trekken, maekte de oplossing van wege Sus onnoodig.

- Klaes!... riepen te gelyk met verwondering, Sus en Wanne.

Het bezoek van Klaes verrastte hen zoozeer dat geen van beide één woord wist uit te brengen. Klaes had sinds zyn vertrek nog geen voet in dit huis gezet. Sus had hy by tyd wel op straet goeden dag gezegd, maer Wanne had hy nimmer aengesproken.

- Sus, zoo sprak nu Klaes, ik heb gehoord dat gy dezen winter ongelukkig geweest zyt; gy hebt uwe eenige koe verloren; als gy nog iets of wat over hadt, zoo zouden wy er wat byleggen en trachten eene andere koe te koopen.

- O Klaes! myn goede jongen! kermde Sus, wy hebben niets! geenen blooten niets!...

[pagina 50]
[p. 50]

- Niets! brak nu Wanne, die in den hoek van het huis stond, uit, niets! omdat gy alles verzopen hebt, schurk!...

Klaes wierp eenen blik op de spreekster en die blik deed het hardvochtige wyf, dat den jongeling in zyne eerste jeugd zoo wreed mishandeld had, zwygen; die blik was ook beduidenisvol. Het waren niet meer de neêrslagtige oogen van den armen sukkelaer, maer vurige mannen-oogen, die tot het booze wyf zegden: ‘Het is niet voor u dat ik hier kom, maer voor den dompelaer, wiens ongeluk gy bewerkt!’

- Gy hebt niets meer, Sus, rigtte Klaes zich verder tot zynen ouden pleegvader; wy moeten dan naer middelen uitzien om wat te kunnen winnen; gy moet toch eten en leven.

- Hoe wy het zullen uitmaken, goede Klaes, weet ik niet te beraden, hernam Sus; ik ben niet gewoon uit werken te gaen, en ook ten anderen wie zou my werk geven?...

- Hoor, Sus, wy zullen u uit die verlegenheid helpen, sprak Klaes na eene wyl nadenken; gy zult uw brood winnen.

- En wat moet ik daervoor doen, beste Klaes? vroeg Sus hoopvol; ik wil alles doen, en ik verzeker u, zie, ik zweer u! dat ik binnen myn leven geen glas brandewyn meer drinken zal!...

- Gy zult iets doen, waer niemand by verliezen zal en waer gy genoeg by winnen zult om te leven, antwoordde Klaes; gy zult mollen vangen. Tot nu toe hebben de landbouwers al te zeer verwaerloosd die schadelyke dieren uit te roeijen, maer heden begrypt men dat zulks noodzakelyk is; het is te berekenen dat

[pagina 51]
[p. 51]

een mol jaerlyks voor één frank schade op het land doet; welnu, men zal u één stuiver per mol, dien gy vangen zult, betalen, zoo heeft de pachter nog tien stuivers winst op elken mol.

- O Klaes! stamelde de verrukte man, wat zyt gy braef en verstandig! ons allen doen geld winnen, by iets dat nu enkel schade veroorzaekt!...

Klaes - zonder dit welgemeende compliment te aenvaerden, stak Sus eenig geld in de hand en zegde:

- Ga met dit geld naer den smid, dat hy u daervoor yzeren punten smede; morgen vroeg zult gy naer de hoeve komen, ik zal u hout bezorgen om twaelf mollenvallen te timmeren.

- Ja, Klaes, ja, sprak de reeds gelukkige Sus, ik loop... en morgen vóór zessen ben ik ten uwent.

- En als gy dan in elke val iederen dag één mol vangt, zoo hebt gy twaelf stuivers gewonnen, zei Klaes; maer, ging hy op bevelenden toon voort, geen brandewyn meer, of de zaek valt mis uit...

- Voor den drommel niet, beloofde Sus, geen enkele druppel! van myn leven niet meer!...

Sus liep langs achter, over hek en haeg, naer den smid. Klaes ging den huize uit, zonder Wanne nog te bezien.

Het wyf zag den jongman aen met oogen, die iets uitdrukten dat moeijelyk zou te beseffen zyn; Klaes bragt haer onderstand, bestaenmiddelen in de uiterste ellende - en zy haette den onverwachten weldoener nog!...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken