Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het zelfgewilde einde van oude mensen (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het zelfgewilde einde van oude mensen
Afbeelding van Het zelfgewilde einde van oude mensenToon afbeelding van titelpagina van Het zelfgewilde einde van oude mensen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.53 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/pamflet-brochure
non-fictie/essays-opstellen
non-fictie/filosofie-ethiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het zelfgewilde einde van oude mensen

(1992)–H. Drion–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 43]
[p. 43]

Sterven is een sociale gebeurtenis
F. Baneke

Het valt op dat de beschouwingen over het zelfgewilde einde van oudere mensen meestal negatief zijn gericht. Men vreest de dreigende ontluistering van zijn eigen leven en wil daarom reeds eerder als het ware in de dood wegvluchten. Het vraagstuk is voor het eerst in de geschiedenis der mensheid zeer actueel geworden door de haast explosieve ontwikkeling van de medische wetenschap die steeds meer in staat is het menselijk leven te verlengen ongeacht of daar vraag naar is. Die medische kunde zal vermoedelijk steeds verder gaan. De vraag die ons nu bezighoudt, is of men wel zo lang moet blijven leven als de wetenschap het toelaat. Concreet gesteld: Als men te eniger tijd 100 tot 150 jaar oud kàn worden zal men dan ook zo oud móeten worden. Is dat een plicht?

Daarbij speelt tegenwoordig een rol dat die hogere ouderdom gepaard kan gaan met een ontluistering van het mens-zijn en met eenzaamheid. Maar misschien kunnen de wetenschap en de samenleving te zijner tijd ook daarin voorzien.

In ieder geval moeten wij alvast constateren dat het in de ontelbare eeuwen van het bestaan der mensheid vrijwel overal als een morele plicht werd gezien het

[pagina 44]
[p. 44]

eigen leven zo lang mogelijk te rekken. Zou door de medische wetenschap die morele plicht weggevaagd kunnen en mógen worden?

Voor zover ik deze discussies heb gevolgd mis ik daarin een gedachte die mij reeds vanaf mijn jeugd heeft beziggehouden. Ik vond haar toen weergegeven bij Bossuet, de befaamde hofprediker van Louis XIV. In Les Oraisons funèbres (oraison de Henriette d'Angleterre) zegt Bossuet dat de mens bij zijn dood een ‘gelukkig’ testament maakt waarbij hij zich onherroepelijk overgeeft au Sauveur, aan God. Maar in plaats van ‘aan God’ had hij ook kunnen zeggen ‘aan de medemens’. Want de liefde tot God wordt in de godsdienst gelijkgesteld aan de liefde tot de evenmens. Men hoeft echter niet christelijk of op andere wijze godsdienstig te zijn voor de gedachte dat ieder leven van een mens een gave is aan de mensheid. Hoe gering ook. In de beeldspraak van Bossuet geeft iemand bij zijn dood dat leven als bij testament door aan de medemens.

 
Niemand leeft voor zichzelf
 
Niemand sterft voor zichzelf

Misschien is het deze gedachte van gave van zichzelf aan de mensheid die zovelen, die het voorrecht hadden het leven hier op waardige wijze te mogen besluiten, zo vredig doet sterven. Een vrede die voortkomt uit een levenshouding die in het mysterie van de dood iets anders ziet dan vernietiging.

Het lijkt mij dat, wanneer men deze opvatting van

[pagina 45]
[p. 45]

het leven als gave aan de medemens beaamt, men iemand ook het recht moet geven dit te doen op een ogenblik en op een manier die hij in alle vrijheid vaststelt. Dan komt het karakter van een gave het meest tot zijn recht. Hij hoeft niet te wachten tot het hem wordt afgenomen nadat de wetenschap al haar krachten op hem heeft beproefd. Hij kan eenvoudig en dankbaar vinden dat het voor hem genoeg is geweest en geen behoefte meer hebben aan verder leven. Hij kan ook het aardse leven ervaren als een onvoltooide symfonie en heimwee hebben naar wat zijn intuïtie - in-zicht - ziet als een directe vereniging met al het zijnde. Daar waar zijn tijd ophoudt. Er kunnen echter nog andere redenen zijn.

De dood die bij het sterfelijk leven hoort is dan geen onvoorziene ramp maar een menswaardige daad, gesteld op het ogenblik dat iemand zijn leven hier volgroeid en rijp acht om het af te leggen en - als bij testament - dóór te geven. Zijn taak is hier volbracht.

Natuurlijk zal het heengaan uit dit leven voor de nabestaanden een gemis zijn en droefheid. Daarom behoren zij ook nauw betrokken te worden bij de beslissing. Maar als iemand op waardige wijze zijn sterfelijk leven heeft mogen voltooien en in vrede is gestorven laat hij wel droefheid na, maar het diepere geluk van een mens - de harmonie met al het bestaande - wordt niet aangetast. Hoevelen bewaren niet de levende herinnering aan een dierbare als een kostbaar bezit in hun hart.

[pagina 46]
[p. 46]
 
‘Neen, de verbondenheid is niet geslonken
 
nu 'k je lijfelijke tegenwoordigheid sinds lang ontbeer’
 
(Henriëtte Roland Holst)

Aan de hier weergegeven opvatting is iets onlosmakelijk verbonden. Sterven is in hoge mate een sociale gebeurtenis. Gever en ontvanger zijn daar beide bij betrokken. Wanneer de ontvanger niet in staat is te ontvangen - bijvoorbeeld omdat hij het niet begrijpt - is de gave nutteloos. De daad van Jan Palach moest begrepen worden. Daarom was de gave van zijn leven zinvol.

De weerstand die wij in het algemeen voelen als iemand vrijwillig zijn levenseinde kiest berust mijns inziens op dat niet-begrijpen. Er is een soort collectieve oerdrift die ons zegt dat wij allen moeten meewerken aan het voortbestaan der mensheid. (Daar worden - heel irrationeel - zelfs oorlogen voor gevoerd.)

Nu wil iemand niet meer meedoen met het grote spel van het voortbestaan der mensheid. Dat accepteren wij niet. Men herkent daarin dezelfde houding die men oudtijds had ten aanzien van kinderloze echtparen. Die werden sociaal geminacht want ze deden niet mee. Daarin is verandering gekomen door gewijzigde maatschappijpatronen en veranderde inzichten. Wij hebben onze oerdriften door geboorteregeling in redelijke banen geleid.

 

Inzake het vrijwillige beëindigen van een voltooid leven zijn wij echter nog lang niet aan verandering van inzichten toe. De traditie dat het leven zo lang

[pagina 47]
[p. 47]

mogelijk gerekt moet worden is ontelbare eeuwen oud en zit in ons bloed. Dat had een reden die men niet zomaar opzij mag schuiven. Ons wezen verzet zich tegen verandering al zou ons verstand zich met de theorie kunnen verenigen. Ook als de opvattingen over vrijwillige beëindiging goed worden bevonden dan zal het toch nog generaties duren voordat ze ook rijp zijn voor het maatschappelijk leven. En waar de gedachte niet wordt begrepen en aanvaard, is het niet goed uitsluitend op eigen initiatief zo'n beslissing te nemen. Sterven is niet een zaak van één mens alleen. Zijn omgeving is er bij betrokken en heeft rechten op hem die hij moet eerbiedigen. Dat betekent in de praktijk breed overleg en een rijp geweten. Iedere sociale zaak is in feite een gewetenszaak. Zo ook hier. Zolang iemand hem nodig heeft mag men er niet toe overgaan het leven te beëindigen. Dat zou liefdeloos zijn en juist recht ingaan tegen de opvatting dat men met zijn dood het leven wegschenkt aan de medemens.

De lezer zal begrijpen dat in een kort artikel niet alles gezegd en ook niet duidelijk gezegd kan worden. Ik spreek bijvoorbeeld niet over de ontelbare keren dat de dood tragisch en volkomen onbegrijpelijk voor ons is. Naast mijn beschouwing zijn er andere die minstens zoveel respect en aandacht verdienen. Niemand kan in het versnelde groeiproces waarin wij ons bevinden de waarde van zijn mening voldoende peilen. (Voor de goede orde mag ik nog wel benadrukken dat het uitsluitend gaat over beëindiging van het eigen leven. Niet dat van anderen.)

[pagina 48]
[p. 48]

Het staat echter wel vast dat wij als mens een plicht hebben om juist in een voortdurend veranderende wereld ons steeds weer opnieuw te bezinnen op de mysteries van leven en liefde, lijden en dood.

Dit was daartoe een bijdrage met een gedachte uit de traditie die ik tot op heden miste.

 

De schrijver is oudverzekerings-makelaar en publicist


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken