Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Klaes de Veehoeder. Zedenverhael uit onzen tyd (1854)

Informatie terzijde

Titelpagina van Klaes de Veehoeder. Zedenverhael uit onzen tyd
Afbeelding van Klaes de Veehoeder. Zedenverhael uit onzen tydToon afbeelding van titelpagina van Klaes de Veehoeder. Zedenverhael uit onzen tyd

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.50 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Klaes de Veehoeder. Zedenverhael uit onzen tyd

(1854)–Emmanuel van Driessche–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 65]
[p. 65]

VIII.

Het was reeds tien uren 's avonds toen een gezelschap van vier persoonen, twee mannen en twee vrouwen, de B.....straet te Brussel opstapte.

Aen het boveneinde dier straet was destyds eene vermaerde danszael, waer vrouwen van allen rang en stand kosteloos toegang hadden, en waer mannen, ook van allen rang en stand, maer meest allen van wispelturig en slecht gedrag, zich by die kosteloos toegang hebbende vrouwen vervoegden, om, wat men noemt, geneugte in het jong leven te scheppen.

Het viel dan ook wel voor dat treffelyke lieden, enkel uit nieuwsgierigheid, die zael bezochten, en om die behoorlyk buiten het gedrang te plaetsen, was een hoog balkon opgeslagen,

[pagina 66]
[p. 66]

waer tafels, stoelen, enz. stonden en waer men allerhande ververschingen kon bekomen.

Het groote gedeelte der zael was de eigenlyke danszael; daer achteraen waren kamertjens, waerin de dansers en danseressen zich dan op een praetjen, by eene lekkere flesch wyn, van dansen uitrusteden, om zich met vryen te vermoeijen.

- Gaen wy nu nog naer eene andere comedie? vroeg het jonge meisjen van ons gezelschap.

- Neen, myn kind, antwoordde de reeds bejaerde man van het zelfde gezelschap; nu gaen wy naer het bal.

- Ho, een bal! rigtte zich het meisjen tot de reeds oudere vrouw. Mag ik dan ook wel eens dansen, ik heb dat immers zoo goed geleerd in de kostschool?

- Het is hier, baes, sprak de vierde persoon des gezelschaps, en hy hield stil voor de poort van gemelde danszael.

Het gezelschap trad binnen, en klom, op aenwyzing van den jongman, naer het balkon, alwaer een aental andere lieden zich verlustigden met het aenschouwen eener dansende en flansende, eener klingende en dringende jeugd, die in de benedenzael een onontleedbaer gewemel uitmaekte.

- Wat is het hier vreugdig! wat is dat hier vermakelyk! hoor eens, wat schelklinkende muziek! zei het jonge meisjen, waerin de lezer welligt reeds onze heldin Nathalia zal erkend hebben.

- Niet waer, myn kind, antwoordde de pachtersse, het is hier al aengenamer dan in de comedie.

[pagina 67]
[p. 67]

- Maer zie, vader, zie! vervolgde Nathalia zich nu tot Welmoed wendende, zie, hoe die jonge meisjens vrolyk dansen en springen!....

Welmoed antwoordde niet.

- Ik heb hem reeds in 't oog, fluisterde Klaes aen Welmoeds oor.

- Maer zie eens, moeder, sprak nu weêr het meisjen tot de pachtersse; zie, zie! in gindschen groep kussen zy elkander!....

- Maer, vroeg nu de vader aen zyne dochter, zou hier by toeval niemand van onze kennis wezen?

- Ho, dat geloof ik niet, antwoordde eenvoudig het meisjen.

- Zie eens wel, ginds in de quadrille op het einde der zael, ging hy voort.

Het meisjen zag snel rond... en gilde na eenige stonden.

- Hemel! Theodoor! Theodoor!... en zy wilde naer hem toe.

- Wacht, myn kind, sprak nu de vader, haer wederhoudende; gy zoudt misschien niet wel gekomen zyn, op dit oogenblik, by mynheer Theodoor; gy ziet wel dat hy eene andere geliefde by der hand heeft; wacht.

- O myn God! gilde nu Nathalia, hy kust haer!.... moeder! o moeder! laet ons naer hem toesnellen!...

- Ja, kom, myn kind, kom, antwoordde de moeder.

En de beide vrouwen wilden het balkon af.

- Blyf, sprak Welmoed tot zyne gemalin, en hy greep haer krampachtig by den arm; gy zult heden zien hoe gelukkig gy

[pagina 68]
[p. 68]

uwe dochter wildet maken! Wacht, de dans eindigt, wy zullen Theodoor volgen!...

Inderdaed, het muziek hield op. Het gedrang wemelde door elkander, en byna de gansche quadrille, waerin Theodoor gedanst had, trok een achterkamertjen binnen.

- Volgt my langs hier, zei Klaes, en hy baende eenen weg door de rondwandelende menigte.

De pachtersse hield hare bevende dochter by den arm; weldra stonden zy allen voor de deur van het achterkamertjen.

- Wyn! wyn! hoorde men schreeuwen, en de stem, die aldus in hunne ooren klonk, was die van mynheer Theodoor.

Er werd wyn, zeer veel wyn daer binnen gedragen; voór de deur waren gordynen gespannen, die beletteden te zien wat daer omging; maer de losse jeugd, die dit kamertjen ter harer beschikking scheen te hebben, schreeuwde zoo luid dat men alles verstaen kon wat er gezegd werd.

Eenige stonden na den wyn ontvangen te hebben, hoorde men een algemeen geroep:

- Op de gezondheid van den verloofde!...

Na eene poos hoorde men eene stem:

- Vrienden en vriendinnen, ik vraeg het woord.

Alles werd stil en de stem sprak:

- Ik verklaer u plegtig dat myn huwelyk geene eeuwigheid duren zal; zoodra myne boerin het nieuws af is, jaeg ik den speelman van het dak en ik kom weêr by de duifjens!

[pagina 69]
[p. 69]

Een gejoel van vrouwenstemmen ging nu op:

- Leve Theodoor! leve Theodoor!...

Nathalia bezweek schier in de armen harer moeder. Breng my weg!... ik stik! ik word kwalyk! zuchtte zy.

De pachtersse bromde tusschen hare tanden. Welmoed voelde zyn hart van vreugde poppelen om den goeden uitslag. Klaes was kalm en te vreden, als iemand die, uit pligt, eene goede daed verrigt.

- Laet ons heengaen, sprak de pachtersse.

- Ik houd het niet langer uit! kermde het meisjen nogmaels.

- Wy moeten mynheer Theodoor eerst goeden avond wenschen, glimlachte Welmoed, en meteenen stootte hy de deur van het kamertjen open; hy nam zyne dochter by de hand, trok haer met hem binnen en sprak:

- Mynheer Theodoor, myne dochter en ik wenschen u den goeden avond!

Welmoed vertrok; Nathalia volgde hem werktuigelyk, zoo zeer was zy aengedaen. Theodoor bleef verslagen op een sopha liggen. Het gansche gezelschap gaepte van verwondering, niet wetende hoe dien zonderlingen goeden avond uit te leggen.

Intusschen was de familie Welmoed verdwenen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken